Er was eens een vader van twee zonen. Hij hield van beide jongens evenveel, al hadden die twee heel verschillende karakters.
Toen de oudste zoon de jaren van ontluikende wijsheid had bereikt, besloot de vader hem maandelijks wat kostbaarheden toe te vertrouwen. De oudste zoon was er blij mee en besloot zijn kostbaarheden goed op te bergen, zodat hij ze niet kwijt kon raken. Af en toe haalde hij wat kostbaarheden uit de kast en telde ze. Een enkele keer gebruikte de oudste zoon een kostbaarheid als ruilmiddel.
Toen ook de jongste zoon de jaren van ontluikende wijsheid bereikte, besloot de vader deze zoon ook maandelijks wat kostbaarheden toe te vertrouwen. De oudste zoon kreeg echter vanaf dat moment meer kostbaarheden, omdat hij de jaren van aanvankelijke wijsheid had bereikt.
De leider van het volk had besloten dat kinderen in de jaren van aanvankelijke wijsheid zelf kostbaarheden mochten gaan verdienen, waar de oudste zoon tevens dankbaar gebruik van maakte. Hij verspreidde elke week trouw rondzendbrieven onder het volk. Hierdoor kende het volk de prijs van een aantal producten die lokaal voordelig te verkrijgen waren. De oudste zoon verwierf zo meer en meer kostbaarheden en ging ook meer kostbaarheden als ruilmiddel gebruiken. Een enkele keer kwam het tot een ware uitspatting. De jongen bleef echter trouw aan zijn spaarzame aard.
De jongste zoon was een echte levensgenieter en ging anders om met zijn kostbaarheden. Hij gebruikte zijn kostbaarheden altijd meteen na ontvangst als ruilmiddel. Hij wilde hetzelfde verwerven als zijn oudere broer, maar bezat veel minder kostbaarheden. Zodoende was de voorraad kostbaarheden van de jongste zoon bijna altijd uitgeput.
De oudste zoon wilde zijn kostbaar bezit niet delen met anderen. De jongste zoon wilde dat wellicht wel, maar beschikte niet over voldoende kostbaarheden.
De moeder had medelijden met de jongste zoon. Het zou nog lang duren voor ook hij de jaren van aanvankelijke wijsheid zou hebben bereikt. Ondertussen zou de oudste zoon de jaren van voortschrijdend inzicht bereiken en zich daardoor nog meer kostbaarheden kunnen verwerven, terwijl de jongste zoon dezelfde en meer verlangens zou hebben en houden als de oudste zoon. Zij streek over haar hart en vond dat het aantal kostbaarheden dat de jongste zoon ontving vermeerderd kon worden.
Daarin voelde zij zich geruggesteund door wat 's lands orakel voorschreef. Dat orakel had berekend hoeveel kostbaarheden toevertrouwd konden worden aan jongelingen in verschillende stadia van wijsheid en inzicht.
Daarbij kwam ook nog dat de vader het niet wijs vond de jongste zoon meer kostbaarheden toe te vertrouwen dan de oudste zoon ontving toen hij in het stadium van ontluikende wijsheid verkeerde. De moeder zocht een middenweg tussen de uitspraak van het orakel en de eigen wijsheid van de vader.
Zo hadden de ouders van beide jongens een verschil van mening. En ze kwamen er samen (nog) niet uit.
4 opmerkingen:
Mooi verhaal, ben jij je beroep niet mis gelopen?
Het woord wijsheid komt herhaalde keren voor.
Ik wens de beide ouders veel wijsheid en moet even denken aan Salemo.
Maomi.
Succes met het nemen van een beslissing. Onze oudste is trouwens 10 en ze krijgt € 1,00 zakgeld (als we het tenminste niet vergeten te geven en zij niet vergeet het te vragen).
Hmmm.... herkenbaar.... Heel eerlijk?? Ik voel met jou mee, maar eigenlijk ben ik het met vader eens.... (hard hè?) De kunst is waarschijnlijk om de balans te behouden, terwijl je de oudste respecteert in het oudste zijn, en de jongste het voordeel van 'de benjamin' zijn gunt... Beiden hebben hun voordeel, maar zeker ook hun nadeel...! Dat blijkt maar weer!
Succes!!!
Moeilijk, moeilijk ... . Wij geven jongste exact hetzelfde als oudste toen hij die leeftijd had (jongste (11) krijgt 1,50 per week; oudste krijgt 3,00 euro per week). Maar ja, ik heb makkelijk praten, bij ons zijn de rollen net omdraaid. Wat de jongens betreft dan. Oudste heeft geen hand, zo groot is het gat en jongste zwemt in zijn geld!
Een reactie posten