Uitgelezen 2019

maandag 19 december 2016

De Russen komen - Русские приходят

Mijn blog wordt massaal bekeken vanuit Rusland. Ik las ook al bij andere blogspotters dat ze dat bij hen ook doen. Het zorgt voor vreemde grafieken in mijn statistieken:
 

Normaal worden hier ongeveer 300 pagina's per dag bekeken, met de Russen erbij worden dat er gemakkelijk 800 per dag. Je vraagt je af wat ze eraan vinden. Of wat hij eraan vindt, want het zal wel een individuele Rus zijn die zich binnen een minuut het schompes klikt op zoek naar westerse parafernalia. Of in het wilde weg een cyberaanval doet op hopelijk de website van een of andere propagandistische nieuwssite. Of spioneert, met een bontmuts op, een balalaika in zijn rechter- en een wodka in zijn linkerhand. Maar hoe moet hij dan op de muis klikken, vraag ik me opeens bezorgd af. 

Ik vind dat helemaal niet leuk. Zoals u misschien al weet, ben ik dol op cijfertjes en grafiekjes. Maar die grafiekjes moeten dan wel kloppen...
Dus Rus, als je dit leest: stop ermee. Прекрати.
Hier valt niets te halen. 
Ik ben niet interessant, 
doe niet aan politiek, 
weet niets van bankgeheimen, vermeende voornemens om het Kremlin aan te vallen en al helemaal niets van het Neerlandsch wapenarsenaal. 
Tenzij u oprecht geïnteresseerd bent in kerstballen, rijp in Drenthe, Polletjes, wintertenen of oude kaas, dan bent u hier natuurlijk van harte welkom. 

In alle andere gevallen verwijs ik u door naar deze site

donderdag 15 december 2016

Gelukkig hebben we de fo... uh, tsja... Oeps! (2) Kerstballen

Mijn ouders worden minstens 130 jaar oud. Ze hebben  trouwens sowieso het eeuwige leven, dus om ze nu al te vragen of ik later misschien dat ene theelepeltje of de klok mag erven gaat me veel te ver.
Al jaren aasde ik stilzwijgend en geduldig op de kerstballen die mijn moeder ooit vlak na haar trouwen kocht. Begin zestiger jaren. Een boom kwam er niet, dat ging mijn vader te ver. Ook zonder boom weet mijn moeder het huis wel te versieren, daar is ze een (kerst)ster in. (Heel flauw, ik weet het.)
Maar toen werd in 1970 een van mijn broers ziek en omdat hij dan de kerstboom op de kleuterschool miste, kocht ze voor het eerst en het laatst een boom. En daar hing ze die ballen in.
Die zijn dus supervintage en hartstikke zeldzaam. Want van glas en in alle onwaarschijnlijk gave kleuren en vormen. Psychedelisch gewoon, weet je wel?
Elk jaar haalde ze de kerstdoos tevoorschijn en het was telkens weer een feest van herkenning om het vogeltje-op-knijper, de piek en de verschillende ballen in pastelroze, -groen, blauw en zilver uit het vloeipapier te bevrijden.
Ze werden in losse dennentakken aan de muur gehangen of op een mooie schaal gelegd. Tot vorig jaar. Toen miste ik met kerst opeens de ballen bij mijn ouders thuis. Hadden ze ze in een vreemde bui van opruimwoede alvast maar naar Terre des Hommes - voor de arme kindertjes - gebracht. Tuurlijk. Een heel goed doel. Maar ik ben ook een heel goed doel, hoor. En ik wilde best ook heus een hoop ouwe meuk in de TerredesHommeswinkels-voor-arme-kindertjes kopen, in ruil voor die ballen.
Ik kan er nog tranen van in mijn ogen krijgen. En ja, geen foto's, nee.

Op internet vond ik een webwinkel waar ze die oude ballen voor grof geld verkopen. Maar ja, dat zijn niet de onze. En ze zijn lang zo mooi niet... Maar om u een idee te geven:










zondag 11 december 2016

Gelukkig hebben we de fo... uh, tsja, oeps! (1) Rijp

Vorige week waren wij een weekendjeweg in Drenthe.
O, Drenthe. Ach, Drenthe.
Daar willen wij dus graag gaan wonen, want rust, ruimte, mooi, genoeg schapen.... Maar ach, puntjepaaltje is dat vast een ander verhaal.

We fietsten en wandelden en lazen en breiden (dat deed alleen ik, dat spreekt vanzelf) en sliepen (niet vanzelfsprekend voor mij). Niet erg opwindend en vooral erg senior, maar uiterst heilzaam op z'n tijd.
Die wandel- en fietstochten werden geregistreerd door een app op mijn telefoon die me allemaal fijne cijfertjes opleverde over kilometers, tijd, calorieën en benodigde vochtinname. Dat vind ik nou leuk.
Met diezelfde telefoon maakte ik ook zo af en toe wat foto's, van belabberde kwaliteit, maar zo'n mooi landschap roept er soms gewoon om om vastgelegd te worden. Al zou ik dat natuurlijk liever hebben willen kunnen schilderen of dichten.
We namen ook een goede camera mee, maar die lag op de fotogenieke momenten eenzaam en alleen in het huisje te wachten.
Op zondag fietsten we camera- én telefoonloos door dichte mist over stille landweggetjes naar de kerk. Bovendien vroor het en die combinatie leverde dikke rijp op alles op. Van werkelijk adembenemende schoonheid toen de zon doorbrak en de lucht blauw kleurde.

Die schoonheid is niet te beschrijven en op een foto hadden we dat ook echt niet kunnen vastleggen, maar dat we iets prachtigs gezien hebben, sterker nog: dat we helemaal in die schittering gedrenkt zijn, kleurt de herinnering eraan nog steeds euforisch. 

Daarbij is het natuurlijk een typisch gevalletje van jammer dat ik dat niet met u kan delen, al was het dan een gebrekkige weergave geweest.

Gelukkig hebben we nog wel de telefoonfoto's van de andere momenten. Daar moet u het dan maar mee doen.









vrijdag 2 december 2016

De oudjes op pad

Het was hoog tijd om een extra vakantieweekje in te lassen. In mijn praktijk houd ik de schoolvakanties aan, maar tussen herfst- en kerstvakantie zaten dit keer negen weken. Dat is voor mij te veel. Dan haal ik die kerstvakantie met mijn tong op m'n schoenen, als ik 'm al zonder koorts, migraine of oververmoeidheid haal. Met de sinterklaasdrukte van de leerlingen kwam dat ook nog mooi uit. Kunnen ze mooi surprises maken terwijl ik bijtank.
En om écht uit te rusten en energie te laden besloten we een weekendje weg te gaan. Het jongste Polletje bood genereus aan op het huis te passen. Hij had toch geen zin om mee te gaan wandelen en fietsen. Dat doen alleen oude, saaie mensen. Zoals Grote Pol en ik.
Dus zit ik nu heel luxe in een prachtig natuurhuisje in Drenthe tussen schapen en keuterboertjes te ontspannen op een loungebank. Onderweg deden we Kampen aan, waar we in een bijzonder woon-zorgcentrum tussen de oudjes uitstekend lunchten met broodje bal (hij) en soep en salade (ik), ons vergaapten aan de gevels, kerken en meer schoons van dit stadje. Verder naar het noorden reden we onder een felle dubbele regenboog door die natuurlijk niet mooi op de foto te vangen was.
Kortom, we vermaakten ons prima.

En dan nu de foto's (slechte smartphonekwaliteit, sorry)...



In de wolken zagen wij een krokodil en een monster met tanden. Heel interessant, natuurlijk. 




donderdag 1 december 2016

Jeugdsentiment

Met een van mijn leerlingen heb ik het over jeugdsentiment. Wat dat is, weet hij niet. Dus ik leg uit dat dat met een warm gevoel terugdenken aan iets in je jeugd is. Zijn ouders zullen vast wel met jeugdsentiment terugdenken aan de sinterklaasfeesten van vroeger. En aan de Donald Duck, want daarover gaat onze begrijpendleestekst. Zo noemen we het een en ander op waarover te nostalgeren valt en het begrip is al snel helder.
Dat blijkt helemaal als leerling (elf jaar) zegt dat hij ook jeugdsentiment heeft. Daar wil ik meer van weten. Ja, zegt hij weemoedig, ik heb jeugdsentiment als ik terugdenk aan de tijd dat ik nog geen huiswerk had....

vrijdag 25 november 2016

Echte ouderwetse handgeschreven liefdesbrieven, daar kan WhatsApp niet tegenop!

We gingen onze overloopkast opruimen. Dat is een paradijs als je van nostalgeren houdt. Twee kubieke meter aan foto's, ansichtkaarten, tijdschriften, prulletjes, kindertekeningen, schoolrapporten, veterstrik- en andere diploma's, zilveren theelepeltjes, knuffeltjes en andere onweggooibare dingen. Volgestouwd. Dus als je iets nodig hebt, vind je nooit wat. We zijn een soort anti-minimalisten, heel onhip. Maar ik vond eigenlijk dat het wel wat minder kan en ging dus maar wat uitzoeken.
Een uitpuilend kratje vol tekeningen en knutselwerkjes van de Polletjes werd een goed gevuld kratje met de allermooiste werkjes. Maar van een kratje vol oude ansicht-, geboorte-, trouw- en rouwkaarten kon ik amper iets weggooien.
Zo gaat dat bij mij. Ik wil best wel opruimen, maar weggooien doe ik alleen in het uiterste geval. En waarom zou ik? Er was uiteindelijk heus nog wel wat ruimte in dat kratje. Vooral toen ik de stapel liefdesbrieven en kaartjes die ik in onze verkeringstijd naar Grote Pol stuurde eruit gevist had. Wat was ik vroeger romantisch, zeg. 'k Heb er een filmpje van gemaakt.
Straks maar eens doorlezen, waarschijnlijk krijg ik er kromme tenen van, want ik ben een stuk nuchterder geworden in de loop der tijd. Of ik krijg de smaak opnieuw te pakken en krijgt de romantische liefde een flinke oppepper.


En eindelijk vond ik ook het verlovingsdagboek terug waarin ik vanaf bijna tien maanden voor de bruiloft elke dag iets schreef. Een dik schrift volgepend met liefde. 

Kijk, da's nog 's andere koek dan dat gewhatsapp van tegenwoordig. Arme jeugd van nu.

maandag 21 november 2016

Je moet toch wat..

.. als je 's nachts vaak uren klaarwakker ligt te wachten op slaap die niet komt?

Daarvoor heeft Mattflix een oplossing bedacht. Saaie filmpjes kijken, bijvoorbeeld van een draaiende rol dönerkebab (mijn Polletjes zouden er juist acuut hyperactief van worden), aardappel rooiende boeren (heerlijk nostalgeren) en gescharrel van duifjes op de Dam (daar krijg ik spontaan een oorwurm van - zo'n liedje dat je maar niet uit je kop krijgt).
Maar voor saaie filmpjes moet ik mijn bed uit, want Grote Pol heeft niet zo'n behoefte om ook in het holst van de nacht innig met mij mee te leven. En uit bed is ijskoud hier in huis. Vergelijkbaar met een nieuwjaarsduik, in elk geval psychisch net zo'n grote barrière voor mij. Geen optie, dus.

Ik bedacht een alternatief. Op mijn e-reader geladen van bibliotheek.nl: Breien voor dummies. Vannacht viel ik uiteindelijk in slaap bij het lezen van de (tot 1% gedimde) aanwijzingen voor het maken van een universeel horizontaal knoopsgat. Van harte aanbevolen voor medewakers!

vrijdag 18 november 2016

Beer is 50 - nu met een nieuwtje: broer beer van bont

Dit is beer.
Beer is oud.
Al 50 jaar.

Jan-ny maakte Beer met de hand.
Voor haar tan-te.
Die tan-te was de mama van Pol.
Pol was nog klein. Kleine Pol. Nu is Pol groot. Grote Pol.

Jan-ny was ziek. Ze had teebeecee.
Ze moest heel kalm aan doen.
Toen ging ze een beer maken. En nog een. En nog een.
Van een jas van bont. Die jas was al oud.
Jan-en-al-le-man wilde een beer. Dus ging de jas he-le-maal op.

Toen de jas op was, kreeg ze een lap.
Een lap van de mama van Grote Pol.
Daar kon het ook mee. 

Beer woon-de heel lang bij de mama van Grote Pol. Wel 20 jaar.
Maar die mama ging dood. En nu woont beer bij ons. Al-weer 30 jaar. Hij hoort bij ons.

Grote Pol vindt Beer nog leuk. Ook al is hij oud. Wie is oud? Grote Pol of Beer?
Al-le-bei.

Nee, hoor. Dat is een grap. Beer is bro-can-te, dat is heel wat an-ders. En Grote Pol blijft al-tijd jong. Ge-luk-kig maar. 










Nieuw-tje: dit is Broer Beer.
Hij is ook 50.
Maar Broer Beer is van bont. Die heeft het niet koud!

dinsdag 15 november 2016

Levensgevaarlijke pantoffels en mijn purperpollerige trui

Van Grote Pol kreeg ik voor mijn verjaardag pantoffels van het merk Tuflaa. Dat zijn levensgevaarlijke pantoffels: ze zitten zo lekker dat je ze niet meer uitdoet. En dus niet meer naar buiten gaat, zodat je veel te weinig beweegt op een dag. Heel gevaarlijk dus voor hart en bloedvaten.
Na mijn verjaardag, waarop ik toch weer over mijn grens was gegaan, overviel me een fikse migraine die tot vanmorgen aanhield. Bijna al die tijd liep ik rond / hing ik op mijn stoel / lag ik op de bank /bed met die tuflaas aan mijn warme voetjes.
Gemaakt van wol van Oostenrijkse schaapjes, je ziet ze grazen op de grasgroene alpenweiden tussen de jodelende complete familie Von Trapp en de edelweissjes. De wol gesponnen door een Doornroosjelookalike, in elkaar genaaid door een noeste, razendknappe kleermaker in lederhosen en vervolgens met de hand geborduurd door een lief grijs omaatje met appelwangetjes. Nah, wat een mooi verhaal aan mijn voetjes.

je moet die trui in het echt zien, want deze foto slaat nergens op
En daarbij droeg ik mijn zelfgebreide trui. Je doet 'm niet meer uit omdat ie zo lekker zit. Gemaakt van alpacawol, heerlijk zacht, kriebelt gegarandeerd niet.
Je ziet de alpacaatjes dartelen op de hoogvlakten van Peru, geëscorteerd door Peruaanse straatmuzikanten, de wol afgeschoren door een gespierde mesties met een huid als van leer, gesponnen door Peruaanse indianenmeisjes met pijlkokers op hun rug, naar Nederland verscheept in een uitgeholde boomstamkajak etc. etc.
En dan uiteindelijk gebreid door een Hollandse veertiger met een onderkin en een niet te onderdrukken snorretje op haar bovenlip.

vrijdag 11 november 2016

Abnormale ouwe taart

Vanochtend deed ik iets wat ik nooit eerder deed. Ik kocht officiële gebakjes. Van die klassieke, beetje ouderwetsige. Veels te veel, want zoveel gasten verwacht ik niet.

Meestal flats ik zelf een taart in elkaar, maar dit jaar wilde ik op iets keurigs trakteren. Met kopjes thee en koffie en suiker en melk op tafel. Wie weet word ik nog wel eens een normale vrouw die de dingen doet zoals ze horen. Alleen hebben we geen kopjes met schoteltjes maar alternatieve wereldwinkelmokken.

Nog net op tijd had ik mijn nieuwe trui af, net op tijd om vandaag, op mijn verjaardag, aan te trekken. 'Hmm', zei Puberpolletje. 'Weer zo'n slordige echte mamatrui.' Ik vrees dat het dus met de normaligheid nog wel even zal duren.
De abnormaligheid zit er ook diep ingebakken. Ik kan bijna nooit fatsoenlijke kleren kopen. Als ik me dat voorneem, kom ik eigenlijk altijd thuis met een of ander vreemd gewaad. Of iets wat ik eigenlijk diep in mijn hart niet mooi vind, omdat het zo normaal is.

Maar goed. Ik word nu dus vanzelf een ouwe taart en het zal in mijn 47e levensjaar misschien toch gaan lukken. Als ik maar wil.

Ik wens u ook een fijne dag! Kom gerust een gebakje eten, er is genoeg.

zaterdag 5 november 2016

Vier handige huishoudelijke tips van een nephuisvrouw

In de herfstvakantie had ik me voorgenomen elke dag een klein huishoudelijk karweitje uit te voeren waar het anders niet zo van komt.
Ik begon goedsmoeds op maandag met de lichtknopjes en stopcontacten. Die bleken verrassend schoon. Grote Pol had ze blijkbaar pas meegenomen in zijn schoonmaakrondje. Voor de vorm poetste ik nog wat randjes stof weg en dat was dat.

TIP 1: gebruik microvezeldoekjes

Op dinsdag deed ik de ontdekking van het jaar. Al een tijd hadden we twee microvezeldoekjes in huis, maar nooit gebruikt. Ze zijn ontzettend handig en ze maken bijvoorbeeld tegeltjes streeploos schoon! Eerst dacht ik dat onze normale vaatdoekjes ook microvezeldoekjes waren, maar het is dus een compleet ander fenomeen. Geen schoonmaakmiddel nodig, omspoelen niet nodig, vanwege de haakachtige vezeltjes blijft het vuil erin kleven tot je 'm uitwast, ik vind het fantastisch. Misschien wist u dit allemaal allang, maar voor mij was het compleet nieuw. Uitwassen (60°C) moet ook nog 's zo min mogelijk gebeuren, omdat de microvezels helaas wel bijdragen aan de plastic soep.

TIP 2: vat ouwe koeien bij de horens
Al tijden riepen twee rotklusjes me dagelijks toe: doe mij, doe mij! En ik luisterde niet, want ze riepen altijd
a. op het moment dat ik mijn bed in wilde stappen en
b. op het moment dat ik net weg wilde gaan.
Op woensdag maakte ik tijd voor ze. Dat had ik natuurlijk veel eerder moeten doen. Rotklusjes zijn er om snel gedaan te hebben. Ik trok de ganglamp van het plafond en haalde alle dooie beesten eruit. En ik verving het viezige trektouwtje van de slaapkamerlamp door een langer exemplaar zodat ik er ook echt bij kan i.p.v. allerlei ongewenste rekoefeningen voor het slapengaan te hoeven doen.
Meteen kreeg ik er creatieve ideeën bij. Ik kan allerlei witte knoopjes over de bodem van de ganglamp verdelen, waardoor het licht speels zou kunnen worden en het trektouwtje kan ook een of ander kralensnoer worden. Vooralsnog bewaar ik die ideeën, zodat ik telkens als ik naar bed ga of op het punt staan om weg te gaan weer herinnerd wordt aan mijn creatieve inborst. Da's beter dan aan ouwe koeien te moeten denken.

Overbodige bonustips
Op donderdag vouwde ik was. Dat dat fijn is voor je hoofd, wist u vast al. Het raakt er zo lekker opgeruimd van. Sommige mensen hebben dat bij strijken, maar ik word daar alleen maar ongeduldig en kribbig van. Een opgeruimd hoofd is gerelateerd aan een opgeruimd huis, want na het vouwen van de was ruim ik ook nog een heleboel andere rommeltjes op die hier altijd wel ergens slingeren.

TIP 3: maak een boswandeling
Op vrijdag maakten we een boswandeling. Het is daar een takkenzooi en toch fris. Het relativeert enorm en je wordt er erg gelukkig van. Zo gelukkig dat je het neergedaalde stof op de plinten niet meer ziet. Héérlijk!

TIP 4: neem een spin
Deze tip is niet van mijzelf, maar van Grote Pol. Ik heb me er lang tegen verzet, maar ben nu toch om. Grote Pol vindt vliegen in huis een verschrikking. Ik ook, want hij blijft die vliegen bestrijden, gewapend met meppers en elektrocuteerders. Dat geeft een boel onrust en dan ben je het fijne boswandelinggevoel van gisteren weer helemaal kwijt.
Op een dag nestelde zich een spin op een strategisch plekje in de woonkamer, naast de balkondeur. Daar waar het meeste vliegverkeer is. De spin had honger en at vliegen bij de vleet. Gevolg: geen lijken in de vensterbank en minder jachtmomenten.
Polletje noemde de spin Harry de huisspin en dat bracht nog meer huiselijkheid in ons o zo propere optrekje.
De spin leeft nog steeds, ik denk tenminste dat het dezelfde is, maar de vliegen vliegen niet meer. Nu zitten we met een dilemma. Gunnen we de spin een veilig, warm plekje, nu tussen raam en klok, duidelijk zichtbaar tegen de witte muur, of is het tijd om afscheid van hem te nemen?
Maar nooit, nee nooit, zal het hem vergaan als de spin Sebastiaan.

woensdag 2 november 2016

Eetles

Omdat ik wat te vieren had, wilde ik de mannelijke Pollen mee uit eten nemen. En toen rustte de zware verantwoordelijkheid op mij om zélf een restaurant uit te kiezen dat zou voldoen aan onze uiteenlopende smaken. Dat werd helemaal niets. De Polletjes willen altijd vooral Veel Vlees, Grote Pol en ik willen liever kwaliteit dan kwantiteit. Een restaurant dat hierin voorziet kon ik binnen een straal van zo'n 10 kilometer niet vinden.
Ik koos dus maar voor Tapasia, een Chinees restaurant dat bijvoorbeeld ook aan sushi doet. Daar mag je per persoon vijf keer vijf hapjes bestellen. Dat is best wel heel veel. Dus waarschuwde ik de Polletjes om niet te veel en te zwaar te bestellen bij die eerste ronde. Ik koos voor sushi, zij kozen voor Vlees. Veel Vlees.
Bij de tweede ronde koos ik voor een soepje, gewokte groenten en wat Pekingeend. Polletje-op-kamers koos voor vier keer spareribs en één keer babi pangang, Thuisblijfpolletje voor de vreemde mix van puddingbroodje, bami goreng, aardappelsmileys en twee keer kip-in-vreemd-sausje.
Bij de derde ronde herhaalde zich dit patroon, maar dan zonder het vieze puddingbroodje en met nóg meer babi pangang. Voor alle 146 overige gerechten haalden de carnivoren hun neus op.
Bij de vierde ronde konden Grote Pol en ik nog wel wat lekkers op, maar de Polletjes zaten tjokvol hun acuut darmgewoel te bedwingen.
De vijfde ronde lieten we aan ons voorbijgaan. Die tijd besteedden we om onze jongens een wijze les te leren.
Maar ik vermoed dat het de volgende keer precies zo zal gaan.

maandag 31 oktober 2016

Oud of wijs?

Grote Pol en ik liepen een wandelroute door Mariëndaal en Lichtenbeek bij Arnhem. Slecht aangegeven route (is langer dan aangegeven: 10,8 km), maar wel prachtig mooi. De foto's die ik onderweg met mijn nieuwerwetse telefoon maakte om bij dit bericht te plaatsen, zijn zomaar verdwenen. Typisch. Jammer ook, want mét die foto's had u na het lezen van dit berichtje ook veel zin gekregen in het maken van die wandeling. En dan had ik u uitgenodigd samen met mij te lopen, want ik weet de weg. Als u zélfs zonder foto's dat nog wil, mag u mij mailen.

Voor we weggingen kwam ik op een lumineus idee: GP kon wel z'n schapenwollen gebreide seventiesvest met enorme houten knopen aandoen. De schapen in de wei waar we langsliepen bleven maar blaten toen ze GP zagen. Ik denk omdat ze een echte herder in hem herkenden.
Het vest bleek perfect voor zo'n wandeling. Niet te warm of te koud, ademt optimaal. Tien jaar geleden vond ik het nog verschrikkelijk als hij dat ding weer eens uit nostalgische overwegingen aantrok, nu vind ik het eigenlijk wel cool. Word ik dan oud of wijs?

 

woensdag 26 oktober 2016

Popcorn, pepermunt en champagne

Een druilerige dag in de herfstvakantie, ik ben van pure ellende de wc maar gaan witten. Je moet toch wat.
De bel gaat. Twee jongens van twaalf voor de deur. Eén ervan ken ik goed, hij is een leerling van het eerste uur in mijn praktijk en ik heb 'm letterlijk en figuurlijk zien groeien. De jeugdpuistjes beginnen hun kopjes op te steken, van zijn alle kanten uitschietende stem kan hij niet goed meer op aan en elke week lijkt hij alweer een paar centimeter te zijn gegroeid.
Het zijn draaideurjongens. De puberteit is aangebroken, maar het zijn ook nog echte kinderen. Je weet nooit wie je treft.
Vandaag zijn het kinderen. Ze doen een ruilspel en vragen of ik misschien het aangebroken pakje zakdoekjes of het zakje popcorn wil omruilen voor iets anders. Aan hun ogen zie ik dat ze de popcorn niet kwijt willen en ik doe natuurlijk net of ik daar wel zin in heb. Maar als ik toch het viezige pakje zakdoekjes kies, zijn ze stomverbaasd. 'Echt?' Ze zijn nog verbaasder als ze zien wat ze van me krijgen: een doosje pepermunt. Uit een kerstpakket uit het jaar 2013. De koning te rijk zijn ze. Gauw groeten ze me en ik doe de deur dicht. De heren blijven nog even staan overleggen. 'Zullen we nu naar huis toe gaan? Ik vind het wel best zo. Lekker man, popcorn en pepermunt!'
Ze ruilen toch nog even door, blijkt later.
Ik kom mijn leerling tegen in het dorp en vraag hoe het is afgelopen. Ja, goed. Ze waren snel gestopt toen ze een fles champagne van iemand kregen. Daar durfden ze niet mee aan te komen bij de mensen. Dus hadden ze de fles maar verstopt in een trappenhuis (lekker dan met al die alcoholisten in de buurt) en waren thuis film gaan kijken. Met popcorn en pepermunt natuurlijk.

dinsdag 25 oktober 2016

Drie fijne cadeautjes en heel veel kleine dingen die het doen, die het doen

1. Binnenkort verjaar ik weer. (VerHaren doe ik trouwens al een tijdje. Nou ja..., verharen, was dat maar waar. Er komt niets nieuws voor in de plaats. Ik geef de schuld maar aan de medicijnen. Het blijft balen...)
Ik had al een cadeautip, een lamp die ik gezien had in de Wereldwinkel. Maar toen bedacht ik dat ik van vorig jaar nog verjaarsgeld van mijn ouders voor een halve lamp in mijn potje had, dus kochten we de lamp vast.  De andere helft zou Grote Pol dit jaar dan geven. Dat voelt dan niet helemaal goed: op de zaken vooruitlopen. Maar toen bedacht ik dat ik ook nog van 2014 geld tegoed had, de andere helft van de lamp. Dus nu geniet ik legaal van het licht dat op mijn breiwerkje geworpen wordt.
Het gaat hier overigens vaker over lampen en lampen met fietsen erin verwerkt.  Ach, da's genetisch bepaald, denk ik.

2. Vorige week kreeg ik zomaar bijna € 2000,- van het UWV. Ook een tegoedje van vorig jaar. Erg leuk natuurlijk, vooral omdat ik verwachtte te moeten terugbetalen.

3. Vandaag nam een leerling heerlijke petit-fourtjes mee, ook zo'n cadeautje... We hebben gezellig zitten snoepen.

En verder probeer ik te genieten van de kleine dingen (herfstkleuren, blije leerlingen, frisse mandarijntjes, een wandelingetje, fietstochtje, een goed boek), maar het lijf werkt even niet mee.

woensdag 19 oktober 2016

Puberpol provoceert met Beethoven

Puberpol is negentien en, zoals zijn naam al doet vermoeden, nog niet geheel uitgepuberd. Provoceren is zijn grootste hobby en dat doet hij soms ook op een léuke manier, gelukkig.
Waren het eerst vette discodreunen uit de jaren 80, Kleine jongen van André Hazes, twintig varianten housemuziek (die hij allemaal kan onderscheiden) en onnavolgbare rapteksten die regelmatig door het huis schalden -muziek waarvan hij zeker weet dat wij die verafschuwen-, nu doordrenkt met enige regelmaat uit Beethovens negende het Allegro ma non troppo, un poco maestoso ons huis. 
Een stuk beter, dus. Bombastisch, dat wel, maar mooi bombastisch. Vind ik dan, Grote Pol niet, hij heeft een heel andere muzieksmaak. Grote Pol is verguld met de waardering die zijn muzikale (ahum) held vorige week kreeg uit Oslo. Iets met een Nobelprijs en iemand die liederen als David schrijft en ze als een ware Jeremia ten gehore brengt.

Gisteren deed Polletje er nog een schepje bovenop. Hij kwam thuis met een heus borstbeeldje van Ludwig. Dat staat nu tussen allerlei militaria, een nepskelet (overblijfsel uit zijn kindertijd) en stofnesten op een speaker te pronken.
Dat puberen duurt vast nog een tijdje, maar het komt wel goed. Morgen laat ik hem kennismaken met de Sabeldans van Khachaturian want een beetje variatie kan geen kwaad. Bovendien is het aanstekelijke opruim- en schoonmaakmuziek, twee vliegen in één klap.

maandag 17 oktober 2016

Ik lijk wel een echte huisvrouw

Als ons gootsteenkastje de spiegel is van onze huishouding, dan is het daarmee droevig gesteld. Het leeuwendeel van ons schoonmaakarsenaal staat, ligt of valt daar over elkaar. We rotzooien inderdaad maar wat aan. Ondanks het verjaardagscadeau dat ik Grote Pol gaf: Het grote poetsboek, van Diet Groothuis (aanrader!).

Een poosje geleden schreef ik op Facebook dat ik bijna een echte huisvrouw leek, toen het daar ook al over die pan ging. Maar ik bén helemaal geen echte huisvrouw. Grote Pol is hier de baas van de huishouding, hij voert het meeste werk uit. Zo af en toe vind ik dat iets beter moet, maar dan zegt hij dat ik het zelf moet doen en dan ben ik zo snel mogelijk weer héél tevreden met hoe het hier gaat. En heus, het is hier geen Jan Steen, schoon genoeg.

Maar nu is het vakantie en kriebelt er toch wel wat. Franca schreef hier over haar werkmateriaal en de kastruimte die ze daarvoor innam. Haar berichtje motiveerde me zowaar om ook weer eens de handen uit de mouwen te steken. Bescheiden, want het is vakantie en die heb ik echt nodig om bij te tanken. Maar elke dag een klusje moet te doen zijn. Een klusje dat anders nooit gedaan wordt, omdat Grote Pol dat soort karweitjes gewoon niet ziet. Testosteronblindevlekken zijn het.

Vandaag begin ik met het schoonmaken van alle lichtknopjes en stopcontacten en de dichtduwplekken op (kast)deuren en lades.

Wordt vervolgd.

vrijdag 14 oktober 2016

Eindelijk! Biefstuk met rodewijnsaus

Buurman B. poetste met zijn boor met staalborstelkop de laatste verwijderbare restjes uit mijn vakantieproject. (Ik schreef er hier en hier over.) Na nog een laatste schoonmaakronde zag ie er zo uit:


Een ware metamorfose. Helaas heb ik geen foto van de pan in zijn laagste staat, pikzwart met een dikke laag appelstroopachtig vet.
Vandaag behandelde ik de pan met olie en vuur. Ik moest 'm inbranden, nodig om aanbranden te voorkomen en daardoor verkleurde hij weer.
Vervolgens the proof of the pudding: biefstukken bakken, een rodewijnsaus in mekaar draaien en the eating daarvan natuurlijk. 


De saus ziet er niet uit, maar was wel lekker. De pan bakte als een zonnetje en we hebben smakelijk gegeten.

En nu? Terug naar af, in visueel opzicht. Maar wel een bruikbare pan rijker, ik denk dat ik er nog veel plezier van zal hebben.
Ik hoop wel dat mijn vegetarische burgertjes net zo lekker gaan smaken als de biefstuk...


zaterdag 8 oktober 2016

Heeft een virtueel pannetje soep zin?

Op mijn vorige bericht kreeg ik van Wieneke deze reactie:

Altijd als ik ergens op een weblog iets lees over de aandoening/ziekte van de eigenaar (m/v) dan voel ik me zo diep dankbaar dat ik niets heb. Nou ja, een paar kleinigheden, maar vergeleken met een ziekte zoals de jouwe is het absoluut NIETS. Tegelijkertijd vraag ik me dan af, wat je nu in een reactie moet zetten. Dat ik je moedig vind? Dat ik mijn pet afneem voor de manier waarop je kennelijk met de ellende omgaat en nog positief blijft ook? Ik denk dat je het meeste hebt aan lotgenoten. Maar kun je eens aangeven wat de gezonde mens nu het beste kan doen of zeggen tegen de zieke mens. Waarmee kun je nu echt iemand een beetje helpen? Als ik je buuf was dan zou ik de ramen voor je zemen of je voortuin aanharken of boodschappen doen of zo, maar wij bloggers wonen vaak te ver van elkaar en dan is dat niet mogelijk.

Ik wil wel proberen een antwoord te formuleren. Vooropgesteld: ik ben een rare. Wat ik fijn vind, vindt een ander misschien drie keer niks. 


Een vakantiehuisje dat beter is dan internet beloofde

U heeft vast wel eens ervaren dat een vakantiehuisje in het echt nogal tegenviel. Op de foto leek het ruim, zonnig en fris, in het echt kun je je kont niet keren, komt het licht van een ongezellige TL-buis en voel je met alle vezels in je lijf dat de huismijten eendrachtig hun behoefte doen in de slonzige matrassen.
Die omschrijving die ik gaf lijkt misschien op die foto van het vakantiehuisje, maar dan andersom. Uit de reacties blijkt dat veel mensen het heftig en naar vinden, terwijl ik juist dacht te schrijven dat het beter gaat. Behalve dan die vermoeidheid en dat ik er last van heb dat ik soms nog zoveel wil en niet kan. In het echt valt het leven met SLE dus mee. Mijn vakantiehuisje blijkt ruimer dan verwacht.

Heb ik dan zitten liegen of overdrijven? Nee, ook dat niet. Die vermoeidheid valt me zwaar. Ons leven wordt beperkt door mijn energieniveau, maar ons leven is ook inmiddels wel aangepast en dan heb je er dus niet zo vreselijk veel last meer van. Er zijn zat lichtpuntjes en, geen cliché, ik kan echt genieten van kleine dingen. Als ik daar niet te moe voor ben... 

De buurvrouw

Er zijn, ook bij u in de buurt, mensen die echt geholpen zijn met af en toe een pannetje soep, een was die opgehangen wordt of een wandelingetje met u. Oprechte aandacht. Doet u dat ook vooral! Mijn buurvrouw lapt mijn ramen niet. Dat hoeft ook niet, want ik heb een man die dat goed kan en er tijd voor heeft. En anders doe ik het zelf wel. Hier hoeft dat ook echt niet elke week te gebeuren. Van mijn spreekwoordelijke buurvrouw verlang ik geen medelijden, ik ben liever flink en stoer. Of: ik kom buitenshuis graag flink over. Ik laat me gewoon even niet zien of horen als het niet gaat. Ik wil dan dus vooral met rust gelaten worden.

In de begintijd, toen alles enorm zwaar, verdrietig en moeilijk was, kregen we ladingen kaartjes. Elke week stonden er weer verse bloemen en dat was fijn en goed.
Maar als dat altijd maar doorgaat, wat natuurlijk niet zo is, blijf je voortdurend geconfronteerd met je ziekte en met medelijden, wat niet constructief is. Het lijkt mij dat dat je ziekteacceptatie en een 'gezonde' aanpassing van leefstijl belemmert. Mij zou dat een reële kijk op de situatie in de weg hebben gestaan.
Mijn vriendinnen kennen mij wel. Ze weten inmiddels goed wat ik wel en niet kan en dat ik ook zelf kan vertellen wanneer iets te veel is of dat ik ergens hulp bij nodig heb. Ze staan naast me en dat is genoeg. Zij vegen dus ook mijn straatje niet.

Bloggers

Als ik op dit blog schrijf over mijn ziekte is dat anders dan wanneer ik thuis in mijn stoel hang en niemand wil zien of horen omdat ik zo moe ben. Bloggen doe je om iets te vertellen waar een ander wat aan heeft, omdat het fijn is iets van je af te schrijven of te delen en eerlijk gezegd ook een beetje om reacties te krijgen. Met een lezer heb je een heel andere verhouding dan met de buurvrouw (die zelfs nog nooit boodschappen voor me heeft gedaan).

Ik heb in de begintijd (ik ben in de week dat ik de diagnose kreeg gaan bloggen) vaak reacties gekregen waarin mensen mij virtueel wilden huggen. Dat woordgebruik doet me persoonlijk niet veel, maar het ontroert me wel dat mensen de moeite namen een reactie achter te laten. Reacties krijgen is altijd fijn, maar in zware tijden nog meer. Ook al is dat dan niet in een vorm die bij mijn rare persoontje past.
Een reactie met een vrijblijvend advies kan ook prettig zijn. 'Wietolie kan helpen', schreef iemand maandag. Had ik nooit aan gedacht, maar misschien is het gewoon best wel mieters, weet je wel?
Iemand sterkte wensen, zeggen dat je aan hem of haar denkt, dat je hem/haar moedig vindt, dat het je moeilijk lijkt, dat je wilde dat het anders was, etc. etc. is ook prima, toch? Ook dat is oprechte aandacht.
En mij persoonlijk, maar ik ben dus een rare, kun je blij maken met een goeie mop of grap. Maar ik weet ook dat dat een heel moeilijke opgave kan zijn voor een reageerder...

maandag 3 oktober 2016

Gaat het weer een beetje, mevrouw Purperpol?

Ergens hiernaast staat een leugen. Er staat dat het op dit blog niet altijd over SLE gaat. Het gaat hier bijna nooit over SLE. De laatste jaren in elk geval zeker niet. Sinds gisteren heb ik een nieuwe volger waarvan ik weet dat hij het ook heeft, dus ik dacht: laat ik eens een ouderwets SLE-blogje schrijven. Een updateje.

Wat SLE is, kunt u opzoeken. Een ingewikkelde auto-immuunziekte: het lichaam maakt zichzelf ziek.
Wat dat in de praktijk voor mij betekent kunt u hier lezen. Tussen de regels door van al die berichtjes die ik al schreef, maar nu dan ook een keer expliciet.
Bijna acht jaar geleden, na een mallemolen aan onderzoeken, werd die diagnose gesteld. Het was een zware tijd. De ziekte was actief, mijn nieren waren flink aangetast en dat veroorzaakte extreme vermoeidheid, allerlei vreemde gewrichtsontstekingen en een enorm ziek gevoel. Een batterij aan pillen slikte ik en dat mogen we zien als zegen van boven, het redde mijn leven.
Ik las in het patiëntenblad dat 11% van de SLE-patiënten fulltime bleef werken. Daar wilde ik bij horen. Kort gezegd: dat lukte van geen kanten.
In maart 2012 stopte ik met werken, noodgedwongen en wat was het goed. De ziekte was al veel minder actief, maar ik was op.
Inmiddels ben ik volledig afgekeurd, maar voel ik me veel beter dan toen. Vooral op vakantie (in een hutje op hei in Drenthe), als er helemaal niets hoeft. Dan voel ik me superwoman.
Vermoeidheid maakt de dagen keer op keer te lang. Doordeweeks werk ik, dat breekt de dag, omdat je wel móet, maar er zijn dagen in het weekend (bij mij vanaf vrijdag) waarin ik niet veel meer doe dan boodschappen, koken en naar de kerk gaan (verdeeld over drie dagen dus). En lezen en breien.
Maar het is niet altijd vakantie en er blijven zo wat dingetjes waar ik behoorlijk veel last van blijf hebben. Vermoeidheid bijvoorbeeld. En het gevoel dat je je niet moe zou moeten voelen. En de wil om niet moe te zijn.

Deze vermoeidheid is anders dan moeheid. Moeheid is vaak op te lossen door vroeg naar bed te gaan. Deze vermoeidheid wakkert de hoop aan dat een ander even thee voor je inschenkt. Je fiets in de berging zet. Een uurtje niets tegen je zegt en niet te veel heen en weer loopt. Dat er een automatische schuifdeur is in plaats van een duwdeur.
Gelukkig gaat het vaak echt wel beter, maar toevallig was het gisteren dus zo'n dag en dan krijg je zo'n zwartgallige beschrijving...

Nu ligt die vermoeidheid deels in de activiteit van de ziekte, maar ook in het slechte slapen. Overal om me heen hoor ik die klacht en ik heb er helaas ook last van. Ik denk dat het bij mij vooral ligt aan een enorme prikkelgevoeligheid. Ik slaap licht, hoor, net als ik meen  de vrouw van Maarten 't Hart, de spinnen op zolder struikelen over hun poten. Ik hoor Polletje veel te laat op zijn tenen thuiskomen en dan hoor ik ook dat hij weer eens niet zijn tanden poetst. Ik hoor de krantenman, de regen, de wind, de laatste vogel en de eerste vogel, ik hoor de stilte en de rust en ik ben klaarwakker. Vaak urenlang.
Ik slikte een maandje Dr. V.ogels Dormeasan Forte, maar eerlijk gezegd hielp dat niet. Ik wil er best een beetje in geloven, maar dit is zinloos. De drempel om de stap naar slaapmiddelen te zetten is te hoog.

Dat slapen is dus nog een puzzeltje. Maar verder mag ik heel tevreden en dankbaar zijn. Van het merendeel van de verschijnselen in dat lijstje hierboven heb ik geen tot weinig last meer.

Samengevat: 'Het gaat goed, dank u. En met u?'

vrijdag 30 september 2016

Uit de praktijk: adverteren

Een eigen bedrijfje hebben vind ik leuk. Ik kan doen waar ik goed in ben, waar ik van hou, ik kan studeren en leer elke dag weer iets nieuws, ik maak kinderen en ouders blij en ook nog op tijden die mij uitkomen. Maar er zitten ook minder leuke kanten aan.
Administratie bijhouden bijvoorbeeld. Belastingaangifte doen. Reclame maken. Netwerken. Bedrijven afpoeieren die jou

  • kopieermachines,
  • koffieautomaten,
  • energie,
  • schoonmakers,
  • grotere bedrijfsruimte,
  • computers,
  • pennen,
  • flyers,
  • spandoeken,
  • auto's en
  • levensgrote advertenties in kranten willen verkopen.


En dat wil ik allemaal niet. Adverteren doe ik zelluf wel. Bijvoorbeeld met een eenvoudige marktplaatsadvertentie en een facebookpagina die bijna niemand liket (omdat ik er zelden iets nieuw opzet, maar dat komt dus omdat ik zo weinig likes heb).

Sinds een tijdje word ik om de paar maanden gebeld door een magazine dat aan elkaar hangt van advertorials en verspreid wordt in een voor mij veel te grote regio. Ze hebben lucht van mij gekregen en proberen me telkens zover te krijgen dat ik tegen betaling geïnterviewd word. Ze geven themanummers uit en bedenken soms de raarste kronkels om een piepklein praktijkje voor remedial teaching daarin te betrekken. Volgende maand is het borstkankermaand en ik werd gebeld of ik wel een artikeltje wilde waarin ik zou uitleggen wat ik kan betekenen voor ouders die ziek zijn, zodat de kinderen tóch nog dingen kunnen leren. Pardon?
Een vorige keer was het thema opvoeding. Ze wilden een stukkie over welke rol remedial teaching daarin speelt. Uhm, nou, nee. Dan kun je net zo goed iets schrijven over de rol die de pianostemmer daarin speelt.
Straks gaan ze me voor het kerstnummer vragen of ik maar even wil vertellen wat mijn praktijk had kunnen betekenen voor de herdertjes in het veld. Ja, want die waren toch ook ongeletterd?

Nee, ik adverteer zelf wel. En ik krijg op die marktplaatsadvertentie heus weleens een reactie:

maandag 26 september 2016

Vergeten

Hebt u dat ook?

Dat als iemand jarig wordt, u de hele tijd denkt: káártjesturenkáártjesturen, maar het vergeet te doen op de dag vóór de verjaardag en er pas weer aan denkt als zo iemand minimaal een week geleden verjaarde.

Dat er bij verre vrienden of vage kennissen een schattig baby'tje geboren is en u wil op kraambezoek met een  rompertje maat 50/56 met de naam van de schattige baby die u er eigenhandig creatief opgestempeld heeft. En als u dan komt dat dan dat baby'tje dankzij de borstvoeding alweer minimaal zijn of haar geboortegewicht heeft verdubbeld en echt wel toe is aan maatje 68?

Dat u in februari de mand met tijdschriften opruimt en dan weer dat blad met de foto van het gemakkelijke en sfeervolle kerststuk ziet dat u in december had willen maken als u er maar aan gedacht had?

Dat u rond Pasen nog gauw een zak chocolade pepernoten-bijna-over-de-datum zit leeg te eten?

Dat u met Kerst paaseitjes-houdbaar-tot-september-dat-jaar wegwerkt?

Dat u 's morgens alvast het beddengoed in de was doet en er 's avonds laat, half bewusteloos, achterkomt dat het bed nog kaal is?

Dat u 's morgens bij het opstaan nog van plan was vandaag op de lijn te letten, maar bij het ontbijt alweer volvette kaas zit te eten en stiekem bij het smeren al een extra plakje afgeschaafd en in uw mond gestoken hebt?

Dat u een grappig einde had bedacht voor dit berichtje, maar bij het schrijven dit weer helemaal vergeten bent, waardoor het nogal abrupt eindigt.

maandag 19 september 2016

Uit de praktijk: lezen

Lezen en buitenspelen, beide activiteiten zouden kinderen tenminste een halfuur per dag moeten doen. Buiten schooltijd om. In de praktijk zie ik kinderen die dat nooit doen. Die zitten achter de computer en spelen een game waarbij ze dénken dat ze buitenspelen (oorlogje spelen of racen) en dénken dat ze lezen - de Engelse ondertiteling, zo af en toe een zinnetje.
Ik probeer ze dus te verleiden om wél te gaan spelen en ook te gaan lezen. '25 boeken per jaar,' zeg ik dan. Daar schrikken ze van. Dat lijkt ze ondoenlijk. "Maar het is maar één boek per twee weken. Ik las vroeger minimaal vier boeken per week. Ik weet nog dat ik het oneerlijk vond van de bibliotheekjuffrouw dat ik de geleende (en gelezen) boeken niet binnen twee dagen mocht omruilen. Dus ging ik nog wat meer buitenspelen. Dat was ook leuk."
Van zo'n verhaal van mij valt hun mond open.


Een van de middelen die ik gebruik is deze Leesbingokaart, gemaakt door een mij onbekende enthousiaste moeder. Klik hier voor de bron.
Die kaart gaf ik aan een gewiekst kereltje van negen dat zo zijn eigen maniertjes had om mijn opdrachten uit te voeren. Zijn moeder is Russisch, hij is geboren en een paar jaar getogen in Amerika en op begrijpend lezen en woordenschat scoorde hij slecht. Dan kun je allerlei oefeningen doen en allerlei wijsheid erin pompen, maar het beste is dat zo'n kind gewoon heel veel gaat lezen.
Mijn opdracht was: elke dag minstens tien minuten lezen, telkens op een andere manier. Dan mag je het plaatje dat erbij hoort kleuren en als je kaart vol is mag je een cadeautje grabbelen.
Wat deed de smiecht?
Tien minuten in het donker
voorlezen aan zijn babybroertje
op de trap
met een zaklamp
en een pet op
en een snoepje in zijn mond.
Hij had ook nog z'n pyjama aan kunnen trekken en nog zo het een en ander kunnen combineren. Binnen een uurtje was zijn kaart vol. Wat is dan een pedagogisch verantwoorde reactie? Wel of niet laten grabbelen?

Nu heb ik laatst gelezen dat uit een Fins onderzoek bleek dat gezond eten (veel groente en fruit, noten, volkorengranen, weinig rood vlees, suiker en vet) ook goede invloed heeft op de leesvaardigheid.

Nu moeten die arme leerlingen van mij dus én buiten spelen, én lezen, én gezond eten, én graag op tijd naar bed, én liefst ook nog een muziekinstrument bespelen. Wat een verarming van hun leven. (Grapje!!!!)

donderdag 15 september 2016

Pan 2 / schoonmaakazijn-erlebnis

Na het schrijven van het vorige berichtje kreeg ik een hernieuwd fanatisme over me en tegelijkertijd een lumineuze ingeving. Ik zou de pan in schoonmaakazijn kunnen laten weken. Afgedekt met een lading keukenpapier. Dat gaf een verbluffend resultaat. 'Moet je zien wat er nog vanaf komt!' riep ik extatisch na het eerste experiment. Grote Pol haalde zijn schouders nog net niet zichtbaar op.



Ik vervolmaakte de techniek met oude theedoeken en postelastieken.


Voorlopig eindresultaat:



Weet u, zo'n pan prikkelt mij. Weggooien is me te makkelijk, het was een pan van mijn enige zwager, en ik zie het als een fijne uitdaging. Om relaxed te worden kan ik wel gaan haken, dat doe ik overigens ook, maar daarbij ontstaat nooit zo'n briljante schoonmaakazijnerlebnis. Ik raak relaxed van iets met mijn handen doen en dan ook nog mijn hersens op een heel andere manier dan normaal te laten fladderen.

Hierna nog een behandeling met Biotex (dank voor de tip, mrs. H. te B.) en dan is het echt klaar. Ik vermoed dat ik hem dan heel snel in moet smeren met olie, want als ie droog is, verschijnt er binnen no time een bruinig roestlaagje. En dan probeer ik er een biefstukje in te bakken. Zul je net zien dat ie waardeloos bakt.