Uitgelezen 2019

vrijdag 30 september 2016

Uit de praktijk: adverteren

Een eigen bedrijfje hebben vind ik leuk. Ik kan doen waar ik goed in ben, waar ik van hou, ik kan studeren en leer elke dag weer iets nieuws, ik maak kinderen en ouders blij en ook nog op tijden die mij uitkomen. Maar er zitten ook minder leuke kanten aan.
Administratie bijhouden bijvoorbeeld. Belastingaangifte doen. Reclame maken. Netwerken. Bedrijven afpoeieren die jou

  • kopieermachines,
  • koffieautomaten,
  • energie,
  • schoonmakers,
  • grotere bedrijfsruimte,
  • computers,
  • pennen,
  • flyers,
  • spandoeken,
  • auto's en
  • levensgrote advertenties in kranten willen verkopen.


En dat wil ik allemaal niet. Adverteren doe ik zelluf wel. Bijvoorbeeld met een eenvoudige marktplaatsadvertentie en een facebookpagina die bijna niemand liket (omdat ik er zelden iets nieuw opzet, maar dat komt dus omdat ik zo weinig likes heb).

Sinds een tijdje word ik om de paar maanden gebeld door een magazine dat aan elkaar hangt van advertorials en verspreid wordt in een voor mij veel te grote regio. Ze hebben lucht van mij gekregen en proberen me telkens zover te krijgen dat ik tegen betaling geïnterviewd word. Ze geven themanummers uit en bedenken soms de raarste kronkels om een piepklein praktijkje voor remedial teaching daarin te betrekken. Volgende maand is het borstkankermaand en ik werd gebeld of ik wel een artikeltje wilde waarin ik zou uitleggen wat ik kan betekenen voor ouders die ziek zijn, zodat de kinderen tóch nog dingen kunnen leren. Pardon?
Een vorige keer was het thema opvoeding. Ze wilden een stukkie over welke rol remedial teaching daarin speelt. Uhm, nou, nee. Dan kun je net zo goed iets schrijven over de rol die de pianostemmer daarin speelt.
Straks gaan ze me voor het kerstnummer vragen of ik maar even wil vertellen wat mijn praktijk had kunnen betekenen voor de herdertjes in het veld. Ja, want die waren toch ook ongeletterd?

Nee, ik adverteer zelf wel. En ik krijg op die marktplaatsadvertentie heus weleens een reactie:

maandag 26 september 2016

Vergeten

Hebt u dat ook?

Dat als iemand jarig wordt, u de hele tijd denkt: káártjesturenkáártjesturen, maar het vergeet te doen op de dag vóór de verjaardag en er pas weer aan denkt als zo iemand minimaal een week geleden verjaarde.

Dat er bij verre vrienden of vage kennissen een schattig baby'tje geboren is en u wil op kraambezoek met een  rompertje maat 50/56 met de naam van de schattige baby die u er eigenhandig creatief opgestempeld heeft. En als u dan komt dat dan dat baby'tje dankzij de borstvoeding alweer minimaal zijn of haar geboortegewicht heeft verdubbeld en echt wel toe is aan maatje 68?

Dat u in februari de mand met tijdschriften opruimt en dan weer dat blad met de foto van het gemakkelijke en sfeervolle kerststuk ziet dat u in december had willen maken als u er maar aan gedacht had?

Dat u rond Pasen nog gauw een zak chocolade pepernoten-bijna-over-de-datum zit leeg te eten?

Dat u met Kerst paaseitjes-houdbaar-tot-september-dat-jaar wegwerkt?

Dat u 's morgens alvast het beddengoed in de was doet en er 's avonds laat, half bewusteloos, achterkomt dat het bed nog kaal is?

Dat u 's morgens bij het opstaan nog van plan was vandaag op de lijn te letten, maar bij het ontbijt alweer volvette kaas zit te eten en stiekem bij het smeren al een extra plakje afgeschaafd en in uw mond gestoken hebt?

Dat u een grappig einde had bedacht voor dit berichtje, maar bij het schrijven dit weer helemaal vergeten bent, waardoor het nogal abrupt eindigt.

maandag 19 september 2016

Uit de praktijk: lezen

Lezen en buitenspelen, beide activiteiten zouden kinderen tenminste een halfuur per dag moeten doen. Buiten schooltijd om. In de praktijk zie ik kinderen die dat nooit doen. Die zitten achter de computer en spelen een game waarbij ze dénken dat ze buitenspelen (oorlogje spelen of racen) en dénken dat ze lezen - de Engelse ondertiteling, zo af en toe een zinnetje.
Ik probeer ze dus te verleiden om wél te gaan spelen en ook te gaan lezen. '25 boeken per jaar,' zeg ik dan. Daar schrikken ze van. Dat lijkt ze ondoenlijk. "Maar het is maar één boek per twee weken. Ik las vroeger minimaal vier boeken per week. Ik weet nog dat ik het oneerlijk vond van de bibliotheekjuffrouw dat ik de geleende (en gelezen) boeken niet binnen twee dagen mocht omruilen. Dus ging ik nog wat meer buitenspelen. Dat was ook leuk."
Van zo'n verhaal van mij valt hun mond open.


Een van de middelen die ik gebruik is deze Leesbingokaart, gemaakt door een mij onbekende enthousiaste moeder. Klik hier voor de bron.
Die kaart gaf ik aan een gewiekst kereltje van negen dat zo zijn eigen maniertjes had om mijn opdrachten uit te voeren. Zijn moeder is Russisch, hij is geboren en een paar jaar getogen in Amerika en op begrijpend lezen en woordenschat scoorde hij slecht. Dan kun je allerlei oefeningen doen en allerlei wijsheid erin pompen, maar het beste is dat zo'n kind gewoon heel veel gaat lezen.
Mijn opdracht was: elke dag minstens tien minuten lezen, telkens op een andere manier. Dan mag je het plaatje dat erbij hoort kleuren en als je kaart vol is mag je een cadeautje grabbelen.
Wat deed de smiecht?
Tien minuten in het donker
voorlezen aan zijn babybroertje
op de trap
met een zaklamp
en een pet op
en een snoepje in zijn mond.
Hij had ook nog z'n pyjama aan kunnen trekken en nog zo het een en ander kunnen combineren. Binnen een uurtje was zijn kaart vol. Wat is dan een pedagogisch verantwoorde reactie? Wel of niet laten grabbelen?

Nu heb ik laatst gelezen dat uit een Fins onderzoek bleek dat gezond eten (veel groente en fruit, noten, volkorengranen, weinig rood vlees, suiker en vet) ook goede invloed heeft op de leesvaardigheid.

Nu moeten die arme leerlingen van mij dus én buiten spelen, én lezen, én gezond eten, én graag op tijd naar bed, én liefst ook nog een muziekinstrument bespelen. Wat een verarming van hun leven. (Grapje!!!!)

donderdag 15 september 2016

Pan 2 / schoonmaakazijn-erlebnis

Na het schrijven van het vorige berichtje kreeg ik een hernieuwd fanatisme over me en tegelijkertijd een lumineuze ingeving. Ik zou de pan in schoonmaakazijn kunnen laten weken. Afgedekt met een lading keukenpapier. Dat gaf een verbluffend resultaat. 'Moet je zien wat er nog vanaf komt!' riep ik extatisch na het eerste experiment. Grote Pol haalde zijn schouders nog net niet zichtbaar op.



Ik vervolmaakte de techniek met oude theedoeken en postelastieken.


Voorlopig eindresultaat:



Weet u, zo'n pan prikkelt mij. Weggooien is me te makkelijk, het was een pan van mijn enige zwager, en ik zie het als een fijne uitdaging. Om relaxed te worden kan ik wel gaan haken, dat doe ik overigens ook, maar daarbij ontstaat nooit zo'n briljante schoonmaakazijnerlebnis. Ik raak relaxed van iets met mijn handen doen en dan ook nog mijn hersens op een heel andere manier dan normaal te laten fladderen.

Hierna nog een behandeling met Biotex (dank voor de tip, mrs. H. te B.) en dan is het echt klaar. Ik vermoed dat ik hem dan heel snel in moet smeren met olie, want als ie droog is, verschijnt er binnen no time een bruinig roestlaagje. En dan probeer ik er een biefstukje in te bakken. Zul je net zien dat ie waardeloos bakt. 

dinsdag 13 september 2016

Pan

Op de eerste zaterdagmiddag van mijn lange zomervakantie vatten we moed om de berging weer eens op te ruimen. Onze berging is een schuur waar veel dingen staan en liggen onder het motto: we weten niet wat we ermee moeten, maar wegdoen kunnen we niet.
Zo stond er al 21 jaar een pan van wijlen mijn zwager. Die hield wél van biefstukjes bakken, maar níet van afwassen, zullen we maar zeggen.

We dachten dat het een zwarte gietijzeren pan was en we dachten ook dat de Polletjes daar ooit, als ze op kamers gingen, wel in wilden bakken. Maar dat wilden de Polletjes helemaal niet. "Nee, echt niet. En ook later niet, mama. Nu niet, nooit niet." Begrijpelijk, want het ding was te vies om vast te pakken en Polletjes kunnen nog steeds niet goed vooruitzien vanwege hun nog onvolgroeide prefrontale kwabdinges.

Bij het opruimen van die berging pakten we de pan dus wél vast en toen was de vraag: wegdoen, bewaren of gebruiken? Om d'een of d'andere reden kozen we voor gebruiken. We dachten dat een sopje wel zou helpen. Van het sopje werd hij 1% schoner. Ongeveer. Toen in een bak met kokendheet water en soda. Dat hielp weer 2%. Nog 97% te gaan. Je kon 'm weer vastpakken zonder het idee te hebben dat iemand stiekem appelstroop op je handen gesmeerd had. 


Zo'n brillosponsje hielp ook nog wat, er kwam zowaar her en der iets blinkends tevoorschijn. 95%. 
Ik werd fanatiek, droomde er 's nachts van en nu moest en zou die hele pan coûte que coûte millimeter voor millimeter schoongeschraapt worden.
Daar ben ik dus tijden mee bezig geweest. Ik gebruikte er de hele vakantie voor. Het werkt enorm ontspannend. Even op het balkon zitten poetsen, handdoek op schoot, gedachten op nul, blik op de pan. Met een mesje, een schuurlapje, ovenreiniger, een staalborstel en huishoudhandschoenen. Ik had geen idee of ik er eigenlijk allerlei dure speciale lagen ervan afkrabde.

Maar nu is de vakantie voorbij en ligt die pan nog steeds op ons balkonnetje. Voor pak 'm beet 50% schoon. En ik heb er helemaal geen zin meer an. Zo gaat dat bij mij. Bloedfanatiek, tot ik merk dat ik gekkenwerk zit te doen. Precies zoals het met afvallen en sporten gaat. Maar het was een fijn projectje. Zeer ontspannend.


Mocht u ook behoefte hebben aan zo'n panachtig project: in onze berging zijn nog meer van dit soort voorwerpen te vinden. Voorwerpen waarvan we tevergeefs dachten en denken dat ooit de Polletjes er wel behoefte aan zouden hebben. U bent van harte welkom. 

woensdag 7 september 2016

Was ik toch al bijna oma geweest...

Afbeeldingsresultaat voor speelboek amersfoortBij deze winkel in Amersfoort liepen Grote Pol en ik ons te vergapen aan al die leuke spulletjes en mooie boeken. In een speelhoekje stond een laag tafeltje met een houtentreinopstelling. Zo’n stuk artistiek verantwoord rechtsdraaiend biologisch speelgoed, waar de Polletjes vroeger niet veel aan vonden, want die wilden de felgekleurde duplotrein en al heel snel daarna de volautomatische elektrische legotrein. Terwijl ik nog zo gehoopt had op kindertjes die uren tevreden konden spelen met wat blokken en stokjes, een doekje en een zinken emmertje. En een houten trein.

Er stapte een jongetje van bijna 4 de winkel binnen. Toen hij de trein zag, was hij helemaal verrukt. Hij ging op zijn knietjes bij het tafeltje zitten en vroeg aandoenlijk: ‘Mag ik met de tlein spelen, mama? Mama, ik ga met de tlein spelen, oké? Goed mama? Ik ben hier, dan kun jij boekjes uitzoeken, oké?’ Vervolgens ging dat jongetje echt zó goed spelen (en ik kan het weten want ik ben kleuterjuf geweest), dat iedereen in de winkel vertederd raakte.
Ondertussen snuffelden we verder. De moeder van het jongetje ook, ze was op zoek naar een boek over een kind dat jarig wordt, net als haar zoontje. Wij waren nergens naar op zoek, maar vonden van alles. Maar we hebben geen kleine jongetjes meer thuis en dus verzuchtte ik dat het tijd werd om opa en oma te worden. Dat meende ik niet echt – ik moet er nog niet aan denken -, maar u begrijpt wat ik bedoel. Dat begreep de moeder van het jongetje ook. Ze wilde haar zoontje wel uitlenen, want hij had maar één oma, daar konden wij nog best wel bij. Ik zei nog dat ik het haar zoon zo’n leukerdje vond en dat ik best zijn oma wilde worden, maar toen liepen we de andere kant op en liep het gesprekje op niets uit.
Toch nog een spelen-met-een-houten-treinfoto gevonden!
Zo jammer. Was ik toch al bijna oma geweest… 

vrijdag 2 september 2016

Uit de praktijk: pas

Ik heb er nooit veel over geschreven, maar wil dat nu af en toe wel gaan doen: mijn werk. Ik heb een eigen praktijkje voor remedial teaching. Dat houdt in dat per week zo'n acht kinderen van mij hulp krijgen bij met name leerproblemen.
Afbeeldingsresultaat voor metriek stelsel cartoonZo heb ik een koppeltje leerlingen dat moeite heeft met het metriek stelsel. U weet wel: hectares, kiloliters, decigrammen en meer van dat lekkers.
Weet u bijvoorbeeld hoeveel cm² in een dam² passen en, erger nog, hoeveel dam² er dan in een mm² past? Ik bedoel maar. In groep 8 moeten ze dat dus kunnen uitrekenen.
Veel volwassenen hebben daar ook moeite mee, maar die komen niet bij mij. Die komen op tv, bijvoorbeeld bij Chef in je oor. Dat is een kookprogramma waarbij een Bekende Nederlander de aanwijzingen van een topkok moet opvolgen en zo in een ultiem bloeddrukverhogend stressprogramma een uiterst ingewikkeld gerechtje maakt. Dat hoeven groepachters gelukkig niet te kunnen, want ik vind een simpele gehaktbal al een onoverdraagbare vaardigheid. Bij dat programma verschieten die BN'ers al van kleur als ze 50 cl slagroom moeten afmeten. Daar draaien mijn groepachters hun hand niet meer voor om.

Deze week was ik met een leerling met een kleine woordenschat en zeer beperkte algemene kennis aan het begrijpend lezen. Om haar voor te bereiden op de tekst wilde ik haar voorkennis activeren. Dat is onderwijsjargon, maar in dit geval begrijpelijk. Het meisje kijkt elke dag naar De slimste mens, dus vroeg ik met de intonatie van Philip Freriks: 'Wat weet je van.... slapende voeten?' En onmiddellijk, zonder na te denken, riep ze triomfantelijk: 'Pas!'.
Beste mensen, daar kan ik dan zo'n ontzettende lol om hebben. Heerlijk werk!