Uitgelezen 2019

zaterdag 25 januari 2020

Van mattenkloppers en een grijze, grijze dag

Het had zo'n mooi verhaal kunnen worden. Het tranentrekkendste verhaal van W.G. van der Hulst zou er niets bij zijn. Een verhaal dat zich zou afspelen in de striemende regen, of nee, mooier nog, met knerpende sneeuw onder mijn versleten schoenen (met gaten erin) en een zachte sneeuwbui met dansende vlokjes die over zou gaan in een woeste sneeuwstorm.
Maar vanmiddag was het grijs weer, zonder veel wind, en zeker niet bitter, bitter koud.

Het had een verhaal kunnen worden over een lange, kronkelige zandweg, met karrensporen en hoefgetrappel. Voorbijrijdende koetsjes met giechelende meisjes van adel en een norse koetsier, hondenkarren met ferme jongens met een zweepje en een enkele boer met kruiwagen.
Ik reed weliswaar over zandwegen, maar dan met bandensporen van de SUV's en de stationwagens van de importbevolking die de oude vervallen keuterstulpjes al jaren geleden omtoverden in moderne comfortabele woonboerderijen met loft en carport en ingebouwde sauna.

Het had een verhaal kunnen worden over bezembinders, touwslagers en wagenmakers, maar ik kwam ze niet tegen. Wel kwam ik langs Gertje, die elk gewenst fiets-, brommer- of scooteronderdeel altijd moeiteloos kan vinden in zijn enorme brikkenberg.

Een stoomlocomotief met meterslange zwarte rookpluimen had ook zo mooi geweest, op het oude kippenlijntje. U moet het doen met een wazige Stadler-Flirt, die bijna geruisloos voorbij zoefde.

Ah, maar in dit verhaal zit dan weer wel een echte draaiende molen, sprokkelhout en klepperende klompjes. Want in het dorpje waar ik een mattenklopper ging kopen, lopen de kinderen nog regelmatig op klompjes. Niet op kinderkopjes, maar klepperen doen ze ook op een gewone stoep. En ik hoorde ze wel, maar zag ze niet en ik had toch ook geen foto durven maken, want ik ben een verslaggever van niks.


Weet u wat? Er zit ook een echte mistroostige ezel in het verhaal. Een ezel met een verdrietige voorgeschiedenis die hij mij zachtkens snuif-balkend toevertrouwde. En in zijn lieve ogen kon ik het allemaal zo voor me zien.

Het flakkerende kaarslicht en de rokende schoorsteen ontbreken hier nog, maar ziet nu toch, hoe deze (pannenkoek)boerderij met haar fleurige rode luiken en gastvrije ontvangst een baken van hoop had kunnen zijn op mijn barre tocht, waar ik mijn natte voeten had
kunnen drogen aan het zacht knapperende haardvuur! En waar ik een kroes warme anijsmelk toegeschoven zou krijgen, om daar mijn bevroren handen omheen te krullen. Och, het had zo mooi kunnen zijn.


Het is wel een verhaal, waarin eigenlijk niets gebeurt, maar dat begreep u al, over een tocht naar een piepklein winkeltje verder, alsmaar verder, in een dorp twee uur gaans van ons knusse huisje. Een piepklein boordevol winkeltje waar ze nog mattenkloppers verkopen. En honderden klompen (naar wens beschilderbaar), allerhande handwerkartikelen, beugeltasjes, boerenkielen, klep- en kniebroeken, bretels en wat al niet. Een winkeltje in de vorm van een C, om het woongedeelte heen gevlijd. Zo'n nerinkje dat al eeuwen bestaat en ook al eeuwen met straffe hand geleid wordt door een kranig oud vrouwtje, zo'n heel oud vrouwtje, beetje krom, klein, knotje dat alles in de smiezen houdt. U ziet haar vast voor zich (ik had zo graag een foto van haar willen maken, maar ik durfde alweer niet).
Dat is mijn fiets, daar!


En hier eindigt dit verhaal dan abrupt. Want thuisgekomen bleek onze oude mattenklopper nog gewoon in de kolenkast te liggen.
Och, het had zo mooi kunnen zijn...
Maar wie weet? Misschien ga ik de klopper binnenkort wel ruilen en heel, héél misschien is het dan wél W.G.-van-der-Hulst-weer...

maandag 20 januari 2020

Portret

Voor wie niet (meer) precies weet hoe ik eruitzie:


Deze is gemaakt door I., mijn jongste leerling. 't Is een creatieve, hoor. Niet dat hij zo goed kan tekenen, maar hij kan wel heel goed oplossingen bedenken. Spreekt met een flink spraakgebrek en is nog niet zo lang in Nederland. Maar met handen, voeten en veel mimiek komen we er best samen uit.
Nog zo'n creatieve oplossing van hem. We deden een spelletje over lichaamsdelen. Hij trok een kaartje waar een rug opstaat. Die rug moest hij vervolgens aangeven op het silhouet van een mensfiguur en dan moest ik raden wat het was. Wat doet die slimmerik? Tekent 'm op de achterkant van het papier! Ik was even niet zo alert, had werkelijk geen idee wat ie nou weer aan het doen was. Een lol dat ie had!

Genieten, hoor, zo'n leerling!

donderdag 16 januari 2020

Glimlachgarantie / Naar de lijkenknipper

Vorige week is mijn lieve vader voor het eerst in zestig jaar naar de kapper geweest! Al die tijd knipte mijn moeder hem, maar dat lukt nu helaas niet meer.
Het is wel een hele metamorfose. Zo zag zijn kapsel er in juli uit:


Zo een jaar of 20 geleden:
En nu zo:


(Telkens als ik dit filmpje bekijk, krijg ik een grote glimlach op mijn gezicht. U vast ook...)
Mijn moeder vindt het maar kort en netjes. Ze houdt wel van mannen met lange, woeste haren.

Vroeger, voor hun huwelijk, dat binnenkort van diamant genoemd gaat worden, ging mijn vader wel naar de kapper. Als jochie moest je dan altijd netjes op je beurt wachten. Volwassen mannen gingen altijd voor. Maar toen hij een jaar of twaalf, dertien was, had hij een kapper vlakbij gevonden, in de wijk waar het ziekenhuis stond, waar hij zonder wachten snel geknipt werd. Dat vond zijn moeder wel wat, toen hij haar dat vertelde. Waarschijnlijk was de prijs ook in orde, want oma was nogal op de centjes. Maar ome Karel wist dat het hier om een lijkenknipper ging. Een kapper die in het ziekenhuis het haar van de pas overledenen netjes kapte.
Mijn vader moest voortaan bij de oorspronkelijke kapper weer netjes wachten op zijn beurt, tot alle heren geweest waren.

zaterdag 11 januari 2020

Losse gedachteflard - Trui

Ik dacht in de winkel dat ik te verlegen óf traag van begrip óf wereldvreemd ben. Ik denk het laatste. Dat kwam zo:
In de opruiming zag ik een mooie trui. Die wilde ik wel passen, voor de gelegenheid. Ik hou niet van passen, maar ook niet van twintig kilometer fietsen, alleen maar om een niet passende trui terug te brengen. In het pashokje zag ik al meteen dat het niets was. Ik trok de boel weer uit en aan en deed het gordijn open. Metéén schoot de verkoopster op me af: 'Is het gelukt, mevrouw?' Ik vond het een rare vraag - alsof ik mezelf niet zou kunnen aan- en uitkleden -, - in mijn hoofd was ik nog in dat pashokje - en zei weifelend: 'Uhh, ja...?' Ze pakte de trui en hanger uit mijn handen en ik mompelde nog dat de trui binnenstebuiten zat. 'O, dat is niet erg, hoor,' zei ze en ze vervolgt direct: 'Wilt u even verder kijken, dan leg ik hem bij de kassa.' Ik zei overrompeld en nog weifelender: 'Uhhh...Nee,' en liep zo de winkel uit, terwijl zij de trui bij de kassa legt.
Wie is hier nou gek? Waarom vraagt ze niet of de trui naar wens was? Waarom zeg ik niet gewoon dat ik die trui helemaal niet wil kopen en loop dan pas weg?
Ik weet nu waarom ik niet van passen hou. Niet goed voor mijn zelfbeeld.

vrijdag 10 januari 2020

Losse gedachteflard - Hoest

Ik dacht daarnet dat ik toch eens moet informeren naar de gezondheid van de buurman. 'Hoe 's 't, buurman?'
Dat kwam zo:
Tot voor een paar maanden geleden keek de buurman altijd bij ons naar binnen als hij langsliep, met z'n hoofd 90 graden gedraaid. Dan zeiden wij beleefd: 'Dag, buurman!' of iets uitdagender: 'Voor je kijken, buurman.' Hoorde hij toch niet.
De laatste maanden kijkt hij niet meer, maar hoest hij als hij langsloopt, precies voor ons huis. Alsof wij het uitlokken. Nu horen wij hém dus wel.
Zou het iets psychisch zijn? Doorloopt hij een veranderingstraject door alternatief gedrag aan te leren? Hoest hij gewoon even lekker uit voor hij de sleutel in het slot steekt of nadat hij de deur achter zich dichttrok?
Of moet ik me echt zorgen gaan maken om zijn gezondheid?

donderdag 9 januari 2020

Losse gedachteflard - snavelkracht

Heel lang geleden was het bitterkoud in Nederland. Vorige week donderdag of zo. En toen dacht ik aan snavelkracht.
Dat kwam zo:
Ik fietste door de regen. De straten waren verlaten, want het was erg koud en nat. Opeens viel er uit het niets een halve oliebol uit de lucht, die  keihard (oudbakken) op mijn jas stuiterde en op de natte straat in brokken uiteenviel. Wát een gewicht voor zo'n klein vogelbekkie! Er vliegen hier geen meeuwen, moet eerder een merel zijn geweest. Die zal veel minder snavelkracht hebben dan een grote vogel.
Ik vind het al lastig om een pen langer dance een paar seconden per mond te vervoeren. Ik zou een snertvogel zijn.

vrijdag 3 januari 2020

Mysterie in kruipruimte

Vooralsnog blijft het een raadsel wat zich precies in de kruipruimte van Huize Pollenstein heeft afgespeeld, maar alles duidt op een onfrisse zaak. 
Bij het leegruimen van deze sinistere en naargeestige ruimte, die via een luik in de berging te bereiken is, stuitte de vrouw des huizes op een krat vol babyspulletjes die ruim twintig jaar geleden onnadenkend 'in het gat' moet zijn geschoven. De indertijd met veel liefde en zorg gewassen, gestreken en verpakte lakentjes, rompertjes en spuugdoekjes waren bedekt met mysterieuze roodbruine spetters (die ook na heet wassen niet verdwenen).

de afgerukte arm van Heleentje,
liggend op een andere pop die
niet aangedaan is. 
'En iieeeeksss... een dode muis'
Is hier sprake geweest van een gruwelijk misdrijf? Alles wijst erop, maar er is tot nu toe geen stoffelijk overschot aangetroffen.
De vrouw van 49 verklaart: 'Ik voelde even verder, in dat hoekje achter dat muurtje, en toen voelde ik iets zachts en warms en iieeeeksss.... ik dacht dat het een dode muis of zo was!' De vrouw huivert bij deze herinnering en is even niet in staat om verder te praten. Nadat zij van de schrik bekomen was, vermande de vrouw zich en pakte nog enkele spulletjes ter inspectie. Uit de donkere chaos diepte ze dit keer echter een afgrijselijk afgerukte arm op.

Heleentje

Het bleek de arm te zijn van Heleentje, haar vroegere lievelingspop, die ook in een vlaag van onnadenkende opruimwoede in 'het gat' moet zijn geschoven. Heleentje is onherstelbaar beschadigd. Een witte uitslag bedekt hoofd en rechterarm. Besloten is de pop bij het afvalbrengstation op waardige wijze ter recycling aan te bieden. Inmiddels krijgt de getraumatiseerde vrouw psychologische hulp om dit zware verlies te verwerken.

De politie tast nog in het duister naar de oorzaak van het mysterie. Laboratoriumonderzoek naar de samenstelling van de roodbruine spetters is nog in volle gang.


'Wat achter het luik lag, zagen wij niet.' 
Enkele weken later is de gehele kruipruimte met hulp van een Polletje volledig leeggeruimd. Grote Pol en het betrokken Polletje reden nadien met een volle auto en afgeladen aanhanger met wat niet al naar het afvalbrengstation ter plaatse. Duidelijk is dat de Pollen jarenlang geleden hebben aan ziekelijke bewaardrang en kortzichtigheid: 'Wat achter het luik lag, zagen wij niet.'

Inmiddels is het stel voornemens hun leven te beteren en hun afvalstromen tijdiger en efficiënter te monitoren. Grote Pol verklaart: 'Er liggen alleen wat lege dozen in het gat, voor als we geen dozen meer hebben.' In de berging die grenst aan de kruipruimte ziet uw verslaggever echter al minimaal tien lege dozen liggen en vermoedt dat dit een nieuw begin is van het einde. 


 
huidige situatie, linksachter ziet u de ingang naar de kruipruimte






Bonusmateriaal: archieffoto's (1972-1976) van de vrouw des huizes met o.a. pop Heleentje.