Uitgelezen 2019

donderdag 30 september 2010

Moederjuf - Jufmoeder

Op mijn Woordeloze Woensdagberichtje kreeg ik de volgende reactie:

Nou, je hebt in korte tijd heel wat huiswerk gedaan. Ken je het boek: 'De gave van dyslexie'? Dat zal je zoon een hoop zelfvertrouwen geven. Misschien wordt hij er zelfs wel verwaand van!

En al eerder vroegen diverse mensen me of we Kunstpol niet eerder hadden kunnen laten onderzoeken.

Tja.

Nou.

Ik krab nog eens achter mijn oren. Bloos nog wat.
Ik zit dus zelf in het onderwijs. Ben zelfs intern begeleider, iemand die zich bezighoudt met de zorgleerlingen op, in dit geval, een basisschool. Ik weet dus echt behoorlijk veel van bijvoorbeeld zoiets als dyslexie. En ja. Ik had ook al lang gedacht dat Kunstpol wel eens écht dyslectisch zou kunnen zijn, al is het beeld wat anders dan van de doorsneedyslecticus, voorzover je kunt spreken van doorsneedyslectici.

Maar ik ben ook moeder. Heel erg moeder.

Een moederjuf ben ik dus. Of een jufmoeder, kan ook. Lekker lastig. Vind ik.
Ik ben een moederjuf die denkt dat ze zich als ultieme, ideale moeder moet opstellen als ze met de leerkrachten van haar kind praat. Bescheiden. Te bescheiden. Niet betweterig. Te niet betweterig. Geduldig. Te geduldig. Begrijpend. Te begrijpend.

En hierbij laat ik het maar, hier op het wereldwijde web. Dat lijkt me wijs. Onwijs wijs.

O ja. Nog even een leuke cartoon. Ik moest eraan denken bij het schrijven van dit berichtje. Maar het heeft natuurlijk niets met ons te maken. Helemaal niets.

dinsdag 28 september 2010

Een officiële mededeling

'O ja,' meldde Kunstpol tussen het puntje van zijn neus en het boogje van zijn bovenlip door. 'Ik heb dyslexie.' En hij nam nog een hap van z'n appel.
Na jaren frustratie, onbegrip, tranen, vragen en wat-is-er-toch-met-dat-joch-er-klópt-iets-nietgedachten is het 'm vanmorgen door de orthopedagoog op school verteld.
Ergens zijn we opgelucht, want blij dat het nu ein-de-lijk officieel is en dat hij dus echt niet gek is, maar anderzijds is het ook nog best wel wat. Kunstpol 'doet het' gelukkig tot nu toe verder best goed.

'En ik kan bijles krijgen voor Engels,' zei hij ook nog, 'maar dat doe ik denk ik niet, want die docent heeft raar haar.'

maandag 27 september 2010

Hoe het niet moet - de gezinsvergadering

De Pollen zijn echte weifelaars. We wikken en wegen wat af, voor we tot een beslissing komen. En dan twijfelen we alsnog een hele tijd. Dit weekend moesten er maar eens wat knopen worden doorgehakt, vond ik. Twee knopen. En die knopen wilde ik ook nog combineren, eigenlijk, om de boel nog eens extra lastig te maken.
Ik gooide onze dilemma's maar eens in de groep en we hielden een gezinsvergadering. Op de agenda dus twee punten en daar tussendoor
- kwam er verder nog van alles op tafel,
- bleef de rondvraag maar rondgaan,
- bleken de notulen van de vorige vergadering nooit gemaakt,
- was er één ingekomen stuk: de Ikea-gids,
- was er sprake van zwevende kiezers en een totaal afwezige voorzitter.

De agenda:
Punt 1: gaan we nog iets doen aan ons aanstaande 20-jarig huwelijksjubileum op 10-10-2010, zo ja: wat dan en wat doen we dan met die andere activiteiten die ook nét in dat weekend vallen?
Punt 2: gaan we ooit nog voor een nieuwe vloer en wat, wanneer en hoe dan?
En ik vond eigenlijk dat we punt 1 wel konden skippen en het geld dat zoiets kost konden stoppen in de vloer waar je veel langer nog plezier van hebt.

De vergadering verliep dus chaotisch. Zwaar chaotisch kan ik wel zeggen.
Wij waren een zootje ongeregeld.

- Parapol wilde vooral de hele tijd maar een open haard.
- Kunstpols mond werd binnen no-time gesnoerd, toen duidelijk werd dat er eigenlijk alleen maar niet terzake doende onzinnige woordenstroom bleef uitkomen. Of hij de zwarte verf mocht gebruiken. En waarom dan niet. En wanneer dan wel? En omdat hij toen niet meer mocht praten ging hij maar op een andere manier zorgen dat hij aandacht kreeg. Hij wrong zich in alle bochten op mijn kruk-met-wieltjes, draaide rondjes en zuchtte, steunde en kermde wat af. Toen de vergadering afgesloten was, móest hij z'n hoelarokje aan en gek doen. Dat krijg je ervan als een Kunstpol in zijn creatieve uitingen belemmert. Wie weet welke fantastische invallen zijnerzijds we nu misgelopen zijn.
- Parapol wilde nog steeds een open haard.
- Grote Pol wilde wel iets aan onze trouwdag doen en ook de andere activiteiten laten doorgaan en ook een nieuwe vloer.
- Parapol wilde vooral nog steeds heel graag een open haard.
- En ik? Ik wist het allemaal niet. Wikte en woog lekker door. Weifelde en twijfelde.
- Parapol? Die had nog steeds wel de meest vruchtbare bijdrage, vond hij, want hij herhaalde op een gegeven moment om de halve minuut dat hij een open haard wil. In ons huurkrot, zie je het voor je.

We sloten uitgeput de totaal onvruchtbare vergadering en gingen maar over op de orde van de dag: de Polletjes wilden snoep, koek, boterhammen, crackers, televisie en computer, Grote Pol en ik liepen ons zondagse rondje om.

Vaag beginnen zich nu wat plannen af te tekenen. Een ding is echter zeker. Er komt geen open haard.

zondag 26 september 2010

Grote OpruimOplossingen - 1: boeken

Ik vond gisteren in de krant inspiratie voor De Oplossing voor mijn BoekenProbleem - dat eerlijk gezegd dus niet echt een probleem is. Lumineus vind ik het. Geniaal!

Hier, kijk eens:
Zo'n kast ga ik ook kopen. En dan zet ik 'm voor het huis. Iedereen die langskomt mag boeken trekken, tegen passende betaling. Boeken retourneren mag in veel gevallen ook, via de deurbel kan dat snel, discreet en gemakkelijk. Het mooie is: als ik dan zelf weer eens een boek uit de PurperPolBoek-O-Maat© wil lezen, trek ik 'm zelf even. De inhoud van de PurperPolBoek-O-Maat© bepaal ik zelf en kan per seizoen, per maand, per week of zelfs per dag aangepast worden. Bij succes plaats ik meer PurperPolBoek-O-Maten©, verspreid door het gehele land. In dat geval kunt u op termijn ook plekjes in de PurperPol-O-Maten leasen.

zaterdag 25 september 2010

Losse eindjes - antwoord op al uw vragen

Mijn vaste lezerskring vraagt zich vast het een en ander af. Ik roep heel wat vragen op met die onzinnige blogjes van me. Het is zaterdag, een mooie dag om op uw vragen antwoord te geven. Kunnen we allemaal weer met een schone lei aan de nieuwe week beginnen.

U vraagt zich vast af hoe het is afgelopen met het raadsel over de hond, de kat en het konijn. Nou. Slecht. Na nog tientallen onzinnige oplossingen van de Polletjes te hebben aangehoord en telkens sphinxachtig neegeschud te hebben, kreeg ik last van mijn nek. Je kunt bij de opvoeding maar beter veel knikken en bevestigen, dan telkens nee schudden en afkeuren. Daar krijg je maar spierpijn van. De Polletjes waren ten einde raad, mijn nek raakte totaal verkrampt, dus ik heb het uiteindelijk maar verklapt. Ook de hint die ik hoopvol gaf, hielp namelijk niet.
U wilt de oplossing ook weten? Vooruit. Ik geef eerst de hint, daarna de oplossing, misschien heeft u wél genoeg aan de hint.
Hint: De boer voer 3,5 keer heen en weer.

Oplossing: de boer bracht eerst de kat naar het eiland, toen de hond, maar nam de kat weer mee terug. Toen bracht hij het konijn, terwijl hij de kat alleen in het oude huis achterliet. Ten slotte haalde hij de kat op.

Ook de oplossing van het geitjesraadsel is vast gewenst, er is zelfs een lezer geweest die mij gemaild heeft met de vraag om alsjeblieft de oplossing te geven omdat haar studievoortgang ernstig stagneerde. En een lezeres die (even) niet meer oplette in de kerk omdat ze maar aan die geiten zat te denken...
Komt ie: de broers leenden een geit van de buurman, verdeelden de geiten: de oudste kreeg er negen, de middelste zes, de jongste 2 en vervolgens brachten ze de buurgeit weer netjes terug. Met een strikje om z'n nek.

Greet adviseert n.a.v. dit raadsel http://www.rekenbeter.nl/ aan de Polletjes. Da's een leuke site, bijna net zo leuk als http://www.beterspellen.nl/, maar ik vrees dat het voor de Polletjes niet gaat helpen bij het oplossen van dit soort raadsels. Bovendien zijn ze, OMDAT ze nu eenmaal op de Middelbare zitten, absoluut afhankelijk van hun rekenmachine en de spellingscontrole op de computer. Ik kan ze het niet aandoen. Ik doe overigens wel fanatiek mee, elke dag.

Op de e-mail van Kunstpol aan de dominee, die hij in iets gewijzigde vorm daadwerkelijk stuurde kreeg hij antwoord. Kunstpol moest maar niet te dicht bij het raam of op het balkon gaan zitten, adviseerde de dominee. Daarnaast gaf hij ook een serieus antwoord, waarop Kunstpol toch wat verbolgen reageerde. Die lui van de kerk nemen ook bijna alles serieus... Kunstpol neemt bijna niets serieus, da's het verschil.

Voor de biologierepetitie behaalde Parapol een 6,2. Een wat mager resultaat, vind ik, maar hij is natuurlijk dik tevreden. Hij gaat nog informeren of zijn antwoord goed is gerekend. Als hij eraan denkt.

En dan waren er nog enkele lezers die maar met een half oog keken naar dat ding dat ik van de postbode kreeg. en zich afvroegen wat erin zat. Mensen, dat was dus een POMPOEN, en daar zat dus ook POMPOEN in. In elk geval geen Edammer kaas.

Ik hoop u hierbij voldoende informatie te hebben gegeven. Mocht het zo zijn dat een en ander niet naar tevredenheid is afgehandeld: u kunt uw vragen stellen in de reactiebox of via de e-mail: purperpolletje@gmail.com

Tot de volgende keer!

vrijdag 24 september 2010

Generatie overgeslagen, een medisch wonder of toch van de melkboer?

Parapol is erg sportief. Niet normaal meer erg sportief, zelfs.
Hij deed vanavond bandenexamen voor judo en heeft dus nu zomaar even de bruine band behaald. Dat is nog een band verwijderd van de zwarte. Geen van ons kan hem meer fysiek aan (en op z'n mondje is ie ook al niet gevallen, dus verbaal krijgen we het ook steeds moeilijker.) Dat vond ik enigszins verontrustend, totdat ik bedacht wat voor enorme voordelen dit kan opleveren. Hij kan binnenkort mooi helpen als we dan echtecht gaan laminaten. Al die zooi van ons naar boven sjouwen, bijvoorbeeld. En weer naar beneden als dat vloertje er weer strak in ligt. Om maar eens wat te noemen.
Voor z'n lol drukt hij zich vlak voor het slapen gaan nog een keer of vijftig op. Hoe verzint ie het.
In dat museum waar hij vrijwilligt versjouwt ie regelmatig tanks en kanonnen. Daar wordt ie natuurlijk ook niet slapper van.
Deze week haalde hij een 9,3 voor gym. Meneer rende anderhalve kilometer in 6 minuten en 40 seconden. net een seconde te langzaam voor een 10. Toen Kunstpol dat hoorde viel hij steil achterover. 'Ik ren 80 meter in die tijd,' zei hij. Maar dat was gelukkig een vergissing. Want Kunstpol heeft niet zoveel met cijfertjes. Ook niet met lettertjes, overigens.
Toen ik vroeger op school 800 meter moest lopen, maakte ik er steevast 600 meter van. Terwijl ik toen ook al zo'n brave Hendrika was. Ik vond 800 meter meer een onmenselijke en onmogelijke opdracht, dus dat rechtvaardigde mijn gedrag ruimschoots. Dat afsnijden ging heel gemakkelijk door niet om een voetbalveld heen te lopen, maar er dwars overheen. En dan kreeg ik nog maar krap een zesje voor.
Van wie Parapol dat sportieve heeft is echt onduidelijk. Er is hier geen sprake van een zaalvoetballende melkboer of een medaillewinnende draagmoeder, dus moet deze aanleg een genetische sprinkhaan zijn die zomaar een generatie oversloeg. Nu doe ik misschien mijn broers tekort, maar mij heeft dat gen in elk geval nooit bereikt. Mijn vader was ooit is een echte atleet. Dat zie je ook meteen aan zijn atletische gestalte, overigens. Dus Parapol heeft het van hem, of hij is een medisch wonder. En dat laatste zou ook best eens kunnen, want dat zit ook al in de familie.

Enniewee: we hebben hier een wonder met spierballen in huis rondlopen. En da's fijn. Heel fijn.
Hij redt de eer van heel Huize Pollenstein. In z'n eentje. En iets van die sportiviteit straalt nu al over op mij. Ik ga maar eens een blokje om.

donderdag 23 september 2010

Grote Opruimproblemen. Aflevering 1: boeken

Een nieuwe serie. Grote Opruimproblemen.
Want.
We wonen in een klein huisje.
En.
We hebben veel spulletjes.
Ik ben een slechte weggooier, maar gelukkig een steeds betere opruimer. Met sommige spullen blijf ik echter moeite houden. Die opruimproblemen slinger ik dus maar eens op dit blog, wie weet dat er nog iemand een goede suggestie heeft. Nog te verwachten in deze serie: tassen, koekenpannen, hobbyspulletjes van de Polletjes, diepvriesdoosjes en lapjes/knoopjes/draadjes/borduurwerkjes.

Maar eerst aflevering 1. Boeken.
Over dit onderwerp typte Yukiko er ook al op los. En toen dacht ik ook nog aan die vreselijk leuke site: http://www.boekenkastfoto.nl/ Maar het hielp niet. Ik wil namelijk geen boeken wegdoen. Nee. Dat wil ik niet. Dat doe je toch niet? Boeken weggooien. Dat is een contradictie in terminis. Een onmógelijke combinatie. Dat als u het nog niet wist, dat u het nu even weet.

In onze krant stond laatst dat een mens aan dertig boeken genoeg heeft. Zal wel. Leuk bedacht. Maar ik ben daar nog niet aan toe, zullen we maar zeggen. Helemaal niet aan toe.

Toen ik ooit wat boeken inruimde in deze kast paste het nog. Nu dus niet meer. Nieuw, maar vooral tweedehands koop ik er graag wat boeken bij. Van die boeken die ik gewoon ontzettend graag wil hebben, omdat je ze ooit las en zo allemachtig prachtig vond. En dan val ik nog erg mee, het kan veel erger. Het vervelende is, is dat het in dit huisje zo opvalt, zullen we maar zeggen. Net zoals dat mijn lengte niet bij mijn gewicht past, en dat zie je dan meteen.
Grote Pol krijgt heul veul boeken thuis voor zijn freelancewerk als kinderboekenrecensent en die moeten we ook nog ergens laten. Zo zijn er stapeltjes op de kachel, op de tafel, onder de tafel en naast de stoel.
En dan zijn er heel veel boeken die we nooit lezen maar ook nooit weg willen doen. En die staan soms op de gekste plaatsen... In onze slaapkamer zijn meer boeken dan huisstofmijten! (Bij wijze van spreken dan. Ik weet het.)





       





Daarnet, in de eerste alinea vroeg ik u wel om oplossingen, maar eerlijk is eerlijk: eigenlijk wil ik het probleem niet zien, behalve wanneer ik weer eens een boek in een te kleine tussenruimte moet stouwen, zodat je denkt dat de letters wel aan elkaar vastgeplakt móeten zijn geraakt.

En ik wil 't ook niet eens veranderen. Dus mocht u suggesties hebben, prima, laat ze vooral achter in de reactiebox, maar ik garandeer niet dat ik er ook maar iets mee doe. Tenzij het een supertip is. Zoiets als: koop er nog een boekenkast bij. Al weet ik niet waar ik die moet laten.
O ja. Onder het bed. Daar is nog ruimte. Anders zitten daar toch alleen maar de overgebleven huisstofmijten te kwartetten.

dinsdag 21 september 2010

Of koekjes eten, óf zielig doen

Een van de Polletjes had gisteren twee toetsen. Een toets ging over iets interessants, iets leuks, iets wat gemakkelijk leert, de andere toets niet. Zeker niet voor een dyslect. Bovendien was dit Polletje druk geweest met andere dingen. Zeer Belangrijke Dingen in het Leven van een Polletje. Luchtlandingen op de hei, een vliegshow op diezelfde hei, programma's op de televé en spelletjes op de laptop.

Tja.

U raadt het al. Voor het ene vak zat de leerstof er goed in, bij overhoring door mij voor het andere vak bleek al snel dat het er gewoon niet in zat. En dit Polletje had dat ook wel door. En aangezien dit Polletje het liefst achten, negens en tienen haalt en dat ook vaak wel doet, gebeurde er meteen iets geks. Dit Polletje kreeg opeens weer bezoek van ene Heer Faalbang. Die was een jaar of wat keurig weggebleven, of snel weg te sturen als hij ook maar om de hoek keek, omdat het zo goed met dit Polletje ging op deze school. Heer Faalbang zag zijn kans echter schoon en sloeg genadeloos toe.

De ene toets ging prima, de tweede toets, een uurtje later, niet. Want Polletje werd misselijk. Zomaar opeens. Heer Faalbang had zijn gif toegediend, zonder dat Polletje het merkte. En Polletje presteerde nog slechter dan hij had gekund.

Polletje kwam thuis met buikpijn en een volle broodtrommel en deed flink zielig. Maar ik had geen medelijden met Polletje. Hij had Heer Faalbang zelf uitgenodigd. Dan krijg je dat.
Dus moest Polletje toch gewoon zijn huiswerk maken. Kreeg geen koekje of snoepje bij het gezellige moeder-wacht-de-kinderen-na-schooltijd-op-met-thee-en-koekjes-moment, ook niet na het demonstratief met ultralange tanden leegeten van die broodtrommel, want het was kiezen of delen: óf zielig en ziek en geen koekje / snoepje / chipje, óf gezond en vrolijk en wel een koekje.

Nu moet u nog één ding weten. In het leven van dit Polletje zijn koekjes belangrijk, Heel Belangrijk. Ze zijn van levensbelang, zelfs.

U raadt het alweer, wat bent u toch knap: dit Polletje koos eieren voor zijn geld en werd plotsklaps weer het gezonde, vrolijke knulletje dat we zo graag zien en at gezellig een koekje met ons mee.

De vraag blijft natuurlijk of Heer Faalbang voorlopig wegblijft. Maar dat ligt toch voornamelijk aan dit Polletje. Hij kan 'm altijd uitnodigen, natuurlijk, als hij weer eens te weinig tijd voor zijn huiswerk heeft genomen. Want misselijkheid is een zeer legitiem excuus. Dat doet het altijd goed, denkt dit Polletje. Het enige minpuntje is dat z'n moeder zo'n hardvochtig mens is. Bij haar is het kiezen of delen: of Heer Faalbang, óf koekjes eten.

En zo kan dit Polletje de schuld toch nog bij iemand anders leggen. Bij zijn moeder. Want zelf heeft hij het natuurlijk noooooooooit gedaan.

maandag 20 september 2010

Beugels

Aan de orthodontist, een nieuw beroep toentertijd, volgens mij, de schone taak om nog iets te maken van mijn schots en scheve stand van mijn tanden en kiezen en kaken. Bijna dertig jaar geleden alweer. Vier jaar en ook vier beugels later zag het er éven leuk uit, maar toen bestonden die handige draadjes achter de voortanden die nu bijna altijd semipermanent geplaatst worden nog niet. (Vandaar dat ik wat gebit betreft weer precies lijk op de PuberPurperpol van toen.)
Wel had je de positioner. Een martelwerktuig van de bovenste plank. Dat was de laatste beugel die ik had en ik had 'm eigenlijk permanent in moeten houden voor een beter en blijvender resultaat. Denk ik nu. Maar zo orthodontisch was ik niet dat ik daar zelf niet op kwam. Bovendien was het dus pure foltering, hoe eerder ik daarvanaf was, hoe beter.
Tegenwoordig zien ze er zó uit, maar in mijn tijd niet. Het was een drie keer zo groot zwart rubberen gevaarte met een paar luchtgaatjes vooraan, waardoor je in geval van verkoudheid wat lucht naar binnen kon zuigen. Je hapte erin, vouwde zo goed en zo kwaad als het ging je lippen eromheen en moest zo eerst de hele dag, later de halve dag rondlopen. Als een soort lolbroekerige baviaan die sinaasappelschillen op zijn tanden zet. En stinken dat dat ding deed... Eerst alléén naar rubber, later ook naar 'mond'.

Bij de eerste beugel kon het me al niet snel genoeg gaan, zo graag wilde ik ervanaf. Ik droeg een buitenbeugel met een steeds vetter wordend bandje (niet wasbaar) in de nek. Die beugel moest een kies bewegen iets naar achter te gaan zodat een andere kies doorgang kon vinden. Ik vond het geval maar los zitten, dus verstelde ikzelf het een en ander vrolijk aan de gespjes van het vettige neklapje. Aan het eind van de rit glom het neklapje nog erger dan het ijzertjes rond en in mijn mond.

Daarna kreeg ik een losse bovengebitbeugel. Een roze plaatje tegen mijn gehemelte geplakt met wat draadjes die om de kiezen en tanden zaten. Mijn vader had een hoop handig gereedschap, kwam mooi uit, want aan die draadjes kon ik ook nog wel het een en ander verstellen. Zodat het wat minder pijn deed, of juist wat meer, als ik de vaart er weer in wilde zetten. Het bleek overigens dat je met zo'n beugel toch geen kauwgom kon kauwen. Het ging er na een uurtje sudderen in een pannetje met kokend water en na heel wat uurtjes peuteren met een paperclip nog aardig af.

Toen een fietsenrek. Daar kon ik helemaal niets aan verstellen. Balen. Dat ding deed ook echt zeer. Ik kan me nu nog herinneren hoe het voelde als die slotjes werden aangedraaid. Pijn in je tanden is niet leuk.

zondag 19 september 2010

Het verschil tussen wortelsoep en stofzuigen

Soep is lekker en gemakkelijk in elkaar te frutselen, soep lust bijna iedereen, maar hier in huize Pollenstein weet je het maar nooit. De Polletjes hebben een erg goed ontwikkeld smaakmechanisme. Te goed. Dat heeft weinig met echt proeven te maken. Moeiteloos analyseren ze gerechten op goede en foute spulletjes en keuren al snel iets af. Soms zelfs zonder het te proeven. De geur kan al genoeg zeggen en anders wel de aanblik. Is dat niet knap?
Gisteren at een vriendje van Parapol mee. Ik stond versteld van zijn openheid ten opzichte van vreemde gerechten en zijn goed ontwikkelde smaakpapillen. Ik had nog een restje soep van vrijdag en bood het hem aan. Ik verwachtte een verbaasde reactie, maar kreeg een gretig antwoord: 'Wortelsoep? Nooit gehad, maar dat wil ik wel proberen! Mmm. Ik proef iets van gember, lekker zeg. En kerrie zit er ook in, hè?' Het vriendje was wel verbaasd over Grote Pol, die aan het stofzuigen was: 'Huh, een man die stofzuigt? Dát is bijzonder!' Terwijl dat toch heel normaal is. Toch? Bij ons in elk geval wel.

De wortelsoep viel bij de Polletjes overigens in goede aarde. Dat wil zeggen dat ze het zonder zeuren gehoorzaam oplepelden. Maar meer ook niet. Grote Pol vond het heerlijk en ik ook. Vegetarisch, goedkoop en verrassend. En ook hatseflatserig. Dus. Hier wederom een geweldig Purperpollenrecept, gejat en aangepast uit een combinatie van recepten uit de Allerhande en de Boodschappen!

Wortelsoep voor minstens vier personen (als maaltijdsoep), met zeker nog een restje voor de volgende dag

In wat olie kerrie en paprikapoeder even laten verbranden, dan krijgt het veel meer smaak. Ik gebruikte rijstolie, maar dat hoeft niet.
Snipper twee uien, snijd een aantal knoflookteentjes in dunne plakjes en fruit dit alles bij het kerrie/paprikapoedermengseltje.
Schil ondertussen zo'n 800 gram winterwortels en snijd ze in plakjes. Dat deed ik in de keukenmachine. De wortelschijfjes in de pan kieperen en ook even fruiten.
Breng ondertussen anderhalf liter water (denk ik, ik mat het niet) aan de kook en voeg het dan toe aan de wortelprut.
En ook nog een scheut gembersap uit een potje en een aantal gemberbolletjes / flinke schep bakgember / 1 cm geraspte verse gember, twee bouillonblokjes (ik gebruikte bospaddenstoelen- en groente-) en een blikje / pakje kokosmelk. Voor extra kindvriendelijkheid ook eventueel nog een schepje suiker.  Dit alles aan de kook brengen.
Dan een paar aardappeltjes schillen (200 gram of zo?), klein snijden en hup, erbij doen.
Dat alles ongeveer 20 minuten laten pruttelen.
Hierna de soep pureren met de staafmixer of in de keukenmachine. Of in zo'n ouderwetse roerzeef. Maar die heb ik niet. Jammer eigenlijk. Ik heb ook geen snijbonenmolen, een heel gemis.
Koriander erbij (dat kan vers, maar ik haal het uit een potje en ik doe er echt véél in) en een flink glas sinaasappelsap.
En eventueel nog peper en zout. Of kleine stukjes gefruite paprika, of preiringetjes. Of andere lekkere dingetjes. Mag best.

Lekker met croutons en/of stokbrood.

En dat ziet er dan zo uit. Het blijft jammer dat er nog geen digitale geurtoestanden zijn uitgevonden.

Verzoeknummer

To: dedominee@preekstoel.nl
From: kunstpol@thuis.nl

Subject: preeksuggestie

Hey beste dominee,

Ik heb een vraag. Kunt u misschien eens preken over Handelingen 20: 9? En wat dat betekent voor de kerk van vandaag?
Voor de duidelijkheid: mijn ouders zeuren soms meer over de kerkdiensten dan ik. Ik ben over het algemeen een heel tevreden kerkganger. Maar soms is de preek vet lang. Dat vind ik dan niet chill. Dan ga ik zitten nadenken over de raadsels die mijn moeder me opgeeft en dat doen andere kerkgangers zelfs ook, ik kan het bewijzen. Dus misschien kunt u nog wel wat leren van dit bijbelgedeelte. Of ik. Lijkt me cool.

de mazzel,
Kunstpol

7 Op de eerste dag van de week kwamen we bijeen voor het breken van het brood. Paulus, die van plan was om de volgende dag verder te reizen, hield een toespraak voor de leerlingen die tot midden in de nacht duurde. 8 We waren bijeengekomen in een bovenvertrek, waar veel olielampen brandden. 9 Een jongeman die Eutychus heette, zat in het venster en werd door slaap overmand toen Paulus maar doorging met zijn toespraak. Diep in slaap verzonken viel hij van de derde verdieping naar beneden; toen men hem optilde bleek hij dood te zijn. 10 Paulus ging naar beneden, ging op hem liggen, sloeg zijn armen om hem heen en zei: ‘Houd op met dat misbaar, want hij leeft!’ 11 Hij ging weer naar boven, brak het brood en at. Daarna onderhield hij zich nog lange tijd met de leerlingen, tot het aanbreken van de ochtend. Toen vertrok hij. 12 De leerlingen namen de jongeman, die weer tot leven was gekomen, met zich mee en voelden zich gesterkt door wat er was gebeurd.

zaterdag 18 september 2010

Sentimental journey: een boekje over mijzelf

Ik heet Lydia en ik woon in Arnhem. In de krammerstraat op nummer 10. De buren zijn leuke mensen. Gezzelig. Mijn moeder spreken ze aan met Joke en zei noemt de buurvrouw ook bij haar voornaam.


Bij wat opgeruim kwam ik dit kleine paarse boekje weer tegen. Ik maakte het in de vijfde klas en ik weet het me nog precies te herinneren. Ik wist, zonder het weer door te lezen, ook nog wat erin staat. Het was een open schrijfopdracht en ik maakte er een documentje van met Belangrijke Persoonlijke Levensfeiten. Zo mooi om nu te lezen wat ik toen essentieel vond om te vermelden. Ik vind ook nu dat dat toen heel belangrijk voor me was!
Ook past wat ik toen beschreef aardig in de theorie van de algemene ontwikkeling van de zelfbeleving en het competentiegevoel van kinderen. Dat is overigens het belangrijkste onderwerp waarop ik afstudeerde bij de masterstudie Special Educational Needs, een paar jaar geleden.
Zo'n boekje maken, dat zou in elke groep 7, of rond een jaar of tien, gewoon thuis, een goede opdracht zijn. En dat boekje zou dan voor altijd goed bewaard moeten worden.

Hier nog wat fragmenten, inclusief spellingsfouten:

Ik heb hobby's want ik speel harp fietsen vind ik ook leuk en wat dacht je van spannende boeken lezen daarom ben ik ook lid van de bieb. Aardrijkskunde en geschiedenis vind ik ook wel leuk.

Ik ben 1m48 groot en mijn taille is 64 cm. Ik heb een gebroken been gehad. Ze zeiden toen: Aagje eruit en Lydia erin (Aagje was pas uit het ziekenhuis gekomen). Mijn moeder houd van Oranje.

Mijn moeder zegt weleens dat ik goed toneelspelen kan. Misschien is dat wel zo want ik kijk graag naar musikals. Vorig jaar zei Désiré ja jij kan goed toneelspelen.

In het ziekenhuis moest ik veel baby sitten. Vandaar mijn handigheid met babij's. In het ziekenhuis heb ik ook veel met een turks kind omgegaan. Ze kon geen Nederlands. Wij hebben haar een beetje nederlands geleerd. Ze was een beetje ondeugend. Eerst was er een zuster en die vonden wij een beetje te streng. Ze deed haar naar, zo met haar handen op haar borst. We wisten dat die zuster bang was voor muizen. Husne (zo hete dat turkse meisje) had een namaakmuis gekregen. Dat liet ze voor het gezicht van die zuster en die zuster schrikken! Nou dat was niet mooi meer.

Ik wil later kapster of kleuterjuffrouw worden. Ik zit op een koortje en dat vind ik ook wel leuk.

vrijdag 17 september 2010

Deze week zag ik....



(Dat berichtje van Kunstpol heb ik er snel weer af gehaald, maar het stond eigenlijk best lollig.)

Voor meer Deze week zag ik... ga je naar Roos of Daan!

donderdag 16 september 2010

Puberhumor

Parapol vertelt over de biologietoets voor biologie van vandaag. 'Ze vroegen of je een beroep wist van iemand die zich met cellen bezighoudt. Die wist ik niet, dus ik vulde maar gevangenbewaarder in. Nou, en dat kan ze dus mooi niet fout rekenen! Zat ik daar een beetje in m'n eentje bij die toets hardop te lachen...'

Zeventien geiten, een hond, een kat en een konijn

Nee. Dit gaat niet over onze veestapel. Was het maar waar, dat zouden de Polletjes, op de hond na, wel willen. Geiten vind ik geweldige beesten, maar hier in huize Pollenstein rust een embargo op (huis)dieren. Grote Pol heeft zijn veto uitgesproken en dan is er heus niets meer aan te doen. Ooit hadden we twee wandelende takken, Bas en Joep, daarna hadden we er al snel honderden en vanwege die wonderbaarlijke, maar onstuitbare vermenigvuldigingen gingen ook die het huis uit. Meer daarover in dit hilarische berichtje.

Ik gaf de Polletjes twee oude raadsels op uit een boek van Chaim Potok, dat ik laatst herlas. De raadsels houden hen al dagen bezig, vooral vanwege de beloning die uitgereikt wordt als ze de oplossing weten. Voor niets gaat voor pubers alleen de zon op. Vinden ze zelf. Wij, volwassenen, denken er natuurlijk anders over, maar dit terzijde.

Dit zijn de raadsels.
1. Een vader had drie zonen. Vlak voor hij stierf, vertelde hij de zonen hoe de erfenis verdeeld moest worden. De oudste zoon moest de helft krijgen, de middelste een derde en de jongste een negende. Toen de vader stierf had hij zeventien geiten. Hoe konden de zonen deze erfenis eerlijk verdelen, zonder een dier te moeten doden?

2. Een arme boer had drie dieren, een hond, een kat en een konijn. Ook had hij een boot en een eiland. Meer bezat hij niet. De boer wilde verhuizen naar het eiland, maar kon per keer maar een dier tegelijk erheen brengen, anders zou het bootje zinken. De moeilijkheid was daarbij dat de hond niet alleen met de kat kon zijn, hij zou haar met huid en haar verslinden, en de kat kon niet met haar scherpe nagels van het zachte konijntje afblijven en zou hem doden als de boer er niet bij was. Hoe loste de boer dit op?

De oplossingen stonden er niet bij, maar ik kwam er redelijk snel zelf op. Kunstpol heeft met enige (en dit is een understatement) hulp het geitjesraadsel opgelost, maar het hond-kat-konijnraadsel blijft nu al dagen onopgelost.
Hun denkstrategie is waarschijnlijk genetisch bepaald, want niet bepaald logisch-mathematisch. Eerder chaotisch, talig en fantasierijk. Dat hebben ze natuurlijk van hun vader. Ik lach me slap om de creatieve oplossingen die ze bedenken, maar keur het natuurlijk niet goed. Als ze nu eens écht gingen nadenken...  Laat wel duidelijk zijn dat ik niets tegen een chaotisch, talige en fantasierijke denkstijl. Je komt er alleen niet ver mee bij het oplossen van deze raadsels.
Een greep uit alle puberale oplossingen die de afgelopen dagen voorbij kwamen:
- de hond gaat zwemmen, terwijl het konijn in de boot wordt overgebracht,
- de hond eet het konijn op en poept hem op het eiland heelhuids weer uit (variatie op Jona in de walvis),
- de poes wordt eerst overgezet, dan het konijn, de boer wacht tot het konijn een gat heeft gegraven en haalt dan de hond op,
- de boer bouwt een brug / graaft een tunnel / fabriceert een vlieger / vliegtuig / luchtballon / helikopter / hovercraft / katapult,
- de boer belt het Korps Mariniers en/of de luchtmacht,
- de hond krijgt een megagroot bot, de poes een gigamuis en terwijl ze daarmee bezig zijn wordt het konijn snel opgehaald,
- de boer laat een vriend oppassen,
- de boer hakt de poten van de hond af (de Polletjes zijn écht hondenhaters, sorry...) en gebruikt ze om een hok voor de kat van te maken,
- de hond krijgt een blinddoek voor en een muilkorf en zijn poten worden aan elkaar vastgebonden,
- de nagels van de kat worden geknipt en z'n tanden afgeschuurd,
- de boer haalt de voorboeg van het bootje af en maakt er een vlot van en kan zo twee dieren tegelijk vervoeren,
- de boer jaagt de kat de boom in en maakt hem heel bang (uitgebreid wordt bedacht hoe de boer dat doet...), daarna vaart hij snel heen en weer,
- de boer blaast het konijn op, legt er een knoop in, bindt er een touwtje aan vast en houdt hem als een ballon in de lucht.

Ben benieuwd of jullie de oplossingen weten. Maar verklap niets in die reactiebox, want Kunstpol is erg nieuwsgierig en snuffelt graag wat rond hier. Net een konijn.

maandag 13 september 2010

Shrek 5?

Kunstpol was lekker bezig. Hij ontwierp een Shrekposter met de Pollen in de hoofdrol. Hijzelf natuurlijk als de Gelaarse Kat, Parapol als Donkey, Grote Pol mocht Shrek zijn en ik ben natuurlijk Fiona. Iemand moet die vrouwelijke rol op zich nemen. Over die rolverdeling is goed nagedacht en ook is er veel zorg besteed aan de subtiele verschillen met het origineel...


















Vanmiddag plakte hij 'm over z'n eigen schilderij van een jaar of wat geleden heen. Voor dat ding schaamt hij zich nu een beetje, maar ik vind 'm  nog steeds heel mooi. Ik schreef er een van mijn eerste berichtjes over. Klikkerdeklik. Zelf denkt Kunstpol dat de Shrekposter later, als hij doorgebroken is als kunstenaar, veel geld zal opleveren. Hij schenkt ons dus dat appeltje voor de dorst. Jammer dat we nog zo lang moeten wachten, want we willen nu al een nieuwe vloer. Een hele dure. Het liefst met een nieuw huis eromheen.

zondag 12 september 2010

Ach en wee

'Ach en wee,' zeurde ik tegen Grote Pols dovemansoren aan, een jaar of vijf geleden. 'Ah toe, nou, please, please, please?' Maar híj bleef nee-nee-en-nog-eens-neeën. Want ik had geen tijd, hij geen groene vingers en bovendien twee linkerhanden. We namen GEEN volkstuintje. En ook geen halve of een kwart. Zodat we nooit zouden kunnen genieten van het werk van onze handen, van het zweet ons aanschijns, van de frisse gezonde buitenlucht, van de aarde en haar schoot, van onze zelfgekweekte, biologische, en natuurlijk overvloedig te oogsten knapperige bonen, aardbeien die écht rood en zoet zouden worden, kroppen sla met échte slakken, radijzen als pingpongballen, dieporanje worteltjes en herfstige dahlia's en wat niet al. Jammer dan.

'Ach en wee,' huilde ik in Grote Pols troostende omarming, een jaar of twee geleden. 'Nu heb ik SLE en dus ben ik hartstikke chronisch ziehiek en word ik noohooit meer beheter en zijn we voor altijd verloren en nu komt er helemaal noohooit een klein moestuintje meer, want dat kan ik allemaal niehiet meeheer....'
Maar ik kon geen volkstuincomplex voorbij fietsen zonder reikhalzend de boel te overzien en grenzenloos te hopen dat het er ooit nog van zou kunnen komen. Ik kon geen blogje, krantenartikeltje of boekje lezen van enthousiaste volks- en moestuinders zonder stille tranen en een onverwerkt verlangen naar modderige laarzen, kloven in handen, druipende neuzen van de kou en spierpijn van het spitten.

'Ach en wee,' grapte ik tegen Grote Pol. 'Wat jammer nou dat wij geen nabije buren of vrienden hebben met een oogstoverschot uit hun moestuin. Die je smekend vragen, met kringen onder hun ogen, áls-je-blieft een courgette aan te nemen, of een kilo aardbeien, of een emmer pruimen, of een mud aardappelen. En een bosje bloemen.' Vrienden van vrienden, dat zijn altijd de mensen met zo'n moestuin en onze vrienden, die boffen dus maar. Wij vissen altijd achter het net. Ja, af en toe krijg je eens een kilootje pruimen viavia. Van vrienden van vrienden van vrienden. Of een verdwaald aardbeiplantje, waar dan bij ons alleen wrange vruchten uit groeien. Of een doorgeschoten, bittere slakrop en vier peentjes. Maar dan houdt het ook op. Moeten we ons heil zoeken in die veel te dure supermarkt en bij de barse groentenboer. En op de markt. Maar dat valt me dan zo vies tegen telkens. Slappe sla, rotte bonen, smakeloze wortels. En duur. Dúúr!

Gisteren kregen we even bezoek. En dat bezoek liet zich ontvallen dat ze niet wist wat ze nou toch aanmoest met die vreselijk grote volkstuin van haar echtgenoot. Dat ze snijbonen had uitgedeeld en aardappelen gerooid, omdat haar man in het gips zit. En misschien, heel misschien hoor, heb ik toen wat te enthousiast en verlangend gereageerd. Want vanmorgen kregen we een pond sperziebonen, zo krakend vers dat de tranen me in de ogen sprongen. Ze zijn alweer op (net als de koffiebroodjes). Maar voor morgen hebben we snijbonen en jawel, voor overmorgen een joekel van een courgette.

De Polletjes sprongen ook de tranen in de ogen bij het zien van al dat groens. Maar om heel andere redenen. Courgette. Dat is namelijk beslist die vrucht aan de boom van kennis van goed en kwaad. Daar moet je vooral van afblijven. 'Ach en wee,' riepen ze in koor. 'Courgette, neeeeeeeeeeee hè?' Maar dat was tegen wel vier dovemansoren gezegd.

zaterdag 11 september 2010

Daar is Boffie met de koffie(broodjes)

Vroeger als mijn moeder, of iemand anders want zo rolbevestigend waren we thuis niet, met de koffie binnenkwam, zei mijn opa altijd: 'Daar is Boffie met de koffie.' Hij vond het vooral zelf erg grappig, maar verder lachte niemand, volgens mij. Ik snapte dat grapje nooit, want de bijbehorende AH-reclame is van ver voor mijn tijd, mijn moeder vond het al helemaal niet leuk. Maar toen ik net even googelde op Boffie en Koffie werd ik helemaal blij van de bijbehorende poster:

Ik lust geen koffie. Maar wel koffiebroodjes. En de vraag is natuurlijk wat slechter voor een mens is. Bof ik dat ik geen koffie lust, of bofte ik meer als ik geen koffiebroodjes zou lusten?
Maakt niet uit. Het is weer tijd voor een Purperpollenrecept, vindt u niet?
Ik maakte daarnet koffiebroodjes, en dat ging erg hatseflatserig en gemakkelijk, dus tralala, daar komt ie!

Recept voor hatseflatserige hoppekeetje koffiebroodjes

(Ik maak het deeg in de broodbakmachine, dat verhoogt het hatseflatsgehalte aanzienlijk. Gooi daarvoor alle ingrediënten in het bakblik en zet de machine aan op deeg. Na afronding van het programma nog een uurtje na laten rijzen, dat kan bij mij in de machine zelf, maar kan ook in een licht voorverwarmde oven met een natte theedoek over het blik heen.)

Voor het deeg gebruikte ik:
250 gram bloem
1 theelepeltje zout
3/4 zakje gedroogde gist (1 flinke theelepel)
2 eetlepels witte basterdsuiker
1,5 dl lauwige melk
25 gram boter
flink wat kaneel (maar het kan ook zonder)

Bloem zeven, zout en kaneel erdoor. Kuiltje maken in het midden en gist en basterdsuiker erin strooien. Boter smelten, wat laten afkoelen. Melk op gist gieten, boter op melk gieten en dat papje van binnen naar buiten roeren. Kneden en een uur laten rijzen.
Ondertussen banketbakkersroom maken.

Banketbakkersroom:
3 dl melk
1/2 vanillestokje
snufje zout
2 eierdooiers
50 gram suiker (ik gebruik basterdsuiker)
30 gram bloem

Melk met snufje zout en opengesneden vanillestokje aan de kook brengen en 10 minuten laten trekken. Dooiers met suiker en bloem losroeren. Stokje uit de melk en een scheutje door eiermengsel roeren. Dan alles terug in het pannetje en roeren tot het gebonden is. Af laten koelen.

Rozijnen wassen en even laten wellen. Droogdeppen.

Beetje bloem over deeg en deegroller en werkvlak strooien. Deeglap uitrollen. Ik had de deegroller even in de vriezer gelegd, dat schijnt te helpen, maar het blijft altijd wel wat gepruts en gedoe, vind ik, niet goed voor de bloeddruk... Bij mij werd die lap ongeveer 20 x 20 cm. Banketbakkersroom eroverheen smeren, randjes vrijlaten tegen al te veel gekledder straks, rozijnen een beetje netjes erover verdelen. De lap oprollen en in plakken snijden van zo'n 2 cm breed. Die opgerolde plakken plat op een met bakpapier bedekte bakplaat leggen (in mijn geval werd dat niet leggen, maar kwakken) en 20 minuten in de oven op 200 graden bakken. Daarna nog een likkie abrikozenjam eroverheen smeren, als ze nog warm zijn hoef je die jam niet van tevoren op te warmen. Het kan ook met van dat suikerglazuur, van poedersuiker met wat druppels water. Hoppekeetje, klaar!
En dan ziet het er zó uit. Helaas kunt u niet allemaal bij mij op de koffie komen, dan wist u ook hoe ontzettend lekker dit is. U bent overigens wel welkom, hoor.
Ik vrees alleen dat de Polletjes weinig koffiebrood voor u over zullen laten, want die houden wél van zoete broodjes en nog niet van koffie. Ze lijken op hun moeder. Maar dat willen ze nu nog even helemaal niet weten.

Tikkie

Ik ben getikt. Door Gerda van De Heekjes. U vindt mij misschien wel getikt, of zelfs compleet gestoord, maar op wat vreemde dwangneuroses en tics na ben ik volkomen normaal. Dat zal ook blijken uit de antwoorden op de onderstaande vragen die ik nu van Gerda moet (of mag?) beantwoorden.

Vier dingen in mijn handtas:
Ik heb wel ergens een handtas, maar ik gebruik 'm niet, ik ben niet zo handtasserig en voel me er altijd heul ongemakkelijk bij. Volgens mij moet je een goede handtasdraagster een bepaalde mate van elegantie bezitten, en het is duidelijk, die heb ik niet. Dat ding zakt ook altijd van mijn schouder af. Of is het dan geen handtas, maar een schoudertas?
Ik neem altijd zo min mogelijk mee en dat past meestal prima in mijn jaszakken. Moet ik meer meenemen, dan heb ik een heel mooie schooltas, waar dan weer heul veul ballast inzit. Bijvoorbeeld een stuk of acht witte potloden, papieren die elke keer heen en weer gesleept worden en waar ooit nog wat mee gedaan moet worden, uitgedroogde lippenbalsam etc.etc.
Wat heb ik dan meestal in mijn jaszakken?
- een 50 centstuk
- sleutels
- een zakdoek (van stof, die zijn toch het fijnst)
- een portemonnee, met bijna nooit een noemenswaardig geldbedrag erin.

Vier dingen in mijn bureaula:
Ik heb thuis geen bureaula, maar op mijn werk wel. Die zit bomvol met oninteressante dingen. Plakband, perforator, stiekeltjes enzo. Enigszins interessant is misschien:
- zakje met rubberen 'driehoekjes' voor om potloden van kinderen die een slechte pengreep hebben.
- kwaliteitenspelletje
- beloningsstickertjes
- klitteband.

Vier dingen in mijn slaapkamer:
- met stip op 1: mijn bed
- heul veul originele Gouden boekjes, behalve de twee die ik nog mis: Toontje m'n zoontje en Tobias zoekt plezier (nr. 39 en 44) (ik noem het hier maar even, wie weet...)
- een (los) glas-in-loodraam
- een berg kleren die nog niet in de was hoeft, maar ook niet gedragen wordt (ik mis de discipline telkens alles netjes weer op te vouwen en weg te leggen).

Vier dingen die ik nog graag zou doen, maar nog nooit gedaan heb:
- studeren aan de universiteit
- cursus edelsmeden, boetseren, kleinkunst, fietsen repareren, glas-in-lood
- ballonvaren
- naar Barcelona, maar binnenkort ga ik erheen want buurvrouw T. boekt voor ons tweetjes een reisje. En ze betaalt het helemaal zelf, uit eigen zak. Not. (Helaas.)

Vier dingen die ik op dit moment erg leuk vind:
- rustig re-integreren op mijn werk
- killersudoku's oplossen
- bloggen
- fietsen.

Vier dingen die je nog niet van mij weet:
Ja, dat weet ik niet hoor. Er lezen hier mensen mee die alles al van me denken te weten. En wat ze nog niet weten, hoeven ze ook niet te weten te komen, vind ik. Zeker niet hier op het weeweewee. Ik richt me dus maar op de gemiddelde lezer... Ik zoek vier 'ongelukkige' dingen.
- Ik heb bij een slager gewerkt en toen ik op een drukke zaterdagmiddag te gehaast de 'korst' van de bacon wilde afsnijden, sneed ik opeens diep in mijn ook al zo vlezige duim. Nu heb ik daar een litteken. Ik heb geen talent voor slagersmeisje.
- Ik heb nog meer littekens. Een op mijn been (auto-ongeluk, knal-boem-pats- gedoe en ernstige toestanden), twee op mijn buik (maar het lijkt er maar één (twee keizersnedes over elkaar heen)).
- Op de middelbare school hadden we een keer veel lol met een winkelwagentje dat daar stond. Toen ik erin ging zitten, gaf iemand anders (ik weet nog precies wie!) dat wagentje een heel harde duw en kletterde ik en het omgekiepte wagentje op de straat. Ik had een enorm blauw oog.
- Ik ben een keer heel hard met de fiets gevallen. Toen ik een jaar of twaalf was. Ik ging toevallig net naar de moeder van Grote Pol, waar ik toen nog helemaal niets mee had, om de maat van mijn voeten en onderbenen te laten nemen. Zij ging witte kniekousen met gaatjes voor me breien. Ik bloedde uit mijn knie, dus ik kreeg van haar een pleister, maar ik had nog veel meer pijn aan mijn schaambeen. Dat durfde ik niet te zeggen, want Grote Pol was erbij. Dat schaambeen werd heel dik en opgezet en nog steeds zit er een rare bobbel op, of ik moet het me sterk verbeelden. 't Zal toch niet zo zijn dat er toen een scheurtje of zo in is gekomen?

Nou. Ben ik getikt of niet? Wie wil ook? Jacq? Sarah? Susanna?

vrijdag 10 september 2010

Deze week zag ik... pure horror!


(Sorry, dít kon ik echt niet zelf tekenen. Perspectivisch enzo, gedoe allemaal... )

Voor meer van dit soort fraais (maar dan veel mooier nog!), kijk dan naar de Deze week zag iks... via Daan en Roos!

donderdag 9 september 2010

Compleet gestoord of alleen maar dwangneurotisch?

Ik ben een berekenend typje. Ik kan geen boek lezen, zonder al lezend uit te rekenen wanneer ik precies op de helft ben (= totaal aantal pagina's - aantal lege pagina's, delen door 2, dan + de helft van het aantal lege pagina's (voorzover het lege pagina's in de eerste helft van het boek betreft). Daarna reken ik uit wanneer ik op een derde ben, of op vijf/achtste, zeven/negende etc. En ja, ik neem ondertussen ook op wat er in het boek staat en beleef daar ook vaak nog veel plezier aan, of ik steek er wat van op.
Zo fiets ik ook. Ik reken uit wanneer ik op de helft van mijn fietstocht zit. Hoe hard ik gemiddeld fiets, óf en hoeveel pauze ik nodig heb voor de geplande afstand en hoe ik die pauzes een beetje netjes en evenredig kan verdelen. Ik weet inmiddels ook waar de bankjes staan. Zowel de bankjes in de zon, als de bankjes onder de bomen, waar je inmiddels moet gaan oppassen voor rondvliegende eikels, dennenappels of ernstiger: kastanjes.
En nu, vandaag ongeveer precies, ben ik even lang getrouwd als ongetrouwd. Dat heb ik dus ook even uitgerekend. En morgen ben ik D.V. langer getrouwd dan ongetrouwd. Op 8 augustus 2030 ben ik dan twee keer zo lang getrouwd als ongetrouwd. En morgen 1/7295 langer.
Grote Pol is nog lang niet zo ver, hij is veel langer ongetrouwd, dan getrouwd: vandaag nog maar op 47/80 deel. Waarbij het getal 1 natuurlijk staat voor even lang getrouwd als ongetrouwd zijn. Dat duurt dus nog 23/80 deel.
Dat u het ook even weet. Dat er dus ook zulke dwangneuroten bestaan. Dat ze zelfs dagelijks op het weeweewee te vinden zijn en verder over het algemeen heel normaal kunnen lijken. Dat ze zelfs in het onderwijs mogen werken...