Uitgelezen 2019

vrijdag 30 augustus 2013

De Polletjes in Berlijn - 3 Over Purperpolletje met een drank-, een voet- en een plasprobleem

Zit u eigenlijk nog wel te wachten op weer een vakantieverslag in blogland? Van hoe leuk en gaaf en mooi weer en lekker eten en genieten enzovoorts? Dan moet u vooral verder lezen. Maar ook als u nu zucht, oogrolt of dit bericht pas na lang aarzelen aangeklikt heeft, kunt u gerust verder lezen, want dit wordt geen oh- of ah-verhaal. Daar hou ik namelijk niet zo van. Doe mij maar de rafelrandjes.

Het was leuk en gaaf en mooi weer en we hebben lekker gegeten (worst, worst en worst voor Polletje 2 en Salat, Fruchtsalat en Melone voor mij)  en genoten. Daar niet van. Niets van die voor-angst was nodig geweest. Het reizen ging voorspoedig, mijn Duits bleek ruim voldoende voor de gelegenheid en Polletje 2 was zeer angenehm Gesellschaft. Hij, de onuitputtelijke spraakwaterval in hoogsteigen persoon, was zowaar na drie dagen zo'n beetje uitgerateld, waardoor er zelfs enkele stiltes vielen buiten bedtijd om.

Maar voor dit soort jubelverhalen kwam u niet hier. Toch? Dan nu vlug over naar de minpuntjes.

1. In de trein bleek mij dat Duitse jongens van een jaar of achttien ook baat kunnen hebben bij een dosisje valeriaan, Valdispert of desnoods Ritalin. In plaats daarvan nuttigden ze liters bier uit een fust, lanceerden ze met enige regelmaat speeksel over elkaar heen, zongen ze luidkeels mee met de muziek die uit hun speakertjes schalde en vertelden ze schuine moppen en erger waaruit bleek dat mijn basiskennis Duits inderdaad adequaat genoeg was.
En dat alles tweeënhalf uur lang.

2. Berlijn is groot. Te groot voor vier dagen. Je moet dus keuzes maken en hopen dat je ooit nog een keer terug kunt. Met U-bahn, S-bahn, bus en trein kom je ver, maar niet overal. Daar heb je dan je voeten voor nodig. Voeten die wel wat gewend zijn. Die van mij waren dat dan weer niet voldoende voor deze gelegenheid, daar kwam ik na zo'n twintig kilometer sjouwen wel achter, en toen 'moesten' we er nog wel zo'n zestig. Ik heb ongewild goed getraind voor de vierdaagse.
Toen ik mijn zwarte en beblaarde voeten met losse vellen wilde wassen, miste ik ons Hollandse washandje erg. Laat ik het netjes zeggen: mijn motoriek is voor een Duitse voetwassing ontoereikend. In de badkamer van het hotel, waarin overigens ook al overal van die hinderlijke spiegels hingen waardoor je voortdurend herinnerd wordt aan je overgewicht, hingen zeepdispensers. Knijp met je ene hand, houd je andere hand er tegelijkertijd onder om de zeep op te vangen die je vervolgens op je voet kunt loslaten. Die zeep glibberde onmiddellijk weg zodat je ook nog op een voet moest staan om de weg van hand naar voet zo kort mogelijk te maken. Daarvoor had ik een derde steunhand tegen de muur nodig om mijn evenwicht te bewaren.
Tip voor de volgende keer: maak meteen een hotelhanddoek kleddernat, smeer er een lading zeep over en boen je voetjes comfortabel, gezeten op je smetteloos opgemaakte bed en neem een lekker smeerseltje mee om ook je voeten te verwennen.

3. We hadden een, letterlijk en figuurlijk, topmiddag op de Teufelsberg.
Op deze berg, opgeworpen uit oorlogspuin, staat een vervallen Amerikaans spionagestation. Daar zijn we in geweest. Dit was echt supersupergaaf, dus ik wijd hier niet verder over uit. Maar zo'n avontuur maakt wel dat je acute diarree krijgt van de hoogteschrik en plasdrang van de enorme hoeveelheden water die je tegen de hoogteschrik drinkt. Polletje 2 had daar allemaal geen last van. Geef hem een boom en hij is blij. Maar ik, ik die tot voor kort nog nooit in een trein naar een toilet was geweest en in de vrije natuur al helemaal niet durf te piesen, ik had dus wel een probleem. Ik moest zo nodig dat vocht kwijt dat ik dus op de Teufelsberg voor het eerst sinds jaren buiten heb geplast, in de bosjes. Op een sterk hellend vlak met gevaar om met de broek op m'n knieën naar beneden te storten, op het oorlogspuin en op een muggenkolonie die mij daarop subiet lekstak. Gelukkig had mijn rechterbeen daar geen last van, want die pieste ik van agitatie helemaal onder. Er was zowaar nog wat water over, dus mensen, ik heb dat heus netjes opgelost.


Bent u daar nog? Wilt u meer van dit soort verhalen? Kies dan ja in de poll hier ergens rechts in de sidebar. Is het wel genoeg geweest, kies nee, en wilt u vrolijker verhalen uit Berlijn lezen, kies dan voor Een andere boeg. 
Ik dank u hartelijk voor uw aandacht en hoop u snel weer terug te zien op dit blog. Uitstappen aan de rechterkant van de rijrichting. Denkt u vooral aan uw persoonlijke eigendommen.

donderdag 22 augustus 2013

De Polletjes in Berlijn - 2 Een niet onbelangrijke vraag vooraf

Nog even een prangende vraag van uw geliefde Purperpol, die van toeten noch blazen weet, die als ze niet al lang onder haar geverfde lokken grijs was, verschrikkelijk blond zou zijn, die amper een voet buiten de provincie heeft gezet: hoe moeten we, als we in Berlijn zijn, elkaar mobiel bellen?
Stel dat ik mijn Polletje kwijt ben in die Grote Stad en ik wil hem bellen, dan kan ik toch niet gewoon zijn mobiele nummer gebruiken? Dan moet daar waarschijnlijk een landnummer voor. Welk? Dat van Nederland?
En hoe moet ik mijn Berlijnse kennissen bellen? Met het Duitse landennummer ervoor?

woensdag 21 augustus 2013

De Polletjes naar Berlijn

Er is me al van alles verweten door mijn complimenteuze en immer positieve Polletjes. Reisangst. Koudwatervrees. Spreekduitsangst. Bangeschijterdsyndroom. Niksige schrik. Berlijnbibberaties. Hypochondrie. Angsthazerij. Proactief catastrofesyndroom. Berenvrees. Erkanonsvanallesoverkomenbangheid.

Maar ik ga het toch maar mooi doen. Overmorgen, met Polletje 2, voorheen bekend als Kunstpol, fahr ich nach Berlin.

Tot dinsdag gaan we daar de boel eens goed aan het lachen brengen met mijn Steinkohlendeutsch. Vorig jaar was ik in Hamburg met Polletje 1, voorheen bekend als Parapol, maar die kon een aardig woordje Duits spreken, Polletje 2 kann er kein Klapf van. Er hat ein Jahr Deutsch gehabt und das wichtigste Wort das er sich erinnern kann ist Kuchen. Ohne Umlaut. En voor mij is het alweer fünfundzwanzig Jahre her dass ich im Deutsch stüntelde auf mein mundelinge Examen.

Wir sollen sehen. Und Sie auch, deshalb ich bloggen gehe über unsere Abenteuer. Mocht u nog een handige zin te binnen schieten die niet in mij beduimelde Wat & Hoe staat, graag deponeren in de reactiebox!

woensdag 14 augustus 2013

Over het verband tussen vrouwtjesmuggen en de onstilbare honger van mijn zoon en zand tussen je tenen

Op vakantie zijn is eigenlijk best leuk. Als je de nadelen die er altijd aan kleven even wegdenkt. Zand tussen je tenen, zon in je haren, een andere supermarkt, een idyllisch binnendoorweggetje ontdekken, je niet bekommeren om tijd en geld.
Maar ik vind helaas de nadelen ook zwaar wegen. En laat ik nu denken dat ik de enige ben die daar last van heeft. Op Facebook, in blogs, op tv en in het echte leven: overal worden enthousiaste vakantieverhalen verteld, foto's met prachtige vergezichten geplaatst, aanlokkelijke kiekjes van schotels in- of uitheems voedsel op terrasjes met gelukkig ogende mensen die dat mogen gaan opeten getoond, hoor je van mensen die gezellig samen met vrienden op vakantie gaan en 24/7 genieten van elkaars gezelschap.
Dat zijn mensen die blijkbaar niet uren wakker liggen omdat de muggen in de slaapkamer niet te traceren zijn wegens camouflageschrootjesbehang en bruine balken tegen het plafond. Die mensen vragen zich dus ook niet tot in de kleine uurtjes af hoe het komt dat als alleen zwangere vrouwtjesmuggen zouden steken, waar de bijbehorende mannetjes dan van moeten leven. Of hoe het komt dat die vrouwtjes op jouw slaapkamer dus altijd zwanger lijken te zijn en dus onstilbare honger hebben in uitgerekend jouw bloed en niet dat van je bedgenoot. Of er ook zoiets bestaat als anticonceptie voor muggen en aanverwante steek- en bijtbeesten.
En die mensen vragen zich blijkbaar ook nooit af hoe het komt dat de onstilbare honger van hun oudste zoon vergelijkbaar is met die vrouwtjesmuggen die jou zo nodig altijd moeten hebben.
Die mensen hebben waarschijnlijk ook nooit eens behoefte aan even alleen te zijn, zonder muggen, echtgenoten die óf norsig óf übersociaal doen, hordes andere toeristen die datzelfde idyllische binnendoorweggetje ook zo nodig moesten ontdekken en continu om meer eten smekende kinderen. Die mensen weten de uitknop van de zorgen die ze zich in het dagelijks leven maken goed te vinden. Zij hebben geen behoefte aan een voorspelbare douche, een keuken waarin altijd alles te vinden is, waarin je je kont wel kunt keren, hun eigen huisgeur, hun eigen matraszachtheid, hun eigen boekenkast, hun eigen toilet.

Zo een ben ik er dus niet.

Maar ach. Op een terrasje, colaatje erbij, wat mooie Pollen om me heen, lieve Grote Pol naast me, zonnetje in mijn haren, zand tussen mijn tenen, mwah.
Best te pruimen.

woensdag 7 augustus 2013

Mijn papa is bankdirecteur/piloot/patatboer/...

Zo tussen het luieren, lapzwansen, lanterfanten, relaxen, lummelen en recreëren door moet ik toch eventjes heel erg opscheppen:

Mijn vader is een STENTMAN!

(Ja, nee, echt!!! Hij had hartklachten, werd gekatheteriseerd en kreeg op dezelfde dag ook nog een dotterbehandeling waarbij een stent geplaatst werd, echt gaaf dat dat kon!)



Ik hoopte dit bericht nog een beetje op te leuken met een bijpassende uitspraak van de Polletjes uit de schriftjes-met-leuke-uitspraken-van-toen-ze-nog-klein-waren, maar ik kon niets vinden. Wel deze enigszins toepasselijke situatie, want hij gaat ook over dokters:
Grote Pol haalt Kunstpol op van de peuterspeelzaal. Kunstpol speelt met het dokterskoffertje en Grote Pol mag het volgende slachtoffer zijn. Hij gaat liggen en Kunstpol vraagt voor hij begint nog even voor de zekerheid: 'Papa, was je ziek of was je dood?'