Uitgelezen 2019

woensdag 29 februari 2012

dinsdag 28 februari 2012

Morgen

Vandaag was het voor mij de een-na-laatste dag op mijn werk. Een dag vol laatste dingen. De laatste keer overleggen, de laatste keer de telefoon opnemen, de laatste keer een kopietje maken, de laatste keer de deur opendoen, de laatste keer inloggen in het leerlingvolgsysteem. Daar kún je heel dramatisch over doen. Dat kan. Maar ik was vandaag juist vrolijk, evenwichtig en rustig.
Morgen een dag in het teken van mijn afscheid. Ik weet een beetje wat me te wachten staat. Ik word van huis opgehaald, nog net niet door een wit koetsje met zestien paarden. Mijn collega's gaan me toezingen, mijn baas gaat me toespreken. Het wordt vast een mooie dag. Een bitterzoete dag. Een dag met een lach en een traan.
Ik ga ervan genieten, hoop ik. Maar o, wat ga ik deze school, deze kinderen, deze collega's, dit werk missen. Mijn hart ligt daar nog en ik weet niet wanneer ik dat weer terugkrijg. Daar kún je heel dramatisch over doen. Dat kan.

maandag 27 februari 2012

Worstwarmhouddingen



























Dit is Blue. Een vlinderhondje. En weet u wat Blue draagt? Een truitje dat ik heb gebreid! Jawel, jawel. Ik ben een veelzijdig typetje. Dat truitje kán natuurlijk ook dienen als worstwarmhoudding, vandaar die domme titel hierboven.
Blue heeft zo'n jasje wel nodig, want waar hij woont is het koud en liggen er telkens weer bergen sneeuw. Daarom kijkt hij ook zo zielig. Gelukkig wordt het ook daar weer gauw lente en kan hij zijn pootjes strekken in de liefelijke, groene, zachte bergweitjes.

In dit huishouden, waarin honden streng verboden zijn, heb ik het gepresteerd voor dit-hondje-op-afstand zoiets te fabrieken! Grote Pol is er niet blij mee, maar hij moet niet zeuren, want ik ben al bijna klaar met zijn derde sok.
Mocht uw hondje ook zo'n leuk hondenjasje willen: bestel maar! Voor vijf euro (excl. verzendkosten) maak ik er één op maat. Ik kan toch niet eeuwig sokken blijven breien...

zaterdag 25 februari 2012

De Polle in Zwolle

Oké, Christina en Jet raadden het goed: we waren in Zwolle. Of Sassenheim, want er werd nog wat aan carnaval gedaan.
Hier een foto van ons uitzicht vanuit het B&B bij daglicht. Ook eens overnachten daar? Warm aanbevolen!

Raadsel

Grote Pol en ik waren deze week even weg. Twee dagen en een nacht ertussenuit. En ja. De Polletjes deden het thuis prima. Echt. De afwas keurig gedaan, geen ruzie gemaakt, geen vuurtjes gestookt. Modelkinderen zijn het.
Trouwens, deze hele vakantieweek deden ze het goed. Samen naar een plek waar ooit Duitsers in de wijde wereldoorlog gelegerd waren, samen naar een plek waar ooit veel NSB'ers in de wijde wereldoorlog woonden, samen naar 'De Muur van Mussert', samen naar een museum over de wijde wereldoorlog, samen naar een bunker uit de wijde wereldoorlog, samen naar een collegaverzamelaar van spulletjes uit de wijde wereldoorlog. En dat alles netjes op de fiets. Gemiddeld al gauw veertig kilometer per dag. Ik weet alleen niet of ze wel keurig hun hand uitsteken als ze afslaan.
En nu wilt u natuurlijk weten waar Grote Pol en ik uithingen? We sliepen in elk geval in het leukste B&B van Nederland. Met dit feeërieke uitzicht uit ons slaapkamerraampje.
Wie weet het?

vrijdag 24 februari 2012

DWZI Therapeutisch breien

Ziet u die sokken? Met van dat garen dat vanzelf van kleur verspringt, zodat ze nu heel ongelijk lijken?
Die heb IK dus gebreid!!!!!
Goed, hè?

Helemaal manisch werd ik van dat sokkengebrei. Daarna depressief. Ik droomde er zelfs van... Ik wilde het zo graag kunnen, maar ik kon het niet. (Terwijl ik zo veel wel kan: haken, borduren, naaien, andere dingen breien, macrameeën, appliceren, mazen, stoppen, punniken, weven, vlechten en knippen en plakken.) Probeerde en probeerde, maar mijn gebrekkige ruimtelijk inzicht zat me in de weg. En die vijf pennen die ik volgens een breitante op het weeweewee moest gebruiken ook. Dan weer stak er een bijna in m'n oog, dan weer in m'n buik. Of er kletterde er een uit het breiwerk, zo op de grond, zodat ik al die steken weer moest ophalen. Gék werd ik ervan. Helemaal gék! Intens blij kon ik zijn als het me enigszins lukte die dingen de goede kant uit te laten wijzen.
De aanwijzingen van die breitante op het weeweewee waren leuk geprobeerd, maar lang niet voldoende. Allerlei youtubefilmpjes met authentieke breisters bestudeerde ik, maar ik durfde gewoon niet aan de hiel te beginnen.
Ik had gewoon een sokkenbreiende oma nodig om me de kneepjes van het vak even bij te brengen. Iemand die me wat kon helpen en stimuleren en van goede raad voorzien... En die gewoon vertelde dat vijf pennen onzin is. Met vier kan het ook. En dat schéélt!!!
Dus gingen Grote Pol en ik zondag op visite bij zo'n oma. Die schat woont toevallig hier dichtbij. Zij loodste me door mijn achilleshiel en toen ik eenmaal een hiel zag ontstaan en de sok opeens een échte sok werd, wist ik dat ik het kon. Euforisch was ik.

Dus. Mocht u onzeker en faalangstig zijn, of een laag zelfbeeld hebben: Ga naar zo'n oma en leer sokken breien!

Wellicht organiseer ik zelf binnenkort wel een sokkenbreicursus. Inschrijven mag alvast.

Meer DWZI: klik!!!

woensdag 22 februari 2012

Zwemobservaties

Ik ben Master Gedragspecialist. Heb er zelfs een mooi diplomaatje voor. Maar daar doe ik dus eigenlijk veel te weinig mee, zeker na 29 februari.
Gelukkig heb ik een nieuwe studielocatie gevonden. Drie keer per week breng ik er observerend (en zwemmend) mijn tijd door. Mijn bevindingen publiceer ik vooralsnog op dit blog, als voorstudie voor een grootschalig promotieonderzoek. Er moet alleen nog een of andere universiteit belangstelling tonen. Zou mooi zijn, ik zoek namelijk nog een interessant baantje.

Situatie: het zwembad.
Tijd: het banenzwemmen tussen 11.30 en 13.00 uur.

Grofweg zijn de banenzwemmers te verdelen in drie groepen. Alle observaties zijn waarheidsgetrouw, ongelogen en absoluut niet overdreven. Helaas.

Groep 1. De vrouwen en een klein deel van de mannen. Vaak in tweetallen zwamzwemmen ze vredig licht zigzaggend of scharend door het bad. Schoolslag. Ontwijken snelzwemmers en rugzwemmers (vandaar die zigzag). Veelal ontspannen en vrolijke dikkerdjes. Conversatie gaat over de kinderen, het eten vanavond of de recent van hen afgevallen of toebedeelde kilo's.

Groep 2. De asocialen. Altijd mannen. Ze zwemmen nietsontziend met hun brilletjes in borstcrawl of rugvlinderslag en terroriseren zo het hele zwembad. Gaan er regelmatig uit en springen er dan bommatig weer in. Veroorzaken spetters, golfslagen, blauwe plekken door hun krachtig uitslaande ledematen en hartaanvallen. Als je niet uitkijkt belagen ze je van achteren en zwemmen ze over je heen (vergelijk paddentrek). Overig zonder duidelijk seksistische bedoelingen. Eigenen zichzelf bepaalde banen in het zwembad toe waar de leden van de andere groepen niet mogen komen, nee, zelfs niet in de buurt ervan. Geen oog voor de moeilijkheden waarin groep 1 zich soms bevindt. Deze groep 1 kan aan alle kanten belaagd worden en daardoor in een hoek gedreven worden. Groep 1 moet daarom werkelijk overal ogen en oren hebben en een groot zigzaggend wendvermogen.

Groep 3. De viezeriken. Altijd mannen. Staan in het ondiepe met hun rug tegen de lauwwarmwaterspuiters aan te schurken en kijken hun ogen uit. Dragen om die reden nooit duikbrilletjes. Zorgen ervoor dat ze altijd in die baan staan waar de in hun ogen aantrekkelijke vrouwen rechtstreeks op hen afzwemmen of, erger nog, van hen afzwemmen (en dat hoeven niet per se vrouwen te zijn met wulpse borstjes en blote bikini's, sterker nog: het kunnen ook obese dikkerdjes met prednisonhoofden zijn). Om die reden moet groep 1 dus ook al een groot zigzaggend vermogen hebben. De allervieste viezeriken staan in de douche, waar het hele banentrekkend volk ruimschoots zicht op heeft, uitgebreid met hun handen in hun zwembroekies hun billen en 'voorzaakjes' te wassen. Echt waar.

Binnenkort meer diepgravende observaties vanuit dit zwembad, ergens in Nederland.... Misschien wel met foto's!

maandag 20 februari 2012

Eten op straat

Nog even over die tompoezen van gisteren.
M'n moeder, trouwe lezer van dit blog, reageerde gisteravond per mail. Zij wist zich het tompoeseetfestijn natuurlijk ook nog goed te herinneren. M'n moeder schreef:
Ook weet ik nog, dat er een Zeeuwse mevrouw met mij ging praten, zij zei zich te schamen als vrouw, voor de schaamteloze manieren van die jonge vrouwen.  
En met die jonge vrouwen werden uiteraard wij bedoeld, wat meteen ook een soort compliment voor mijn moeder was, want die zal rond de veertig zijn geweest...

Eten op straat, ik doe het eigenlijk nooit meer. Misschien vind ik het ook wel een beetje schaamteloos. Terwijl dat tompoeseetfestijn juist vanwege het schaamteloze, maar dan positief bedoeld, zo leuk was... Ik was nog jong en dat opeens uit de band springen vond ik helemaal super.
Vroeger at ik dus wel vaker op straat. En dat doet me denken aan mijn aanbidder. Ik was een jaar of vijftien en hij was helemaal hoteldebotel van mij. Ik zal geen naam noemen, want zijn vrouw (bekend blogster!) leest hier regelmatig mee.... Hij uitte zijn liefde onder andere door het geven van cadeautjes. Zo kreeg ik een keer rond 22.30 uur een (halve?) liter boerenjongensijs, terwijl ik al in bed lag. We hadden amper een vriezer thuis, dus heb ik die hele beker meteen heerlijk leeggelepeld. Zonder mijn ouders wat aan te bieden, schaamrealiseer ik me nu pas.
Een andere keer hadden we, met nog een vriend, een doos negerzoenen gekocht. Naar huis lopend blufte ik dat ik die hele doos wel in een keer leeg kon eten. Dat moest ik natuurlijk bewijzen. Het lukte me moeiteloos.

Eten jullie wel eens op straat?

zondag 19 februari 2012

Pure decadentie met tompoezen van de Hema

Twee plakken grijzig bladerdeeg, meestal gebroken,
een zakje geel poeder waarbij door de mierzoete chemische geur alleen al de vullingen spontaan uit je mond sprongen, en dat vermengd met water op miraculeuze wijze in 'echte' banketbakkersroom transformeerde
en een klein zakje met roze glazuur dat je alvast in een geelplastic bakje niet te warm water moest leggen, zodat het spul wat vloeibaarder werd,
dat was de inhoud van de dozen waarmee ik in de jaren zeventig Zelf Tompoezen leerde 'bakken'.


Ik moest er weer aan denken door een artikeltje in onze krant dat ook in het blog Koken met Karin te lezen is, tevens hier rechts ergens in de sidebar te beklikken. Compleet met recept hoe het wel moet...
Dat zakje glazuur was de slagroom op de taart, want eenmaal halfslachtig leeggemaakt en voorzichtig uitgestreken - het werd nooit zo mooi als op het plaatje - bleef er nog genoeg over in dat zakje wat je dan zo in je mond kon leegknijpen.
Daarna het moeilijkste: het snijden der tompoezen. Van tevoren het mes nat maken, dat moest, stond op de verpakking. Er moesten er zes uit kunnen, maar dat lukte amper. Wat altijd wel prima lukte was naderhand het mes goed aflikken.

Mijn moeder en ik waren dol op tompoezen. Misschien door de kleur, roze was ook mijn lievelingskleur, maar vooral door de substantie.  Als het maar geel, roze, goedkoop en iets met koek was, dan was het goed. Fijnproeven was er nog niet bij.
Ik herinner me nog een zonnige winkelmiddag met m'n moeder in de stad en de tompoezen bij de Hema waren in de aanbieding. Vier voor drie gulden, of zo. Of zes voor voor vier gulden, kan ook goed. Die kochten we en zittend op een muurtje aten we er een op. En nog een. En waarschijnlijk dus nóg een.
Die onwaarschijnlijke luxe, dat decadente gevoel, het was een topervaring. Zoiets deden we nooit!

Ja mensen, een topervaring met tompoezen van de Hema. Het kan.

dinsdag 14 februari 2012

Tranen van de zon

Deze week werk ik voor het laatst met 'mijn' kinderen op school. Na de voorjaarsvakantie stop ik met  werken. Vorige week heb ik het ze verteld. Ik heb het luchtig gebracht, ook al voelt het niet bepaald luchtig. Ik zal de kinderen ontzettend missen, het werk ook, de collega's, de sfeer op school.
Toen ik uitlegde dat ik eigenlijk altijd ziek ben, maar dat je dat niet aan de buitenkant kunt zien, begrepen ze het wel zo'n beetje.
De een reageerde stoïcijns, bijna schouderophalend, de ander emotioneler. En een begon te huilen. Maar dat lag aan de zon die zo in z'n ogen scheen, legde hij ijverig uit. Daar kreeg hij altijd tranen van.

Maar de zon scheen helemaal niet.

maandag 13 februari 2012

Gevat

Weet u nog? Dat ik een overvloed aan ogen heb?
Parapol kan erg gevat zijn. Nog twee voorbeeldjes.

Gisteren zei ik tegen Grote Pol: 'We moeten ons bed nog opmaken.'
Zegt Parapol: 'Dat kost een boel mascara!'

Ik vraag Parapol of hij even een doekje over de tafel wil halen. Klimt hij met een doekje in z'n hand over de tafel heen en stapt er aan de andere kant weer af.

zondag 12 februari 2012

Van de sok en de mus

moe breit een sok.
een sok voor pap.
pap heeft een voet en nog een voet.
de voet heeft een teen en nog een teen en nog een teen.
de teen is niet warm. nee. de teen is heet én koud!
en nog een teen en nog een teen.
de teen prikt.
pap heeft pijn.
au, au.
pap doet de voet in bad.
eerst in een warm bad, dan in een koud bad.
en dan nog een keer en nog een keer.
het helpt niet.
dan doet pap zalf op de voet.
maar dat helpt ook niet.
dan plast pap op de voet.
bah.
vies.
het mag niet van moe. maar pap doet het toch.
want broer zei: dát helpt.
maar het helpt niet.
wat een pijn.
och, och.
och, die pap toch.
dan koopt pap een sok.
een sok van wol.
en nog een sok van wol.
en een schoen en nog een schoen.
de schoen is duur en groot.
de schoen is voor een berg.
dat helpt.
de pijn gaat weg.
maar de sok is duur.
wel 18 eu-ro.
dus nu breit moe een sok.
een sok van wol.
dat is zwaar.
dat kan moe nog niet.
dus schrijft moe geen blog.
geen tijd.


de mus.
er zit een mus in de kou.
hij tsjilpt niet.
hij vliegt niet.
hij heeft het koud.
zo koud!
pol redt de mus.
hij maakt hem warm.
de mus vindt het fijn.
hij krijgt een warm bed.
met een doek.
de doek is zacht.
het bed staat goed.
daar waar de poes niet komt.
maar dan.
dan gaat de mus toch dood.
ach.
die mus toch.
die pol toch.

zaterdag 11 februari 2012

In dubio

Soms, soms kan ik maar moeilijk keuzes maken. Zo zat ik vanmorgen te dubben. Wel of niet eieren gaan halen bij dat adresje op loopafstand? Blijven zitten bij de warme kachel, of toch niet?
Ik kwam er niet uit.
Begint Grote Pol over De Vakantie. Over de grote vragen ervan. Het Waarheen, Waartoe, Wanneer. Man. Ik kan nog niet eens beslissen of ik wel of niet die halve kilometer wil gaan lopen.

woensdag 8 februari 2012

Ervaringsdeskundige

Dat ik een zonnebril en een begeleider moest meenemen naar de oogarts waren ze even vergeten te vertellen. Dus fietste ik met wijdopen pupillen door de schitterende witte sneeuw naar huis. Het zonnetje deed haar stralende best. Als een gebochelde, mensenschuwe ouwe vrouw trapte ik zo snel mogelijk de kilometers weg. Bijna totaal verblind.

Thuis gekomen genoot ik van het donker: Parapol was die ochtend als laatste vertrokken en had (dus) de gordijnen niet open gedaan. En toen? Toen kon ik niets. Niet lezen, niet computeren, geen sinaasappeltje persen, geen tv kijken. Brood smeren op de tast, cd'tje opzetten op gevoel. Drie uur lang wachten tot de oogdruppels uitgewerkt waren.

En dan bedenken wie ik eigenlijk had moeten bellen, daar in het ziekenhuis. Iemand had me best even willen thuisbrengen....

Ach. Ik weet nu wel een beetje hoe het is om slechtziend te zien. Echt rot.

Poep op onze stoep

 Oftewel: stront aan de knikker van de buurtjes...

dinsdag 7 februari 2012

Opmaken

Doordenkertje

Zal ik morgen mijn ogen opmaken? vraag ik aan tafel. Ik moet voor het eerst naar de oogarts en weet eigenlijk niet of opgemaakte ogen dan handig zijn.
Zegt Parapol: 'Heb je er dan nog zo veel?

maandag 6 februari 2012

Wie wil er ook zo'n cool breisel?


Een collega van mij bestelde een muts bij mij voor haar nog te baren baby. Een ijsmutserig geval en dit is het eindresultaat, inclusief mooiste baby van het jaar en Purperpollerig felicitatiekaartje.
 Staat 'm cool, vind je niet?

En nu krijg ik opeens van een of ander gek mens uit de bergen de vraag of ik ook hondentruien kan breien...  ;)
Tja. Dat kan ik vast wel. Maar ik wil mijn huwelijk met de grootste hondenhater van het westelijk halfrond niet op het spel zetten. Dus als hij dan vraagt wat ik aan het breien ben, zeg ik gewoon dat ik een worstwarmhoudding maak. Altijd handig hier met die worstverslindende Polletjes.

O, en andere bestelligen zijn welkom, hoor. Maar houd er wel rekening mee dat eerst sokken moet leren breien voor tegen de wintertenen van Grote Pol.... Als we nu een hond hadden gehad, had Grote Pol die dagelijks kunnen uitlaten. Goed voor de doorbloeding.

zaterdag 4 februari 2012

Stoer

Hah!

Ik heb een zoon. Een stoere. Een sterke. Een zoon die weet wat hij wil. Een zoon die écht ergens voor gaat. Een die niet bang is voor kou, voor gladheid, voor ploegen door de sneeuw.

Een zoon die dolblij is met een nieuw baantje als vrijwilliger in weer een ander oorlogsmuseum en vanmorgen twintig kilometer heen fietste en straks weer twintig kilometer terug gaat fietsen.

Hah!

donderdag 2 februari 2012

Een wel heel apocrief scheppingsverhaal

Ik vertel aan tafel over een vernieuwde supermarkt waar het prettig winkelen was. Ze hebben er ook van die bliepdingen waarmee je zelf je boodschappen kunt scannen en betalen. Grote Pol is niet blij met die 'vooruitgang', want dat gaat weer eens ten koste van de werkgelegenheid.
Parapol, onze geschiedenisman, legt de link met de industriële revolutie, waarbij er ook opeens een stuk minder werk was voor de gewone man.
En toen was het bruggetje naar de dino's snel gemaakt in dit fantasievolle huishouden. Want toen de dino's uitstierven, waren er opeens geen dinohoeders meer nodig. Gevolg: enorme werkloosheid. Crisis!
Er werden ook geen mensen meer opgegeten door die nare dino's, dus de bevolking groeide. Maar er was geen voedsel voor al die mensen, daardoor stierven ze weer uit en bleven er alleen één man en één vrouw over en die heetten toevallig Adam en Eva.
Adam mocht de overgebleven dieren een naam geven. Het waren vredelievende beesten, behalve de slang, die verdacht veel op een afstammeling van de dino's leek. 'Waar zijn jouw pootjes gebleven?' vroeg Eva aan de slang en toen moest ie wel gemeen worden. De slang verleidde de mens tot zonde. En de mens? Die bedacht dat een bliepding in de supermarkt wel een goede uitvinding zou zijn.

Ter geruststelling: normaal zijn we heel normale en bijbelgetrouwe mensen.