Uitgelezen 2019

zondag 22 november 2015

Vieze woorden - dingetje 3

IJdel ben ik niet.
Om uiterlijk geef ik niet echt veel, al zijn er wel wat kilootjes,
zeg maar: kilo's,
zeg maar: heel wat kilo's,
die ik er dolgraag af zou willen hebben. Het liefst min of meer vanzelf.
Ik hoef geen rimpelloos gezicht te hebben.
Mijn grijze haren verf ik niet meer, want daar is geen beginnen aan. Bovendien schijnt het me liever te maken, zo'n warrige krans van witte lokken.

Maar toen ik bij de dermatoloog was om een onschuldig ogend plekje op mijn gezicht voor de zekerheid toch even te laten beoordelen (ik heb door mijn medicijngebruik een verhoogde kans op huidkanker), en het bleek een ouderdomswratje te zijn, had ik er toch wel moeite mee.
Dat woord. ouderdomswwwwratje, iegh. Ouderdom, terwijl je 45 bent, daar wil je nog niet echt aan denken en wratten vond ik als kind al vies.
Een beetje vanwege hun uiterlijk,
een beetje meer vanwege het gevoel dat het gaf als ik Cynthia, mijn klasgenootje met wratten op haar duim, een hand moest geven,
maar vooral de klank van het woord vond en vind ik eigenlijk heelheel smerig.
Ik vind wrat een klankvies woord. Net als braak (dat is logisch), strelen (een persoonlijke afwijking) en snotterig. O, en dan vergeet ik nog geul, lap, bloot en gaar.

Kent u ook klankvieze woorden?

zondag 8 november 2015

Soms moet je risico's nemen - dingetje 2

Bijvoorbeeld als je wegens ziekte ontslagen wordt en toch geld moet verdienen. Dan begin je een eigen bedrijf. Ook als je een beetje bang bent voor officiële instanties, voor ontevreden klanten, voor geld uitgeven en facturen sturen en voor jezelf promoten.
Of als het verkeerslicht kapot is en het blijft maar rood en je wil uit principe liever niet door rood rijden.
Of als je zoon iets grappigs doet of zegt en je weet dat hij niet wil dat je het op je blog zet en je doet het tóch.
Of als de hoes van die stoel-die-bijna-iedereen-heeft echt weer heel vies is geworden en je besluit 'm dan toch maar weer te gaan wassen. De vorige keer kreeg je het kussen er ook al amper in en dit keer kan het alleen maar moeilijker worden. En ja hoor, het lukt echt niet meer en die hoes is ook niet helemaal schoon geworden. Trouwens, het is overduidelijk een hoes met een label, we hadden het kunnen weten. Hoezen met labels, dat kan nooit goed komen. (Voor de duidelijkheid: dit is sarcasme!)
Die stoel zelf is ook niet goed, er is wat mee. Hij heeft geen label, maar hij zakt door, zit scheef, zet aan tot dwangmatig wiebelen en je komt er dwars uit. Een foute vriend waar je dus maar beter niet mee kunt omgaan. Ernaast zitten, dan kan nog net, maar je moet niet te close worden, want dan word je meegetrokken in zijn probleemgedrag.
Nee, die stoel, da's echt een dingetje hier in huis (ieuw, ik vind dat eigenlijk een Heel Foute Uitdrukking, sorry). Je wilt hem ook weer niet gedwongen uit huis plaatsen, namelijk. (Sarcastisch dus.)

Toch heeft dit verhaaltje een happy end. Ik heb het nog een keertje geprobeerd en nu zit het kussen toch weer keurig in de hoes. Ik heb de stoel nog niet uitgeprobeerd, daar heb ik Polletje 2 voor. Die is immuun voor foute vrienden.

donderdag 5 november 2015

Als oma dit geweten had... - dingetje 1.

Lelijk, nutteloos, truttig of juist plat, rotzooi.
Ik heb het niet zo op souvenirs. Ik koop ze nooit, zou ook niet weten wie ik er een plezier mee zou kunnen doen. Vakantieherinneringen bewaar ik van binnen, ik maak zelfs zelden foto's, die worden toch nooit zo mooi als het echte plaatje. Tenminste, niet die foto's die ik maak. 
De meeste souvenirs hier in huis kreeg ik van mijn moeder. Die had er blijkbaar wel lol in om wat voor me uit te zoeken en ik vond het fantastisch. Dat blijkt, want ik heb ze allemaal bewaard, niet in een of andere doos in de berging, ze liggen voor het grijpen.
Een minipaartje klompjes dat ik kreeg toen mijn ouders, volgens mij, voor de eerste keer een paar dagen zonder de kinderen weggingen. Een kralenkettinkje met slofjes van echt leer (uit Tecklenburg, ik weet zelfs nog waar ze heen gingen, moet rond 1978 zijn geweest). Een stel heel kleine Franse vaasjes met een prachtige kleur.


Van mijn oma kreeg ik deze liniaal toen ze op vakantie naar Zwitserland was geweest. Ik vond hem prachtig. Plaatjes van de bergen, de strakblauwe lucht, ik zag mijn oma al wandelen. Mooiste foto was die van slot Neuschwanstein, daar wilde ik later wel gaan wonen.
Ik heb 'm al zo'n veertig jaar en gebruik hem bijna elke dag in mijn praktijk. Beschadigd, de kleuren vaal geworden, onhandig, want er staan ook inches op, maar mijn leerlingen vinden hem stuk voor stuk nog steeds wunderschön. En als ik dan vertel dat ie al zo oud is en dat ik hem van mijn oma kreeg die nu allang dood is, stijgt de liniaal in hun ogen nog meer in waarde. 

Bijna zou ik op onze volgende vakantie ook zo'n prutding kopen. Zouden mijn kinderen er dan ook zo lang plezier van hebben? Mwah. Ik denk het niet. 



(Ik probeer weer eens wat leven in dit blog te brengen. Vandaag deel 1 van de dingetjes-serie.)