Vriendje H. en ik hadden wel wat van de Muppetmannetjes, die van het balkon. Altijd achterin de klas, naast elkaar, hadden wij ons commentaar op de lessen, onszelf, medeleerlingen en leraren wel klaar, we hadden vrijwel hetzelfde vakkenpakket (=pret). Hij is trouwens een heel andere richting opgegaan: de lucht in (heeft een boeiend klinkende multibaan bij KLM, onder andere als steward – zie je mij al als stewardess?). Als vreemde bezigheid (lees: bezetenheid) schreven we elkaar in en buiten de les bijna onafgebroken kattenbelletjes, briefjes en brieven. De laatste bladzijden van onze schriften stonden vol met dialogen: hij een zin, ik een zin. Mijn topstuk was een brief van vijftig kantjes, vol puberonzin, maar ook wel met wat serieuzere passages, hoop ik. Als het goed is, heeft H. hem nog.
Binnenkort gaan we elkaar weer zien, samen met gezamenlijk vriendje R., die ik drie jaar geleden via Google herontdekte. Toen hebben R. en ik al samen gechineesd, heerlijk herinneringen opgehaald, foto’s bekeken en helemaal bijgepraat.
Vóór onze volgende ontmoeting met ons drieën duik ik binnenkort de berging in om eens te zoeken naar de goedbewaarde brieven van H., die neem ik dan zeker mee. Samen met een zeer melig, oud cassettebandje met de stem van vriendje R. die mij toesprak omdat ik jarig was.
Ik zie uit naar ons weerzien!