Je hersenen vormen je belangrijkste lichaamsorgaan.
Maar. Dat zeggen je hersenen.
Dussss....
dinsdag 1 december 2015
zondag 22 november 2015
Vieze woorden - dingetje 3
IJdel ben ik niet.
Om uiterlijk geef ik niet echt veel, al zijn er wel wat kilootjes,
zeg maar: kilo's,
zeg maar: heel wat kilo's,
die ik er dolgraag af zou willen hebben. Het liefst min of meer vanzelf.
Ik hoef geen rimpelloos gezicht te hebben.
Mijn grijze haren verf ik niet meer, want daar is geen beginnen aan. Bovendien schijnt het me liever te maken, zo'n warrige krans van witte lokken.
Maar toen ik bij de dermatoloog was om een onschuldig ogend plekje op mijn gezicht voor de zekerheid toch even te laten beoordelen (ik heb door mijn medicijngebruik een verhoogde kans op huidkanker), en het bleek een ouderdomswratje te zijn, had ik er toch wel moeite mee.
Dat woord. ouderdomswwwwratje, iegh. Ouderdom, terwijl je 45 bent, daar wil je nog niet echt aan denken en wratten vond ik als kind al vies.
Een beetje vanwege hun uiterlijk,
een beetje meer vanwege het gevoel dat het gaf als ik Cynthia, mijn klasgenootje met wratten op haar duim, een hand moest geven,
maar vooral de klank van het woord vond en vind ik eigenlijk heelheel smerig.
Ik vind wrat een klankvies woord. Net als braak (dat is logisch), strelen (een persoonlijke afwijking) en snotterig. O, en dan vergeet ik nog geul, lap, bloot en gaar.
Kent u ook klankvieze woorden?
Om uiterlijk geef ik niet echt veel, al zijn er wel wat kilootjes,
zeg maar: kilo's,
zeg maar: heel wat kilo's,
die ik er dolgraag af zou willen hebben. Het liefst min of meer vanzelf.
Ik hoef geen rimpelloos gezicht te hebben.
Mijn grijze haren verf ik niet meer, want daar is geen beginnen aan. Bovendien schijnt het me liever te maken, zo'n warrige krans van witte lokken.
Maar toen ik bij de dermatoloog was om een onschuldig ogend plekje op mijn gezicht voor de zekerheid toch even te laten beoordelen (ik heb door mijn medicijngebruik een verhoogde kans op huidkanker), en het bleek een ouderdomswratje te zijn, had ik er toch wel moeite mee.
Dat woord. ouderdomswwwwratje, iegh. Ouderdom, terwijl je 45 bent, daar wil je nog niet echt aan denken en wratten vond ik als kind al vies.
Een beetje vanwege hun uiterlijk,
een beetje meer vanwege het gevoel dat het gaf als ik Cynthia, mijn klasgenootje met wratten op haar duim, een hand moest geven,
maar vooral de klank van het woord vond en vind ik eigenlijk heelheel smerig.
Ik vind wrat een klankvies woord. Net als braak (dat is logisch), strelen (een persoonlijke afwijking) en snotterig. O, en dan vergeet ik nog geul, lap, bloot en gaar.
Kent u ook klankvieze woorden?
zondag 8 november 2015
Soms moet je risico's nemen - dingetje 2
Bijvoorbeeld als je wegens ziekte ontslagen wordt en toch geld moet verdienen. Dan begin je een eigen bedrijf. Ook als je een beetje bang bent voor officiële instanties, voor ontevreden klanten, voor geld uitgeven en facturen sturen en voor jezelf promoten.
Of als het verkeerslicht kapot is en het blijft maar rood en je wil uit principe liever niet door rood rijden.
Of als je zoon iets grappigs doet of zegt en je weet dat hij niet wil dat je het op je blog zet en je doet het tóch.
Of als de hoes van die stoel-die-bijna-iedereen-heeft echt weer heel vies is geworden en je besluit 'm dan toch maar weer te gaan wassen. De vorige keer kreeg je het kussen er ook al amper in en dit keer kan het alleen maar moeilijker worden. En ja hoor, het lukt echt niet meer en die hoes is ook niet helemaal schoon geworden. Trouwens, het is overduidelijk een hoes met een label, we hadden het kunnen weten. Hoezen met labels, dat kan nooit goed komen. (Voor de duidelijkheid: dit is sarcasme!)
Die stoel zelf is ook niet goed, er is wat mee. Hij heeft geen label, maar hij zakt door, zit scheef, zet aan tot dwangmatig wiebelen en je komt er dwars uit. Een foute vriend waar je dus maar beter niet mee kunt omgaan. Ernaast zitten, dan kan nog net, maar je moet niet te close worden, want dan word je meegetrokken in zijn probleemgedrag.
Nee, die stoel, da's echt een dingetje hier in huis (ieuw, ik vind dat eigenlijk een Heel Foute Uitdrukking, sorry). Je wilt hem ook weer niet gedwongen uit huis plaatsen, namelijk. (Sarcastisch dus.)
Toch heeft dit verhaaltje een happy end. Ik heb het nog een keertje geprobeerd en nu zit het kussen toch weer keurig in de hoes. Ik heb de stoel nog niet uitgeprobeerd, daar heb ik Polletje 2 voor. Die is immuun voor foute vrienden.
Of als het verkeerslicht kapot is en het blijft maar rood en je wil uit principe liever niet door rood rijden.
Of als je zoon iets grappigs doet of zegt en je weet dat hij niet wil dat je het op je blog zet en je doet het tóch.
Of als de hoes van die stoel-die-bijna-iedereen-heeft echt weer heel vies is geworden en je besluit 'm dan toch maar weer te gaan wassen. De vorige keer kreeg je het kussen er ook al amper in en dit keer kan het alleen maar moeilijker worden. En ja hoor, het lukt echt niet meer en die hoes is ook niet helemaal schoon geworden. Trouwens, het is overduidelijk een hoes met een label, we hadden het kunnen weten. Hoezen met labels, dat kan nooit goed komen. (Voor de duidelijkheid: dit is sarcasme!)
Die stoel zelf is ook niet goed, er is wat mee. Hij heeft geen label, maar hij zakt door, zit scheef, zet aan tot dwangmatig wiebelen en je komt er dwars uit. Een foute vriend waar je dus maar beter niet mee kunt omgaan. Ernaast zitten, dan kan nog net, maar je moet niet te close worden, want dan word je meegetrokken in zijn probleemgedrag.
Nee, die stoel, da's echt een dingetje hier in huis (ieuw, ik vind dat eigenlijk een Heel Foute Uitdrukking, sorry). Je wilt hem ook weer niet gedwongen uit huis plaatsen, namelijk. (Sarcastisch dus.)
Toch heeft dit verhaaltje een happy end. Ik heb het nog een keertje geprobeerd en nu zit het kussen toch weer keurig in de hoes. Ik heb de stoel nog niet uitgeprobeerd, daar heb ik Polletje 2 voor. Die is immuun voor foute vrienden.
donderdag 5 november 2015
Als oma dit geweten had... - dingetje 1.
Lelijk, nutteloos, truttig of juist plat, rotzooi.
Van mijn oma kreeg ik deze liniaal toen ze op vakantie naar Zwitserland was geweest. Ik vond hem prachtig. Plaatjes van de bergen, de strakblauwe lucht, ik zag mijn oma al wandelen. Mooiste foto was die van slot Neuschwanstein, daar wilde ik later wel gaan wonen.
Ik heb 'm al zo'n veertig jaar en gebruik hem bijna elke dag in mijn praktijk. Beschadigd, de kleuren vaal geworden, onhandig, want er staan ook inches op, maar mijn leerlingen vinden hem stuk voor stuk nog steeds wunderschön. En als ik dan vertel dat ie al zo oud is en dat ik hem van mijn oma kreeg die nu allang dood is, stijgt de liniaal in hun ogen nog meer in waarde.
Bijna zou ik op onze volgende vakantie ook zo'n prutding kopen. Zouden mijn kinderen er dan ook zo lang plezier van hebben? Mwah. Ik denk het niet.
Ik heb het niet zo op souvenirs. Ik koop ze nooit, zou ook niet weten wie ik er een plezier mee zou kunnen doen. Vakantieherinneringen bewaar ik van binnen, ik maak zelfs zelden foto's, die worden toch nooit zo mooi als het echte plaatje. Tenminste, niet die foto's die ik maak.
De meeste souvenirs hier in huis kreeg ik van mijn moeder. Die had er blijkbaar wel lol in om wat voor me uit te zoeken en ik vond het fantastisch. Dat blijkt, want ik heb ze allemaal bewaard, niet in een of andere doos in de berging, ze liggen voor het grijpen.
Een minipaartje klompjes dat ik kreeg toen mijn ouders, volgens mij, voor de eerste keer een paar dagen zonder de kinderen weggingen. Een kralenkettinkje met slofjes van echt leer (uit Tecklenburg, ik weet zelfs nog waar ze heen gingen, moet rond 1978 zijn geweest). Een stel heel kleine Franse vaasjes met een prachtige kleur.
Een minipaartje klompjes dat ik kreeg toen mijn ouders, volgens mij, voor de eerste keer een paar dagen zonder de kinderen weggingen. Een kralenkettinkje met slofjes van echt leer (uit Tecklenburg, ik weet zelfs nog waar ze heen gingen, moet rond 1978 zijn geweest). Een stel heel kleine Franse vaasjes met een prachtige kleur.
Van mijn oma kreeg ik deze liniaal toen ze op vakantie naar Zwitserland was geweest. Ik vond hem prachtig. Plaatjes van de bergen, de strakblauwe lucht, ik zag mijn oma al wandelen. Mooiste foto was die van slot Neuschwanstein, daar wilde ik later wel gaan wonen.
Ik heb 'm al zo'n veertig jaar en gebruik hem bijna elke dag in mijn praktijk. Beschadigd, de kleuren vaal geworden, onhandig, want er staan ook inches op, maar mijn leerlingen vinden hem stuk voor stuk nog steeds wunderschön. En als ik dan vertel dat ie al zo oud is en dat ik hem van mijn oma kreeg die nu allang dood is, stijgt de liniaal in hun ogen nog meer in waarde.
Bijna zou ik op onze volgende vakantie ook zo'n prutding kopen. Zouden mijn kinderen er dan ook zo lang plezier van hebben? Mwah. Ik denk het niet.
(Ik probeer weer eens wat leven in dit blog te brengen. Vandaag deel 1 van de dingetjes-serie.)
zaterdag 26 september 2015
Reünie en mijn geheugen
Gisteren naar een reünie geweest. De school waar ik bijna twaalf jaar werkte, bestaat 25 jaar. Net zoals het huwelijk van Grote Pol en mij, over twee weken.
Ik had echt niet gedacht dat de leerlingen die mij in groep 1 of 2 als leerkracht hadden mij nog zouden herkennen. Ik denk dat soort dingen trouwens vaker. Het ligt blijkbaar aan mij. Ik denk dat ík mensen wél herken, maar zij mij niet. Omdat ik te onbelangrijk voor ze ben geweest en omdat ik een belachelijk goed geheugen heb. Meestal. Ik denk altijd dat zij grotere indruk op mij maakten dan andersom. Ben soms verbaasd als ze mij vriendelijk bij mijn naam noemen, een praatje beginnen en dingen over mij weten die ik niet meer wist.
Maar goed. De kinderen herkenden mij dus wel, voordat ik hen herkende. Maar dat is logisch: die jongens die niet uit de bouwhoek weg te slaan waren of buiten altijd op de grote stuurkar zaten, hebben nu baarden en zware stemmen en leren voor leuke beroepen als loodgieter, podotherapeut en retailmanager.
En de meiden die in de huishoek prinsesje, ziekenhuisje, kapstertje of vaderenmoedertje speelden, zijn nu écht verpleegkundige, kapster of moedertje. Nee. Dat laatste nog niet. Voor zover ik weet. Er zaten trouwens ook andere beroepen tussen, hoor, maar die ingewikkelde namen van opleidingen van tegenwoordig onthoud zelfs ik niet meer 1-2-3. Mijn geheugen valt in dit stukje dus behoorlijk door de mand.
Toen ik hen vroeg wat ze nog van mij wisten, zei er één: 'U had vroeger bruin haar.'
Ja, dat weet ook ik me nog te herinneren...
Ik had echt niet gedacht dat de leerlingen die mij in groep 1 of 2 als leerkracht hadden mij nog zouden herkennen. Ik denk dat soort dingen trouwens vaker. Het ligt blijkbaar aan mij. Ik denk dat ík mensen wél herken, maar zij mij niet. Omdat ik te onbelangrijk voor ze ben geweest en omdat ik een belachelijk goed geheugen heb. Meestal. Ik denk altijd dat zij grotere indruk op mij maakten dan andersom. Ben soms verbaasd als ze mij vriendelijk bij mijn naam noemen, een praatje beginnen en dingen over mij weten die ik niet meer wist.
Maar goed. De kinderen herkenden mij dus wel, voordat ik hen herkende. Maar dat is logisch: die jongens die niet uit de bouwhoek weg te slaan waren of buiten altijd op de grote stuurkar zaten, hebben nu baarden en zware stemmen en leren voor leuke beroepen als loodgieter, podotherapeut en retailmanager.
En de meiden die in de huishoek prinsesje, ziekenhuisje, kapstertje of vaderenmoedertje speelden, zijn nu écht verpleegkundige, kapster of moedertje. Nee. Dat laatste nog niet. Voor zover ik weet. Er zaten trouwens ook andere beroepen tussen, hoor, maar die ingewikkelde namen van opleidingen van tegenwoordig onthoud zelfs ik niet meer 1-2-3. Mijn geheugen valt in dit stukje dus behoorlijk door de mand.
Toen ik hen vroeg wat ze nog van mij wisten, zei er één: 'U had vroeger bruin haar.'
Ja, dat weet ook ik me nog te herinneren...
maandag 24 augustus 2015
24/272 Zes weken lang geen drol doen...
... dat deed ik.
Nou ja. Bijna dan.
Telkens denken: ik moet toch 's dit, of dat, of zus, of zo. En dan toch weer terugzakken in de luiestoelmodus.
We gingen wel twee daagjes naar Rotterdam, we wandelden zowaar een hele midweek in Zuid-Limburg rond (zie de foto hierboven), we deden nog 's een stadje, een dorpje, een fietstochtje, een bezoekje, maar veel meer stelde het niet voor.
Ja, ik breide wat. Een grijs vest. Heel gewoon, simpel. Niets voor mij, want ik wil altijd dingen met Veel Kleur en Veel Geflodder. Maar ik moet er wat normaler uit gaan zien, vind ik. Ik ben tenslotte een Dame op Leeftijd. Van de weeromstuit kan ik in de winkels he-le-maal niets van mijn gading vinden. Ik verkeer in een kledingidentiteitscrisis: eigenlijk wil ik de kleur en het geflodder nog niet kwijt, maar ik moet naar grijs en gedekt en keurig. Een mantelpakje wellicht.
Haha, u dacht toch niet dat ik dat meende?
Maar verder deed ik dus niets.
Sorry.
Want ik was echt wel van plan weer wat meer te gaan bloggen. Ik had wel wat onderwerpjes bedacht, maar ik had gewoon geen zin.
En nu moet ik weer actief gaan doen. Daarnet weer mijn eerste leerlingen begeleid, dat geeft reuring en brengt de boel weer in beweging. Hard nodig. Van actief zijn word je creatiever.
Dus wie weet blog ik binnenkort weer dat het een lieve lust heeft. En brei ik weer hatseflatsdingesen.
Dit is dag 24 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
Nou ja. Bijna dan.
Telkens denken: ik moet toch 's dit, of dat, of zus, of zo. En dan toch weer terugzakken in de luiestoelmodus.
We gingen wel twee daagjes naar Rotterdam, we wandelden zowaar een hele midweek in Zuid-Limburg rond (zie de foto hierboven), we deden nog 's een stadje, een dorpje, een fietstochtje, een bezoekje, maar veel meer stelde het niet voor.
Ja, ik breide wat. Een grijs vest. Heel gewoon, simpel. Niets voor mij, want ik wil altijd dingen met Veel Kleur en Veel Geflodder. Maar ik moet er wat normaler uit gaan zien, vind ik. Ik ben tenslotte een Dame op Leeftijd. Van de weeromstuit kan ik in de winkels he-le-maal niets van mijn gading vinden. Ik verkeer in een kledingidentiteitscrisis: eigenlijk wil ik de kleur en het geflodder nog niet kwijt, maar ik moet naar grijs en gedekt en keurig. Een mantelpakje wellicht.
Haha, u dacht toch niet dat ik dat meende?
Maar verder deed ik dus niets.
Sorry.
Want ik was echt wel van plan weer wat meer te gaan bloggen. Ik had wel wat onderwerpjes bedacht, maar ik had gewoon geen zin.
En nu moet ik weer actief gaan doen. Daarnet weer mijn eerste leerlingen begeleid, dat geeft reuring en brengt de boel weer in beweging. Hard nodig. Van actief zijn word je creatiever.
Dus wie weet blog ik binnenkort weer dat het een lieve lust heeft. En brei ik weer hatseflatsdingesen.
Dit is dag 24 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
woensdag 5 augustus 2015
23/272 Polletjeswijsheden - citaten van een jarig Polletje
Niet alleen jonge kinderen zeggen soms grappige dingen. Ook Thuisblijfpolletje kan er wat van:
Ik heb m'n fiets gepimpt. Kijk maar, ík zit erop.
Erg profiteren van iets - volgens Polletje wil je dan drie appeltjes van twee walletjes eten.
Twee keer een boterham met hagelslag mag in Huize Pollenstein niet, maar van het toch heel redelijke alternatief chocopasta beweert Polletje puistjes te krijgen. En waarom krijgt hij die van chocoladehagelslag dan niet? Nou, daar zit lucht tussen.
Polletje volgt de actualiteit en deelt zijn kennis gul. Bied je aan zijn nek te masseren en in smeren met tijgerbalsem, zegt ie: 'Wist je dat in Den Haag 21 van de 24 Thaise massagesalons wordt gesloten?'
Ik heb m'n fiets gepimpt. Kijk maar, ík zit erop.
Erg profiteren van iets - volgens Polletje wil je dan drie appeltjes van twee walletjes eten.
Twee keer een boterham met hagelslag mag in Huize Pollenstein niet, maar van het toch heel redelijke alternatief chocopasta beweert Polletje puistjes te krijgen. En waarom krijgt hij die van chocoladehagelslag dan niet? Nou, daar zit lucht tussen.
Polletje volgt de actualiteit en deelt zijn kennis gul. Bied je aan zijn nek te masseren en in smeren met tijgerbalsem, zegt ie: 'Wist je dat in Den Haag 21 van de 24 Thaise massagesalons wordt gesloten?'
Jaaaah, dan heb je zó'n grote tuin, met wel vier rivieren - is dat een soort Nederland daar, of zo? - En waar zetten ze dan die twee poppetjes neer? Precies bij die twee bomen waar je niks aan hebt.
Opeens, tijdens het eten: 'Zijn jullie eigenlijk wel jong geweest?'
Opeens, tijdens het eten: 'Zijn jullie eigenlijk wel jong geweest?'
dinsdag 30 juni 2015
22/272 Hoe vetter, hoe better
Afgelopen zaterdag heb ik met ThuisPolletje in een exquise restaurant gegeten. Een waar FoodWalhallah, met uitgelezen dranken en spijzen, of zo. En Grote Pol mocht niet mee. Dat zat zo:
Toen ThuisPolletje nog op de vooropleiding voor defensie zat, ging hij na zijn eerste bivakweek na de lange treinreis terug naar huis eerst met zijn maten lekker snacken bij K.appa-Docië. Pas daarna naar huis, verzadigd en moe. En na de tweede week deden ze het weer en toen was het al traditie geworden waar niet aan te tornen viel.
De naam van deze sjofele, sfeerloze tent op ons grauwe station werd trouwens steevast uitgesproken als Kappedosie. Polletje was erg enthousiast over de döner en de milkshakes daar. Voor hem is de kaart daar het summum van wat je op culinair gebied kunt krijgen. Zeker na een zware bivakweek, maar ook zomaar voor doordeweeks of op zondag. We moesten daar maar eens uit eten, vond hij.
Grote Pol vond van niet.
Maar ze hebben ook groente, zei Polletje. Je kunt kiezen wat je wilt hebben, komkommer, tomaat, wortel, ijsbergsla, somde hij motiverend op.
Maar Grote Pol vond nog steeds van niet.
Maar ik vond van wel. Zo is hier zo'n beetje de rolverdeling. Grote Pol van de strakke lijn, ik van het meebewegen, van het invoelen, het toegeven. (Maar we draaien af en toe de rollen ook weleens om, hoor.)
ThuisPolletje vond het zo fijn dat ik wel een keer met hem meewilde, dat hij beloofde me te trakteren. Op een broodje döner en een milkshake, dan mocht ik zelf kiezen welke groentes en of ik aardbeien- of bananensmaak wilde. De chocolademilkshake werd afgeraden, de aardbeimilkshake aanbevolen vanwege de frisse natuurlijke smaak.
Toen Grote Pol eigenlijk toch wel mee wilde, mocht hij niet eens meer mee. Polletje was bang dat GP ook daar zou beginnen over toegevoegde suikers, de bio-industrie, verborgen vetten en wat dies meer zij. ThuisPolletje houdt nu eenmaal erg van toegevoegde suikers, veel vlees en 'hoe vetter, hoe better' is zijn levensmotto. Polletje is overigens nog steeds graatmager. Nog wel.
En toen was daar eindelijk zijn salaris, hij werkt tegenwoordig in afwachting op zijn volgend cursusjaar bij de A.ction. We zaten in het zonnetje op het ahumterras. Tussen twee taxichauffeurs die daar buiktechnisch gesproken zichtbaar vaker komen, een oud dametje met een broodje kroket en een stel fietsers (waarschijnlijk zo wanhopig van de honger dat ze niet even doorfietsten naar het bruisende centrum). Ik koos een aardbeienshake en kreeg drie reepjes ijsbergsla, twee slappe schijfjes tomaat en vier frutsels komkommer (de uienringen en plastic wortelslierten liet ik lekker in hun rvs-bakken liggen) in een broodje vol droge vleessnippers dat niet in mijn mond paste. Alles overgoten met knoflooksaus. Na elke hap zaten m'n wangen onder de kledders en moest ik poetsen met het te kleine servetje dat geen vet opnam, ondertussen mijn uitgescheurde mondhoeken masserend met lab.ello. ThuisPolletje genoot en at vlot, zonder geklieder en zeuren (zoals normaal), servetloos zijn broodje weg.
Het was niet bepaald lekker, maar het was óók heerlijk, een culinair hoogtepunt in het leven van uw Purperpolletje, want ThuisPolletje genoot er intens van!
Grote Pol heeft wat gemist.
Eet u smakelijk.
Dit is dag 22 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
Toen ThuisPolletje nog op de vooropleiding voor defensie zat, ging hij na zijn eerste bivakweek na de lange treinreis terug naar huis eerst met zijn maten lekker snacken bij K.appa-Docië. Pas daarna naar huis, verzadigd en moe. En na de tweede week deden ze het weer en toen was het al traditie geworden waar niet aan te tornen viel.
De naam van deze sjofele, sfeerloze tent op ons grauwe station werd trouwens steevast uitgesproken als Kappedosie. Polletje was erg enthousiast over de döner en de milkshakes daar. Voor hem is de kaart daar het summum van wat je op culinair gebied kunt krijgen. Zeker na een zware bivakweek, maar ook zomaar voor doordeweeks of op zondag. We moesten daar maar eens uit eten, vond hij.
Grote Pol vond van niet.
Maar ze hebben ook groente, zei Polletje. Je kunt kiezen wat je wilt hebben, komkommer, tomaat, wortel, ijsbergsla, somde hij motiverend op.
Maar Grote Pol vond nog steeds van niet.
Maar ik vond van wel. Zo is hier zo'n beetje de rolverdeling. Grote Pol van de strakke lijn, ik van het meebewegen, van het invoelen, het toegeven. (Maar we draaien af en toe de rollen ook weleens om, hoor.)
ThuisPolletje vond het zo fijn dat ik wel een keer met hem meewilde, dat hij beloofde me te trakteren. Op een broodje döner en een milkshake, dan mocht ik zelf kiezen welke groentes en of ik aardbeien- of bananensmaak wilde. De chocolademilkshake werd afgeraden, de aardbeimilkshake aanbevolen vanwege de frisse natuurlijke smaak.
Toen Grote Pol eigenlijk toch wel mee wilde, mocht hij niet eens meer mee. Polletje was bang dat GP ook daar zou beginnen over toegevoegde suikers, de bio-industrie, verborgen vetten en wat dies meer zij. ThuisPolletje houdt nu eenmaal erg van toegevoegde suikers, veel vlees en 'hoe vetter, hoe better' is zijn levensmotto. Polletje is overigens nog steeds graatmager. Nog wel.
En toen was daar eindelijk zijn salaris, hij werkt tegenwoordig in afwachting op zijn volgend cursusjaar bij de A.ction. We zaten in het zonnetje op het ahumterras. Tussen twee taxichauffeurs die daar buiktechnisch gesproken zichtbaar vaker komen, een oud dametje met een broodje kroket en een stel fietsers (waarschijnlijk zo wanhopig van de honger dat ze niet even doorfietsten naar het bruisende centrum). Ik koos een aardbeienshake en kreeg drie reepjes ijsbergsla, twee slappe schijfjes tomaat en vier frutsels komkommer (de uienringen en plastic wortelslierten liet ik lekker in hun rvs-bakken liggen) in een broodje vol droge vleessnippers dat niet in mijn mond paste. Alles overgoten met knoflooksaus. Na elke hap zaten m'n wangen onder de kledders en moest ik poetsen met het te kleine servetje dat geen vet opnam, ondertussen mijn uitgescheurde mondhoeken masserend met lab.ello. ThuisPolletje genoot en at vlot, zonder geklieder en zeuren (zoals normaal), servetloos zijn broodje weg.
Het was niet bepaald lekker, maar het was óók heerlijk, een culinair hoogtepunt in het leven van uw Purperpolletje, want ThuisPolletje genoot er intens van!
Grote Pol heeft wat gemist.
Eet u smakelijk.
Dit is dag 22 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
vrijdag 26 juni 2015
21/272 Een afscheidscadeau
Aan ons muziekinstrumentarium is gisteren een bijzonder instrument toegevoegd: een zinken gitaar. Polletje-op-Kamers beloofde me een tijdje geleden al een verrassing, maar die kwam maar niet. PoK houdt zich eigenlijk altijd wel aan zijn beloftes, maar houdt er zo zijn eigen tijdsplanning op na. Die hield deze keer verband met een opdracht op zijn technische opleiding, ze mochten iets met zink en lastechnieken doen en hij kreeg er een 9 voor. Sorry, dat laatste meldde ik alleen uit trots.
Dat het uitgerekend een gitaar werd, heeft alles te maken met PoK zelf. Twee jaar geleden nog maar leerde hij van Grote Pol de basisakkoorden en al snel kon PoK beter spelen dan Grote Pol zelf. Hij speelde zoveel, dat we er gék van werden. PoK heeft nogal de neiging bepaalde dingen grondig aan te pakken. Hij speelde bij wijze van spreken dag en nacht.
Ik ben benieuwd hoe zijn huisgenoten dat na vier weken PoK vinden...
Wij hebben in elk geval er weer iets artistiekerigs bij in ons interieur, dat niet bij nacht en ontij wil oefenen. Ik ben er blij mee.
Een leuke bijkomstigheid is dat Jongste Broer ooit in zijn middelbareschooltijd een houten gitaar bouwde. Hij moest iets origineels verzinnen om een bloemstuk op te maken, hij deed de tuinbouwschool. Uiterlijk lijken Jongste Broer en PoK flink op elkaar en nu ook nog deze toevalligheid, da's frappant, vindt u niet?
Dit is dag 21 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
maandag 22 juni 2015
20/272 Ik ging om een boodschap
Heeft u dat ook weleens? U gaat boodschappen doen en komt met heel iets anders thuis dan het plan was? Ons ThuisPolletje heeft dat in elk geval wel. Je stuurt hem weg om ein-de-lijk eens wat nieuwe onderbroeken te kopen en hij komt thuis met wéér twee flodderige T-shirtjes ('heel goedkoop hoor, mama').
Ik ging naar het UWV met een boodschap: ik ben gezonder. Dat moet je bij het UWV officieel binnen een week melden. Belachelijk. Dat is bij chronische ziektes natuurlijk heel lastig. Het gaat om een lang proces waarbij ik me stapje-voor-stapje telkens iets beter ging voelen. Daarom voelde ik me verplicht dat door te geven, maar was wel bang uit de WIA te raken en dus geen arbeidsongeschiktheidsuitkering meer te krijgen. Zó gezond voelde ik me nu ook weer niet. Maar ik vind dat je dit soort dingen eerlijk moet doorgeven en wilde erop vertrouwen dat het goed zou komen.
Ik werd opgeroepen voor een herbeoordelingsgesprek met de arts. Die vond eigenlijk helemaal niet dat ik zoveel beter was. Sterker nog, ze vond me op bepaalde punten zieker dan in 2011 werd vastgesteld. Ik trof dit keer dus een arts die wél luisterde, die kritische vragen durfde te stellen en mijn overmoed aan de kaak stelde. Grote Pol was op haar hand. Ik kreeg het niet voor elkaar om hen bij te brengen dat het echtecht een stuk beter gaat. Ik riep nog: 'Jullie zien het veel te negatief en de internist zegt dat ook!' Maar nee, het mocht niet baten. Conclusie was dat ik in 2011 te positief beoordeeld ben en nu ongeveer op dat vastgestelde niveau van toen zit.
Lang verhaal kort: i.p.v. uit de WIA te raken ben ik nu volledig arbeidsongeschikt verklaard. Dat heeft dan weer met andere berekeningen te maken die een arbeidsdeskundige uitvoert. Die moet drie banen bedenken die bij jou zouden passen, berekenen hoeveel je daarmee zou kunnen verdienen en dat bepaalt dan weer de mate van arbeidsongeschiktheid. Moeilijker kunnen ze het niet maken.
In 2011 kon ik nog kiezen uit drie fantastische, reële banen als administratief medewerker (waarvoor ik geen diploma's en vaardigheden bezit), receptioniste-telefoniste (waar ik gillend gek zou worden van de veelheid aan prikkels) en consultatiebureaumedewerker (de hele dag schattige baby's opmeten en niets mogen vertellen over voeding, opvoeding en ontwikkeling, want dat doet de verpleegkundige wel). In 2015 heb je voor twee van bovengenoemde banen meer diploma's en een rijbewijs nodig. Dus ben ik ongeschikt voor de arbeidsmarkt. Haha.
Ondertussen werk ik lekker verder in mijn praktijk en wordt de uitkering flink gekort omdat ik zoveel verdien.
Ik ga nog maar eens boodschappen doen. Ik heb sokken nodig, maar misschien kom ik wel thuis met heel iets anders. Een e-reader bijvoorbeeld. Iemand positieve ervaringen met zo'n ding? Ik wil er graag een waarmee ik 's nachts in bed kan lezen zonder Grote Pol wakker te maken.
Dit is dag 20 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
Ik ging naar het UWV met een boodschap: ik ben gezonder. Dat moet je bij het UWV officieel binnen een week melden. Belachelijk. Dat is bij chronische ziektes natuurlijk heel lastig. Het gaat om een lang proces waarbij ik me stapje-voor-stapje telkens iets beter ging voelen. Daarom voelde ik me verplicht dat door te geven, maar was wel bang uit de WIA te raken en dus geen arbeidsongeschiktheidsuitkering meer te krijgen. Zó gezond voelde ik me nu ook weer niet. Maar ik vind dat je dit soort dingen eerlijk moet doorgeven en wilde erop vertrouwen dat het goed zou komen.
Ik werd opgeroepen voor een herbeoordelingsgesprek met de arts. Die vond eigenlijk helemaal niet dat ik zoveel beter was. Sterker nog, ze vond me op bepaalde punten zieker dan in 2011 werd vastgesteld. Ik trof dit keer dus een arts die wél luisterde, die kritische vragen durfde te stellen en mijn overmoed aan de kaak stelde. Grote Pol was op haar hand. Ik kreeg het niet voor elkaar om hen bij te brengen dat het echtecht een stuk beter gaat. Ik riep nog: 'Jullie zien het veel te negatief en de internist zegt dat ook!' Maar nee, het mocht niet baten. Conclusie was dat ik in 2011 te positief beoordeeld ben en nu ongeveer op dat vastgestelde niveau van toen zit.
Lang verhaal kort: i.p.v. uit de WIA te raken ben ik nu volledig arbeidsongeschikt verklaard. Dat heeft dan weer met andere berekeningen te maken die een arbeidsdeskundige uitvoert. Die moet drie banen bedenken die bij jou zouden passen, berekenen hoeveel je daarmee zou kunnen verdienen en dat bepaalt dan weer de mate van arbeidsongeschiktheid. Moeilijker kunnen ze het niet maken.
In 2011 kon ik nog kiezen uit drie fantastische, reële banen als administratief medewerker (waarvoor ik geen diploma's en vaardigheden bezit), receptioniste-telefoniste (waar ik gillend gek zou worden van de veelheid aan prikkels) en consultatiebureaumedewerker (de hele dag schattige baby's opmeten en niets mogen vertellen over voeding, opvoeding en ontwikkeling, want dat doet de verpleegkundige wel). In 2015 heb je voor twee van bovengenoemde banen meer diploma's en een rijbewijs nodig. Dus ben ik ongeschikt voor de arbeidsmarkt. Haha.
Ondertussen werk ik lekker verder in mijn praktijk en wordt de uitkering flink gekort omdat ik zoveel verdien.
Ik ga nog maar eens boodschappen doen. Ik heb sokken nodig, maar misschien kom ik wel thuis met heel iets anders. Een e-reader bijvoorbeeld. Iemand positieve ervaringen met zo'n ding? Ik wil er graag een waarmee ik 's nachts in bed kan lezen zonder Grote Pol wakker te maken.
Dit is dag 20 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
dinsdag 2 juni 2015
19/272 Doe de test!!! Bent u wel normaal?
Doe eerst de test door de vraag hier rechts te beantwoorden, en lees hieronder (dus pas NA het beantwoorden van de vraag) meteen hoe raar u bent!
Polletje 1 ging dus op kamers. Ik weet niet of ik dat al verwerkt heb, maar ik vertoon tot nu toe geen buitensporige emoties. Het is gewoon vreemd. Alsof hij zo weer terug kan komen. Dat wordt dan wel een probleem, want Polletje 2 is dolblij met de ontstane ruimte en frisse lucht op zijn kamer. Maar P.o.k.* is natuurlijk wel welkom.
Ik vind het vooral heel snel gegaan zijn. Gisteren lag hij namelijk nog in zijn wiegje op onze slaapkamer allerlei buitenaardse geluidjes te maken.
Vanwege die verhuizing stonden zijn twee vitrinekasten tijdelijk in onze woonkamer. Polletje 2 vond dat wel cool. Het leek nu wel of we een normaal gezin waren, met een normale inrichting, vond hij.
U moet namelijk weten dat wij in huize Pollenstein heel abnormaal zijn. In onze woonkamer staan namelijk tafels, stoelen, een bank, wat kasten, wat kamerplanten, we hebben een laminaatvloer en ook een aantal lampen. Je zult hier maar wonen.
Maar nu uw persoonlijke uitslag, daar kwam u tenslotte voor.
Antwoordde u met ja, we hebben er 1 of 2 (met of zonder verlichting), dan bent u normaal. Volgens Polletje 2.
Was het antwoord nee, dan moet ik u helaas teleurstellen. U bent abnormaal. Net zo wereldvreemd als die lui van huize Pollenstein. In de ogen van Polletje 2 dan. Dat relativeert de uitslag gelukkig behoorlijk. Ikzelf denk er anders over.
Vanaf drie vitrinekasten zit u in de risicogroep, u moet leren maat te houden. De Polletjes vinden u echter tof, want zij zien in u een mede-verzamelaar.
Bij zes of meer vitrinekasten bent u hopeloos / absolute topper. Dan bent u een levend museumstuk, hoe gelukzalig in de ogen der Polletjes. Ik denk dat u finaal doorgeslagen bent.
* Ik gaf Polletje 1, die vanaf nu Polletje-op-kamers heet, een startpakket voor de kamerbewoner mee. Want ook al ben ik dan abnormaal, ik ben net zo'n goede moeder die zo af en toe bezorgd is om haar kroost als iedere andere moeder mét vitrinekast.
Polletje 1 ging dus op kamers. Ik weet niet of ik dat al verwerkt heb, maar ik vertoon tot nu toe geen buitensporige emoties. Het is gewoon vreemd. Alsof hij zo weer terug kan komen. Dat wordt dan wel een probleem, want Polletje 2 is dolblij met de ontstane ruimte en frisse lucht op zijn kamer. Maar P.o.k.* is natuurlijk wel welkom.
Ik vind het vooral heel snel gegaan zijn. Gisteren lag hij namelijk nog in zijn wiegje op onze slaapkamer allerlei buitenaardse geluidjes te maken.
Vanwege die verhuizing stonden zijn twee vitrinekasten tijdelijk in onze woonkamer. Polletje 2 vond dat wel cool. Het leek nu wel of we een normaal gezin waren, met een normale inrichting, vond hij.
U moet namelijk weten dat wij in huize Pollenstein heel abnormaal zijn. In onze woonkamer staan namelijk tafels, stoelen, een bank, wat kasten, wat kamerplanten, we hebben een laminaatvloer en ook een aantal lampen. Je zult hier maar wonen.
Maar nu uw persoonlijke uitslag, daar kwam u tenslotte voor.
Antwoordde u met ja, we hebben er 1 of 2 (met of zonder verlichting), dan bent u normaal. Volgens Polletje 2.
Was het antwoord nee, dan moet ik u helaas teleurstellen. U bent abnormaal. Net zo wereldvreemd als die lui van huize Pollenstein. In de ogen van Polletje 2 dan. Dat relativeert de uitslag gelukkig behoorlijk. Ikzelf denk er anders over.
Vanaf drie vitrinekasten zit u in de risicogroep, u moet leren maat te houden. De Polletjes vinden u echter tof, want zij zien in u een mede-verzamelaar.
Bij zes of meer vitrinekasten bent u hopeloos / absolute topper. Dan bent u een levend museumstuk, hoe gelukzalig in de ogen der Polletjes. Ik denk dat u finaal doorgeslagen bent.
* Ik gaf Polletje 1, die vanaf nu Polletje-op-kamers heet, een startpakket voor de kamerbewoner mee. Want ook al ben ik dan abnormaal, ik ben net zo'n goede moeder die zo af en toe bezorgd is om haar kroost als iedere andere moeder mét vitrinekast.
U vindt betaalbare vitrinekasten onder andere hier. Een eenvoudige Detolf volstaat. Bent u voor nog geen 50 euro volkomen normaal! Of binnenkort op Marktplaats, afkomstig van alle lezers uit de risicogroep en hoger.
dinsdag 12 mei 2015
18/272 Hoe kom ik de meivakantie door?
Dit keer heb ik mezelf twee weken vakantie beloofd. Voor Stap op (mijn eigen onderneminkje) hoef ik even niet veel te doen en daar geniet ik ontzettend van. Lekker opladen. En uitrusten. Want mensen, wat was ik moe. Voor de vakantie had ik twaalf leerlingen en dat is voor mij eigenlijk wel wat meer dan het maximum. Na de vakantie ga ik verder met tien leukerds en dat is een mooi aantal. Ik loop mezelf toch een beetje te veel voorbij. Vind mezelf gezonder dan ik eigenlijk ben, schijnbaar.
Vrijdag hoorde Oudste Polletje dat hij unaniem gekozen is om de nieuwe kamerbewoner te worden in het studentenhuis. Dat streelt zijn ego, maar ook dat van mij. En tegelijkertijd... Ach. Het zal wel wennen. En hij komt vast vaak thuis voor gratis knipbeurten, chips en om in alle spullen te rommelen die hij niet mee kan nemen.
Zaterdag ging ik met Grote Pol een stukkie wandelen. Niets bijzonders, doen we wel vaker. Maar als je vakantie hebt, is het wel fijner. Een prachtig laantje waar de boel goed in bloei stond. Trijnie, weet jij waar dit is? ☺
Gisteren met de mutsen een plantending gemaakt.
Die blauwige is voor mijn schoonzus, die er natuurlijk ook bloemetjes bij krijgt. Dat rode bord hoort er dus niet bij, laat dat duidelijk zijn.
En vandaag? Vandaag gaan Grote Pol en ik naar Zeeland. Paar dagen Walcheren, heerlijk.
Een onpurperpolliaans blogje dit keer. Sorry mensen, ik ben niet altijd lollig.
Dit is dag 18 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
dinsdag 5 mei 2015
17/272 Tijd voor afscheid?
Ons Oudste Polletje is twintig en wil nu toch echt wel op kamers. Waarschijnlijk. Dat het leven thuis ook zijn voordelen heeft, snapt hij nu ook wel, maar een eigen plekje en wat meer zelfstandigheid lonken. Op dit moment.
Donderdag gaat hij hospiteren in een studentenhuis, een paar kilometer verderop. Het gaat om een kamer van ongeveer negen vierkante meters en een gemeenschappelijke woonkamer, keuken en tuin. Die negen meters lijken niet veel, maar het is voor Oudste Polletje al een vooruitgang. De Polletjes delen alweer twee jaar een kamer, omdat ik voor mijn praktijk een geschikte ruimte zocht. Oudste Polletje bood vrijwillig daarvoor zijn hokje aan. Jongste Polletje vond het best, maar hoopte wel dat zijn broer snel zou opzouten. En dat hoopt hij nog steeds. Dus geeft hij af en toe goede tips voor dat hospiteren:
- Als er gitaren aan de muur hangen en ze van Siso (singer-songwriters) houden, moet je zeggen dat je vijftien uur per dag gitaar speelt. (In zijn oren is dat ook zo, maar in werkelijkheid doet het Oudste Polletje dat maar drie uur per dag. Ook genoeg.)
- Als ze van hardcore houden, moet je zeggen dat je broer daar ook van houdt. (Helaas voor Grote Pol en mij. Maar Jongste Polletje dénkt meer dat hij ervan houdt, dan dat hij dat daadwerkelijk ook echt doet. Denk ik.) (Hoop ik.)
- Als ze willen dat je een net persoon bent, moet je maar zeggen dat er heel veel systeem in je zooi zit en dat je moeder heel goed kan opruimen.
- Je moet maar niet zeggen dat je (negatieve karaktertrek) bent, dat je zoveel spullen uit (afschuwelijke periode uit de geschiedenis van de vorige eeuw) hebt, zeg trouwens maar helemaal niet dat je een heel museum meeneemt, zeg maar niet dat je heel erg naar zweet meurt als je gesport hebt, zeg maar niet dat je (zeer uiteenlopende zaken hebt/bent/doet).
- Als ze een vegetariër zoeken, moet je zeggen dat je vader en moeder vegetarisch zijn, dat je van houmous, tofu en van peren-hangop houdt.
- Als ze rechts zijn, moet je zeggen dat je ...
- Als ze links zijn, moet je zeggen dat je ...
Kortom: hij ziet hem liever gaan dan komen. Op dit moment. Want Jongste Polletje zal hem erg gaan missen.
En ik? Ik kan het me niet voorstellen. Dat mijn lieve, leuke, humoristische, intelligente modelzoon, met maar een paar lastige, maar interessante karaktertrekjes, met een interessante, maar ruimteverslindende hobby, met een heel eigen, maar niet vegetarische voedselvoorkeur, met een bijzonder, maar ondoorgrondelijk opruimsysteem, ons huis gaat verlaten. Dat hij zomaar zonder ons zal kunnen. En wij zonder hem.
Donderdag gaat hij hospiteren in een studentenhuis, een paar kilometer verderop. Het gaat om een kamer van ongeveer negen vierkante meters en een gemeenschappelijke woonkamer, keuken en tuin. Die negen meters lijken niet veel, maar het is voor Oudste Polletje al een vooruitgang. De Polletjes delen alweer twee jaar een kamer, omdat ik voor mijn praktijk een geschikte ruimte zocht. Oudste Polletje bood vrijwillig daarvoor zijn hokje aan. Jongste Polletje vond het best, maar hoopte wel dat zijn broer snel zou opzouten. En dat hoopt hij nog steeds. Dus geeft hij af en toe goede tips voor dat hospiteren:
- Als er gitaren aan de muur hangen en ze van Siso (singer-songwriters) houden, moet je zeggen dat je vijftien uur per dag gitaar speelt. (In zijn oren is dat ook zo, maar in werkelijkheid doet het Oudste Polletje dat maar drie uur per dag. Ook genoeg.)
- Als ze van hardcore houden, moet je zeggen dat je broer daar ook van houdt. (Helaas voor Grote Pol en mij. Maar Jongste Polletje dénkt meer dat hij ervan houdt, dan dat hij dat daadwerkelijk ook echt doet. Denk ik.) (Hoop ik.)
- Als ze willen dat je een net persoon bent, moet je maar zeggen dat er heel veel systeem in je zooi zit en dat je moeder heel goed kan opruimen.
- Je moet maar niet zeggen dat je (negatieve karaktertrek) bent, dat je zoveel spullen uit (afschuwelijke periode uit de geschiedenis van de vorige eeuw) hebt, zeg trouwens maar helemaal niet dat je een heel museum meeneemt, zeg maar niet dat je heel erg naar zweet meurt als je gesport hebt, zeg maar niet dat je (zeer uiteenlopende zaken hebt/bent/doet).
- Als ze een vegetariër zoeken, moet je zeggen dat je vader en moeder vegetarisch zijn, dat je van houmous, tofu en van peren-hangop houdt.
- Als ze rechts zijn, moet je zeggen dat je ...
- Als ze links zijn, moet je zeggen dat je ...
Kortom: hij ziet hem liever gaan dan komen. Op dit moment. Want Jongste Polletje zal hem erg gaan missen.
En ik? Ik kan het me niet voorstellen. Dat mijn lieve, leuke, humoristische, intelligente modelzoon, met maar een paar lastige, maar interessante karaktertrekjes, met een interessante, maar ruimteverslindende hobby, met een heel eigen, maar niet vegetarische voedselvoorkeur, met een bijzonder, maar ondoorgrondelijk opruimsysteem, ons huis gaat verlaten. Dat hij zomaar zonder ons zal kunnen. En wij zonder hem.
vrijdag 10 april 2015
16/272 Over een modelkind en een heel, heel zielig hondje
Och, och, u, vaste lezer hier, weet nog steeds niet waarom wij nu alweer drie weken geleden poffertjes aten. U weet misschien zelfs niet eens meer dat u dat ooit wél wilde weten. Och, och.
Ik zal het u fluks vertellen. Want ik wil ook nog weer wat actuelers met u delen, voor ik dat weer vergeet en het zit me momenteel hoog.
Maar first things first. De poffertjes. Die waren er omdat Polletje 2 alweer klaar was met een opleiding. En die avond was de diploma-uitreiking. Hij had er zelfs twee delen van een driedelig pak voor gekocht, een stropdas van Polletje 1 geleend, want Grote Pol heeft zoiets niet, een een wit overhemd van Grote Pol geleend, want Polletje 1 heeft zoiets niet. Daaronder z'n ordinaire Nikes, meneer zag er tiptop uit.
De diploma-uitreiking was er een met zo'n vijftig persoonlijke praatjes voor de gediplomeerden, waarvan de een nog grotere problemen heeft dan de ander. Problemen met wekkers, met drugs en alcohol, met ouders, met manieren, met discipline, met motivatie en zulks meer. Dat werd zo'n beetje liefdevol, streng en rechtvaardig uit de doeken gedaan door de mentor. Er waren ook een paar gezonde Hollandse jongens bij, waaronder ons Polletje, die een louter lovend praatje kregen. Polletje 2 kreeg een wel heel positief praatje, want hij komt uit een modelgezin en hij is gewoon een erg leuke jongen. Op school dan. Grote Pol hoorde er alleen niets van, want die moest van mij een filmpje maken met ons cameraatje, terwijl hij dat niet kan.
En dan nu het actuele. Eerst een bekentenis. Ik schreef hierboven dat het me hoog zit. Maar dat doet het helemaal niet. Ik wilde zelfs schrijven dat ik er wakker van lig, maar dan zou ik een leugenaar zijn, dus dat deletete ik weer. Wat is het dan wel? Bizar, absurd, dadaïstisch. En droevig.
Ik kwam een tekstje tegen in een methode voor begrijpend lezen. Ongeveer voor kinderen van 9 jaar. Van die lieve, onschuldige, gevoelige kindertjes, u kent ze wel. Ik tik het over en dan mag u zeggen wat u ervan vindt.
Een droevig verhaal
Dit is een droevig verhaal. Het is dus alleen voor kinderen die van droevige verhalen houden. En het is een kort verhaal. Het is dus alleen voor kinderen die van een droevig, kort verhaal houden. En het is een verhaal met veel zand. Daarom is het alleen voor kinderen die van een droevig, kort verhaal houden met veel zand erin.
Dit is het verhaal: er was eens een hondje. Het was zestien jaar en liep door de woestijn. Heel alleen. Zand, zand en nog eens zand. Ach jee, die arme hond liep mank, tong uit zijn bek en blaffen kon hij ook al niet meer. Het was een zielig hondje. Een hondje zonder naam.
Ineens zag hij een leeuw. "Hollen," dacht hij.
Maar ja, een hond van zestien jaar. Mank... alleen... Nou ja, je begrijpt het wel.
U begrijpt het wel. Ik heb het tekstje niet gebruikt voor mijn leerling. Zo'n lief, onschuldig, verlegen, zachtaardig jochie met prachtige, heldere, blauwe ogen, wiens ondeugendste daad het belletje lellen bij z'n buurvrouw is.
Maar stiekem vind ik het toch een geweldige tekst.
Ik zal het u fluks vertellen. Want ik wil ook nog weer wat actuelers met u delen, voor ik dat weer vergeet en het zit me momenteel hoog.
Maar first things first. De poffertjes. Die waren er omdat Polletje 2 alweer klaar was met een opleiding. En die avond was de diploma-uitreiking. Hij had er zelfs twee delen van een driedelig pak voor gekocht, een stropdas van Polletje 1 geleend, want Grote Pol heeft zoiets niet, een een wit overhemd van Grote Pol geleend, want Polletje 1 heeft zoiets niet. Daaronder z'n ordinaire Nikes, meneer zag er tiptop uit.
De diploma-uitreiking was er een met zo'n vijftig persoonlijke praatjes voor de gediplomeerden, waarvan de een nog grotere problemen heeft dan de ander. Problemen met wekkers, met drugs en alcohol, met ouders, met manieren, met discipline, met motivatie en zulks meer. Dat werd zo'n beetje liefdevol, streng en rechtvaardig uit de doeken gedaan door de mentor. Er waren ook een paar gezonde Hollandse jongens bij, waaronder ons Polletje, die een louter lovend praatje kregen. Polletje 2 kreeg een wel heel positief praatje, want hij komt uit een modelgezin en hij is gewoon een erg leuke jongen. Op school dan. Grote Pol hoorde er alleen niets van, want die moest van mij een filmpje maken met ons cameraatje, terwijl hij dat niet kan.
En dan nu het actuele. Eerst een bekentenis. Ik schreef hierboven dat het me hoog zit. Maar dat doet het helemaal niet. Ik wilde zelfs schrijven dat ik er wakker van lig, maar dan zou ik een leugenaar zijn, dus dat deletete ik weer. Wat is het dan wel? Bizar, absurd, dadaïstisch. En droevig.
Ik kwam een tekstje tegen in een methode voor begrijpend lezen. Ongeveer voor kinderen van 9 jaar. Van die lieve, onschuldige, gevoelige kindertjes, u kent ze wel. Ik tik het over en dan mag u zeggen wat u ervan vindt.
Een droevig verhaal
Dit is een droevig verhaal. Het is dus alleen voor kinderen die van droevige verhalen houden. En het is een kort verhaal. Het is dus alleen voor kinderen die van een droevig, kort verhaal houden. En het is een verhaal met veel zand. Daarom is het alleen voor kinderen die van een droevig, kort verhaal houden met veel zand erin.
Dit is het verhaal: er was eens een hondje. Het was zestien jaar en liep door de woestijn. Heel alleen. Zand, zand en nog eens zand. Ach jee, die arme hond liep mank, tong uit zijn bek en blaffen kon hij ook al niet meer. Het was een zielig hondje. Een hondje zonder naam.
Ineens zag hij een leeuw. "Hollen," dacht hij.
Maar ja, een hond van zestien jaar. Mank... alleen... Nou ja, je begrijpt het wel.
U begrijpt het wel. Ik heb het tekstje niet gebruikt voor mijn leerling. Zo'n lief, onschuldig, verlegen, zachtaardig jochie met prachtige, heldere, blauwe ogen, wiens ondeugendste daad het belletje lellen bij z'n buurvrouw is.
Maar stiekem vind ik het toch een geweldige tekst.
woensdag 1 april 2015
15/272 Blauw brood
De Polletjes zijn grappenmakers én ze houden niet van ons dagelijks rechtsdraaiende / biologische / rijk aan vezels en mineralen / veganistische broodbakmachinebrood. Liever hebben ze een goedkoop Zaans snijdertje, wij noemen dat kauwgombrood.
Dus bedacht één van hen, ik verdenk de jongste, een 1 aprilgrap. Of het wel een échte 1 aprilgrap is, daarover verschillen de meningen hier in huize Pollenstein. In de ogen van de rijpe volwassenen hier is zo'n grap pas echt goed, als je de ander iets laat doen.
Er had dus bij het krieken van deze morgen actie moeten volgen op de verontwaardigde mededeling van onderaan de trap: 'Pap, het brood is mislukt!' Maar Pap draaide zich nog een keertje om in zijn warme, zachte bed, zuchtte even: 'Wat heb ik nou weer fout gedaan?' en liet het vroege Polletje het lekker zelf uitzoeken met dat brood.
Ik vind het wel artistiekerig, de halvarine kleurt er mooi bij en met een paar fikse plakken kaas smaakte dit brood best goed.
Ik voorzie dat we morgen rood brood hebben, mijn lievelingskleur.
Dit is dag 15 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
Dus bedacht één van hen, ik verdenk de jongste, een 1 aprilgrap. Of het wel een échte 1 aprilgrap is, daarover verschillen de meningen hier in huize Pollenstein. In de ogen van de rijpe volwassenen hier is zo'n grap pas echt goed, als je de ander iets laat doen.
Er had dus bij het krieken van deze morgen actie moeten volgen op de verontwaardigde mededeling van onderaan de trap: 'Pap, het brood is mislukt!' Maar Pap draaide zich nog een keertje om in zijn warme, zachte bed, zuchtte even: 'Wat heb ik nou weer fout gedaan?' en liet het vroege Polletje het lekker zelf uitzoeken met dat brood.
Ik vind het wel artistiekerig, de halvarine kleurt er mooi bij en met een paar fikse plakken kaas smaakte dit brood best goed.
Ik voorzie dat we morgen rood brood hebben, mijn lievelingskleur.
Dit is dag 15 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
vrijdag 20 maart 2015
14/272 Een archeologische opgraving in Huize Pollenstein
Bij het lezen van de titel van dit berichtje dacht u vast dat ik op mijzelf doelde. Zo schandalig lang vernam u taal noch teken van mij, dat u vast dacht dat ik ingesneeuwd, van de aardbodem weggevaagd of lui was. Geenszins!
Ik was druk. En nog. Druk met mijn praktijkje waar de hulpbehoeftige leerlingen maar blijven toestromen en druk met dit krakkemikkige huisje waar het behang zo'n beetje spontaan van de muren fladderde. Dat fladderen hebben we de laatste dagen handmatig versneld en maandag komt Berend de Behanger de boel weer ordentelijk opfleuren met een fris behangetje. Ondertussen zitten we in de zooi. Maar dit terzijde. U wilt lezen over archeologische opgravingen hier ter plaatse. Welnu.
Omdat we wat te vieren hadden en amper kunnen koken in deze puinhoop, verwarmden we gisteren zakken vol poffertjes. Daar hoort poedersuiker bij, vindt u ook niet? In plaats van de bekende wit-blauwe bus groeven we onze voorraad poedersuikerzakjes op. We zijn geen Zeeuwen, maar wel zuinig. Die zakjes bewaren we dus altijd, want wij blieven geen poedersuiker bij onze stolletjes.
En zo kwam het dat deze nostalgische verzameling gisteren ons frisse tafellaken sierde. Er heerste een serene kerstachtige sfeer aan tafel. (Maar niet heus. De Polletjes maakten grappen over dat andere witte poeder.) Let u vooral op het middeleeuwse zakje op de tweede foto.
O? U bent er nog? U wilt weten wat wij dan wel te vieren hadden? Dat bewaar ik voor een volgend berichtje dat ik over een eeuw of zo hoop te schrijven. Als ik weer ergens een minuutje tijd voor u heb.
Dit is dag 14 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
Ik was druk. En nog. Druk met mijn praktijkje waar de hulpbehoeftige leerlingen maar blijven toestromen en druk met dit krakkemikkige huisje waar het behang zo'n beetje spontaan van de muren fladderde. Dat fladderen hebben we de laatste dagen handmatig versneld en maandag komt Berend de Behanger de boel weer ordentelijk opfleuren met een fris behangetje. Ondertussen zitten we in de zooi. Maar dit terzijde. U wilt lezen over archeologische opgravingen hier ter plaatse. Welnu.
Omdat we wat te vieren hadden en amper kunnen koken in deze puinhoop, verwarmden we gisteren zakken vol poffertjes. Daar hoort poedersuiker bij, vindt u ook niet? In plaats van de bekende wit-blauwe bus groeven we onze voorraad poedersuikerzakjes op. We zijn geen Zeeuwen, maar wel zuinig. Die zakjes bewaren we dus altijd, want wij blieven geen poedersuiker bij onze stolletjes.
En zo kwam het dat deze nostalgische verzameling gisteren ons frisse tafellaken sierde. Er heerste een serene kerstachtige sfeer aan tafel. (Maar niet heus. De Polletjes maakten grappen over dat andere witte poeder.) Let u vooral op het middeleeuwse zakje op de tweede foto.
O? U bent er nog? U wilt weten wat wij dan wel te vieren hadden? Dat bewaar ik voor een volgend berichtje dat ik over een eeuw of zo hoop te schrijven. Als ik weer ergens een minuutje tijd voor u heb.
Dit is dag 14 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
woensdag 11 februari 2015
13/272 Opnieuw getrouwd
Sinds een paar dagen draag ik mijn trouwring weer. Nog een beetje strak, maar ik schuif 'm er wel gemakkelijk op en af. Dit is toch een teken dat het prednisonvet zich weer op een normale manier over mijn lichaam aan het verdelen is! Ik vind het toch wel heel erg leuk dat ik dit teken van trouw weer kan dragen. Overigens heeft geen der mannelijke Pollen deze verandering al opgemerkt. Zucht.
(En nee, wij zijn nooit gescheiden geweest, maar deze ring heb ik ongeveer vier jaar geleden moeten laten doorknippen. Hij zat enorm strak. Onder invloed van prednison gaat je lichaamsvet zich anders verdelen. Mijn vingers, maar ook de rug van mijn hand raakten behoorlijk opgezwollen, terwijl ik van nature al behoorlijke worstenpootjes heb. Inmiddels zie ik ook weer knokkels!)
Dit is dag 13 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
(En nee, wij zijn nooit gescheiden geweest, maar deze ring heb ik ongeveer vier jaar geleden moeten laten doorknippen. Hij zat enorm strak. Onder invloed van prednison gaat je lichaamsvet zich anders verdelen. Mijn vingers, maar ook de rug van mijn hand raakten behoorlijk opgezwollen, terwijl ik van nature al behoorlijke worstenpootjes heb. Inmiddels zie ik ook weer knokkels!)
Dit is dag 13 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
zaterdag 24 januari 2015
12/272 - Drie lesjes in nederigheid
1. Ik dacht hier dus wel 272 dagen elke dag een zinnig berichtje te kunnen plaatsen. Na elf dagen lukte dat al niet meer. In 2010 heb ik op dit blog 352 berichtjes geplaatst, maar dat was toen. Deze week kwam er van alles op me af en de pap was op, de pijp leeg, mijn portie had Fikkie gekregen en ik leerde de lat nóg wat lager te leggen. Prima! Die 272 berichtjes komen er wel, maar niet vóór 11 oktober.
Dit is dan dag 12 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
2. Ik dacht dus wel aardig te kunnen haken en breien. Maar de trui voor Grote Pol is inmiddels twee keer uitgehaald (want eerst te groot en toen te klein) en de sjaal van mijn moeder is al 23 keer retour gekomen, omdat ik alles niet goed had afgehecht. Blijkbaar. Dus zit ik hier dan telkens te balen en ondertussen 42 bloemetjes opnieuw te haken.
3. Ik dacht dus wel mijn leerlingen álles te kunnen leren. Bijvoorbeeld plezier in schrijven. De leukste, laagdrempeligste opdrachten geef ik aan één van hen mee, maar nee. Keer op keer komt ze aan met minimalistische verhaaltjes zonder een spatje inspiratie. Mijn hele pedagogische trukendoos en didactische gereedschapskist trek ik open, maar er zit maar weinig beweging in.
Laatst gingen we een om-en-omverhaal schrijven: zij een zin, ik een zin.Ik begon, de cursieve zinnen zijn van haar. Dat gaat dan ongeveer zo:
Laatst gingen we een om-en-omverhaal schrijven: zij een zin, ik een zin.Ik begon, de cursieve zinnen zijn van haar. Dat gaat dan ongeveer zo:
Jip, de grote sokkenkoningin, had een fantastische ontdekking gedaan.
Ze was blij.
Ze had namelijk superspeciale, gave sokken ontworpen voor dyslectische meisjes van tien jaar.
De sokken waren geel.
Ze had namelijk superspeciale, gave sokken ontworpen voor dyslectische meisjes van tien jaar.
De sokken waren geel.
Gele sokken die heel ver weg zouden vliegen, als het meisje een spellingfout maakte.
Naar amierieca of duidsland.
Naar amierieca of duidsland.
Op een dag droeg ... de sokken, toen er op school een dictee werd gegeven.
De juf zij een woord.
De juf zij een woord.
... schreef het woord verkeerd op (vlog) en ze vloog meteen weg, zo door het dak van de school!!!
Dit is het einde.
Zucht. Gelukkig heb ik nog veel te leren!
Dit is dan dag 12 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
woensdag 21 januari 2015
11/272 Over een Polletje dat de Bergrede kent en een moeder met hoofdpijn
Vraagt een Polletje lief en belangstellend hoe het met me gaat, omdat hij ziet dat ik hoofdpijn heb. Ik leg uit dat ik hoofdpijn heb omdat ik me zorgen maak en dat ik me eigenlijk helemaal geen zorgen wíl maken. Zegt dat Polletje: 'Denk dan toch eens aan de vogels en de leliën enzo!' Ik zeg: 'Ja, ik doe mijn best, maar dat lukt dus niet altijd.' Zegt ie: 'Ja, als die vogels ziek zijn net als jij, gaan ze gewoon dood.'
Echt fijn, zo'n puberig Polletje.
Dit is dag 11 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
Echt fijn, zo'n puberig Polletje.
Dit is dag 11 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
dinsdag 20 januari 2015
10/272 Weetjes en vragen
We worden hier in Huize Pollenstein soms overspoeld door allerlei weetjes en vragen die ons jongste Polletje vertelt en vraagt. Hij denkt ons daar een groot plezier mee te doen. De gekste dingen komen voorbij en nu ik hier zit te tikken weet ik er dus amper meer een te reproduceren. Zijn woordenstroom gaat soms volkomen langs me heen en al die weetjes kunnen me meestal gestolen worden. Maar toch, als je goed luistert, zitten er pareltjes tussen! Een kleine greep uit het assortiment:
Wist je dat het applaus dat je hoort bij comedyseries allemaal al voor 1950 is opgenomen? Dus al die mensen die je hoort zijn nu al dood.
Wist je dat er een zebra is die hoger kan springen dan een huis? (Huizen kunnen niet springen.) (Deze komt voorbij in vele variaties. Bijvoorbeeld ook: Hoeveel suikerklontjes zitten er in een fles cola? Geen, want daar doen ze geen klontjes in.)
Weet je waarom op festivals water duurder is dan bier? Omdat drugsgebruikers altijd heel veel dorst krijgen.
Wist je dat de langste kat ter wereld als hobby heeft de spullen van het aanrecht te slaan?
Wat als Rapunzel kroeshaar had?
En het weetje van vanavond:
Wist je dat bij de opnames van Batman 2 het knopje niet werkte toen ze het ziekenhuis wilden opblazen? Het duurde langer, maar het was een onetake, dus ze bleven wel filmen, met een camera op de acteur gericht en die reageerde eerst van 'Hmm' en toen werd het ziekenhuis alsnog opgeblazen. Die acteur is trouwens ook dood.
Dit is dag 10 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
Wist je dat het applaus dat je hoort bij comedyseries allemaal al voor 1950 is opgenomen? Dus al die mensen die je hoort zijn nu al dood.
Wist je dat er een zebra is die hoger kan springen dan een huis? (Huizen kunnen niet springen.) (Deze komt voorbij in vele variaties. Bijvoorbeeld ook: Hoeveel suikerklontjes zitten er in een fles cola? Geen, want daar doen ze geen klontjes in.)
Weet je waarom op festivals water duurder is dan bier? Omdat drugsgebruikers altijd heel veel dorst krijgen.
Wist je dat de langste kat ter wereld als hobby heeft de spullen van het aanrecht te slaan?
Wat als Rapunzel kroeshaar had?
En het weetje van vanavond:
Wist je dat bij de opnames van Batman 2 het knopje niet werkte toen ze het ziekenhuis wilden opblazen? Het duurde langer, maar het was een onetake, dus ze bleven wel filmen, met een camera op de acteur gericht en die reageerde eerst van 'Hmm' en toen werd het ziekenhuis alsnog opgeblazen. Die acteur is trouwens ook dood.
Dit is dag 10 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
maandag 19 januari 2015
9/272 Een gewone dag
Ik zit in mijn praktijkruimte allerlei dingetjes te doen. En af en toe trakteer ik mezelf op een blik naar buiten.
zondag 18 januari 2015
8/272 Spoedcursus Tijdverdrijf - Inleiding en 5 tips
Er zijn van die dagen dat je de tijd wilt verdrijven. Bijvoorbeeld als het buiten koud is en er rottige natte sneeuw valt en je weet niets te doen. Je wilt bijvoorbeeld
niet fijn een boek lezen,
niet een gezellig lange brief schrijven naar je zielige, oude tante zonder computer,
niet kletsen en geen kopjes thee drinken,
niet een ingewikkelde Schwarzwälder Kirschtorte bouwen,
niet met het hele gezin musiceren rond het orgel/de piano / de doedelzak / het drumstel / de karaokemachine,
niet eindelijk die legpuzzel van 4000 stukjes afmaken die al sinds kerst gigantisch in de weg ligt te verstoffen,
niet de vieswitte eettafel - en meteen ook maar de stoelen en de kastjes - schuren en aflakken op de wijze van Vanalleswatinhuisentuin,
niet die film afkijken die op de DVD-speler al maanden klaarstaat voor jou,
niet sjoelen en al helemaal
niet niets doen.
Dan moet je iets doen dat écht zinloos is.Vijf tips:
Als je dan eindelijk jezelf zo ver hebt dat je tóch iets van die leuke lijst hierboven gaat doen, blijf dan van binnen je baalgevoelens oproepen. Dan ga je vanzelf mekkeren en uitstelgedrag vertonen. Voor je het weet is de halve middag voorbij.
... en vergeet dan tot je er bijna bent dat je het boek dat je wilde lenen inmiddels van iemand anders had geleend / het cadeautje dat je wilde geven nog op de vieswitte tafel ligt / je vriend of vriendin op vakantie is / een stoofpot wilde maken en je dus meteen terug naar huis moet om nog voor 21.00 uur voedsel op tafel te kunnen zetten voor je hongerige bloedjes van kinderen.
...voor boven de vieswitte tafel die je binnen een jaar verschrikkelijk lelijk gaat vinden. Dan kun je binnen een jaar weer opnieuw beginnen met je man te overtuigen dat het echt niet meer kan en kun je weer wat nieuws maken.
Dit behoeft geen toelichting. Iedereen weet dat dit werk zinloos is. Óf ze doen het netjes zelf, óf ze zijn hopeloos, dan is het jojo-effect nog erger dan bij afvallen.
Dit is dag 8 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
niet fijn een boek lezen,
niet een gezellig lange brief schrijven naar je zielige, oude tante zonder computer,
niet kletsen en geen kopjes thee drinken,
niet een ingewikkelde Schwarzwälder Kirschtorte bouwen,
niet met het hele gezin musiceren rond het orgel/de piano / de doedelzak / het drumstel / de karaokemachine,
niet eindelijk die legpuzzel van 4000 stukjes afmaken die al sinds kerst gigantisch in de weg ligt te verstoffen,
niet de vieswitte eettafel - en meteen ook maar de stoelen en de kastjes - schuren en aflakken op de wijze van Vanalleswatinhuisentuin,
niet die film afkijken die op de DVD-speler al maanden klaarstaat voor jou,
niet sjoelen en al helemaal
niet niets doen.
Dan moet je iets doen dat écht zinloos is.Vijf tips:
1. Een trui breien...
... waarvan je halverwege het voorpand al merkt dat je te groot of te klein bent begonnen. Stug volhouden, tot bij het eerste passen blijkt dat het inderdaad echt niets wordt. Met een beetje geluk kun je op een andere dag dat je de tijd wilt verdrijven de hele boel weer uithalen.2. Mekkeren
Als je dan eindelijk jezelf zo ver hebt dat je tóch iets van die leuke lijst hierboven gaat doen, blijf dan van binnen je baalgevoelens oproepen. Dan ga je vanzelf mekkeren en uitstelgedrag vertonen. Voor je het weet is de halve middag voorbij.
3. Ga op weg naar een vriend of vriendin...
... en vergeet dan tot je er bijna bent dat je het boek dat je wilde lenen inmiddels van iemand anders had geleend / het cadeautje dat je wilde geven nog op de vieswitte tafel ligt / je vriend of vriendin op vakantie is / een stoofpot wilde maken en je dus meteen terug naar huis moet om nog voor 21.00 uur voedsel op tafel te kunnen zetten voor je hongerige bloedjes van kinderen.
4. Maak lampenkapjes...
...voor boven de vieswitte tafel die je binnen een jaar verschrikkelijk lelijk gaat vinden. Dan kun je binnen een jaar weer opnieuw beginnen met je man te overtuigen dat het echt niet meer kan en kun je weer wat nieuws maken.
5. Ga de slaapkamer van je zoons opruimen
Dit behoeft geen toelichting. Iedereen weet dat dit werk zinloos is. Óf ze doen het netjes zelf, óf ze zijn hopeloos, dan is het jojo-effect nog erger dan bij afvallen.
Dit is dag 8 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
zaterdag 17 januari 2015
7/272 Tegenzin en twijfel
Zes jaar geleden begon ik dit blog en gebruikte het als een manier om om te leren gaan met de ziekte die net bij mij was vastgesteld.
Nu, zes jaar later, sta ik er heel anders in. Ik hoef niet meer zo nodig alles met iedereen te delen. Niet dat ik ooit 'alles' deelde, maar een veel groter deel dan toen houd ik liever voor mezelf.
Daarbij: ik vind het niet fijn om ik-gericht bezig te zijn. En dat gevaar loop je toch heel snel met een blog. Het gaat over mij. Mijn belevenissen, mijn kijk op de zaak, mijn blijdschap, mijn twijfel. Dat anderen daaraan plezier beleven, of het leerzaam vinden, doet daar niets aan af.
Ik kan natuurlijk ook gaan schrijven over mijn vak, of recepten delen, of foto's plaatsen, of spoedcursussen 'hoe maak ik een cryptogram' geven, maar ook dan blijft er een randje 'mij' aan zitten.
Ik weet het dus even niet meer. Een week geleden beloofde ik u 272 dagen dagboek, maar van die belofte baal ik eigenlijk een beetje. Een beetje erg.
Weet u, ik denk er nog even een nachtje over. En dan ziet u vanzelf of ik morgen weer wat plaats. Wie weet? Want zo'n spoedcursusje schrijven lijkt me eigenlijk wel wat. Bijvoorbeeld: 'Hoe krijg ik het hele gezin op de kast? Door een gesprek te beginnen over a. vitamines in groente en fruit, b. het schuren en verven van de eettafel, c. het opruimen van de puinhoop op je kamer.'
Oeps, nu deed ik het weer...
Dit is dag 7 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
Nu, zes jaar later, sta ik er heel anders in. Ik hoef niet meer zo nodig alles met iedereen te delen. Niet dat ik ooit 'alles' deelde, maar een veel groter deel dan toen houd ik liever voor mezelf.
Daarbij: ik vind het niet fijn om ik-gericht bezig te zijn. En dat gevaar loop je toch heel snel met een blog. Het gaat over mij. Mijn belevenissen, mijn kijk op de zaak, mijn blijdschap, mijn twijfel. Dat anderen daaraan plezier beleven, of het leerzaam vinden, doet daar niets aan af.
Ik kan natuurlijk ook gaan schrijven over mijn vak, of recepten delen, of foto's plaatsen, of spoedcursussen 'hoe maak ik een cryptogram' geven, maar ook dan blijft er een randje 'mij' aan zitten.
Ik weet het dus even niet meer. Een week geleden beloofde ik u 272 dagen dagboek, maar van die belofte baal ik eigenlijk een beetje. Een beetje erg.
Weet u, ik denk er nog even een nachtje over. En dan ziet u vanzelf of ik morgen weer wat plaats. Wie weet? Want zo'n spoedcursusje schrijven lijkt me eigenlijk wel wat. Bijvoorbeeld: 'Hoe krijg ik het hele gezin op de kast? Door een gesprek te beginnen over a. vitamines in groente en fruit, b. het schuren en verven van de eettafel, c. het opruimen van de puinhoop op je kamer.'
Oeps, nu deed ik het weer...
Dit is dag 7 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
vrijdag 16 januari 2015
6/272 Massagedag en, jawel, een selfie!
U zult mij niet aantreffen in een beautycentrum, bij een schoonheidsspecialiste en zelfs niet tussen de lipsticks van de HEMA. Maar vandaag werd ik maar liefst drie keer gemasseerd en zat ik een halfuur naar mezelf te kijken (o, gruwel)!
De eerste massage was bij de manueel therapeut die in november met de Epley-manoeuvre (zie Koetje 2) mij in één keer van de vervelende draaiduizeligheid afhielp en waardoor ook de omhoogkijkduizeligheid sterk verminderde. Die gaf vandaag nog een laatste behandeling, waarbij hij onder andere mijn schedel, nek en armen masseerde.
De tweede massage werd gegeven door de stoel bij de wasbak van de kapper. Normaliter ga ik naar een goedkopere kapperszaak, maar daar moest ik te lang wachten. Als ik besloten heb mijn haar te laten knippen, moet het ook meteen gebeuren. Dus ik liep verder en kwam dus in zo'n heerlijke stoel te zitten. Samen met de hoofdhuidmassage (nummer 3 van vandaag) die de kapster bij het wassen gaf, werd ik daar heerlijk loom van.
Nog altijd had ik een vrolijke schoolfoto van zeven jaar geleden op mijn website staan. Eentje waarbij ik nog geen prednisonhoofd, rode wangen en grijze haren had. In de tussentijd is mijn uiterlijk aangrijpend veranderd. Zo'n zes jaar geleden was mijn kop echt een luchtballon, gelukkig is dat verminderd, maar nu dus wel errug grijs. Bij wijze van grote uitzondering: twee foto's van mij. Die ene van zeven jaar geleden en een selfie van vandaag. Houd u vast.
Dit is dag 6 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
De eerste massage was bij de manueel therapeut die in november met de Epley-manoeuvre (zie Koetje 2) mij in één keer van de vervelende draaiduizeligheid afhielp en waardoor ook de omhoogkijkduizeligheid sterk verminderde. Die gaf vandaag nog een laatste behandeling, waarbij hij onder andere mijn schedel, nek en armen masseerde.
De tweede massage werd gegeven door de stoel bij de wasbak van de kapper. Normaliter ga ik naar een goedkopere kapperszaak, maar daar moest ik te lang wachten. Als ik besloten heb mijn haar te laten knippen, moet het ook meteen gebeuren. Dus ik liep verder en kwam dus in zo'n heerlijke stoel te zitten. Samen met de hoofdhuidmassage (nummer 3 van vandaag) die de kapster bij het wassen gaf, werd ik daar heerlijk loom van.
Nog altijd had ik een vrolijke schoolfoto van zeven jaar geleden op mijn website staan. Eentje waarbij ik nog geen prednisonhoofd, rode wangen en grijze haren had. In de tussentijd is mijn uiterlijk aangrijpend veranderd. Zo'n zes jaar geleden was mijn kop echt een luchtballon, gelukkig is dat verminderd, maar nu dus wel errug grijs. Bij wijze van grote uitzondering: twee foto's van mij. Die ene van zeven jaar geleden en een selfie van vandaag. Houd u vast.
Dit is dag 6 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
donderdag 15 januari 2015
5/272 Een vergeten blogje
Dit berichtje schreef ik nu al bijna twee jaar geleden. Ik ben het toen blijkbaar helemaal vergeten te plaatsen. Daarom alsnog! Voor het geval u hier nog niet lang meeleest: de Polletjes zijn 'nogal' gefascineerd door de Tweede Wereldoorlog. Ze verzamelen fanatiek, hebben een enorme kennis over dit alles opgebouwd, bezoeken het NIOD regelmatig en een van hen houdt een fantastisch blog bij over verzamelobjecten, waarover ik hier verder niets mag schrijven.
Geen greintje echte belangstelling konden de Polletjes gisteren opbrengen voor de troonswisseling van gisteren. Ook niet in het licht van de geschiedenis van Nederland. Dat staat in schril contrast met hun enorme, bijna obsessieve belangstelling voor een bepaalde periode van de geschiedenis van Nederland...
Die hermelijnen mantel kon niet op tegen de onderbroek van een krijgsgevangene die ze ergens op een beurs op de kopt tikten.
Die akte van abdicatie woog niet op tegen een briefje uit een doorgangskamp, gekregen uit een nalatenschap.
De boot waarin de koninklijke familie het IJ doorkliefde valt in het niet vergeleken bij het stuk vliegtuigvleugel van een of ander neergestort toestel, gevonden op de hei.
Geen staatsieportret is opgewassen tegen de tekeningetje, gemaakt in een concentratiekamp.
Alleen die oranje tompouces, die gingen er toch erg goed in.
Dit is dag 5 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
Geen greintje echte belangstelling konden de Polletjes gisteren opbrengen voor de troonswisseling van gisteren. Ook niet in het licht van de geschiedenis van Nederland. Dat staat in schril contrast met hun enorme, bijna obsessieve belangstelling voor een bepaalde periode van de geschiedenis van Nederland...
Die hermelijnen mantel kon niet op tegen de onderbroek van een krijgsgevangene die ze ergens op een beurs op de kopt tikten.
Die akte van abdicatie woog niet op tegen een briefje uit een doorgangskamp, gekregen uit een nalatenschap.
De boot waarin de koninklijke familie het IJ doorkliefde valt in het niet vergeleken bij het stuk vliegtuigvleugel van een of ander neergestort toestel, gevonden op de hei.
Geen staatsieportret is opgewassen tegen de tekeningetje, gemaakt in een concentratiekamp.
Alleen die oranje tompouces, die gingen er toch erg goed in.
Dit is dag 5 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
woensdag 14 januari 2015
4/272 Vergeten woorden
Aan tafel zat een van de Polletjes te zaniken. 'Zit niet zo te dimdammen!', zei ik.
Toen begon datzelfde Polletje oeverloos te praten, om eventuele aandacht voor de amper slinkende hoeveelheid op zijn bord te verhinderen. 'Zwets niet zo!', sisten wij.
Vervolgens roerde hij nog eens de inhoud van zijn bord door en viste er wat minuscule stukjes champignon uit. 'Hou op met miesmuizen!'
Daarna begon onze moeilijke eter zijn broer uit te dagen, die daar natuurlijk met veel verbaal geweld tegenin ging. 'Stop met dat hakketakken.'
Waarop de geplaagde klaagde dat we van die rare woorden gebruiken. Dat doen we expres. We willen dat bepaalde woorden gebruikt worden of blijven bestaan, in elk geval als thuistaal. Daarom gebruiken we ook woorden als dédain, pikkeballen (peutertaal voor pindakaas) en mieters. Dat legden we netjes uit. Broer Polletje voegde toe: 'We bestendigen die woorden.'
Waarop Polletje diep zuchtte. Stomgeslagen.
Dit is dag 4 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
Toen begon datzelfde Polletje oeverloos te praten, om eventuele aandacht voor de amper slinkende hoeveelheid op zijn bord te verhinderen. 'Zwets niet zo!', sisten wij.
Vervolgens roerde hij nog eens de inhoud van zijn bord door en viste er wat minuscule stukjes champignon uit. 'Hou op met miesmuizen!'
Daarna begon onze moeilijke eter zijn broer uit te dagen, die daar natuurlijk met veel verbaal geweld tegenin ging. 'Stop met dat hakketakken.'
Waarop de geplaagde klaagde dat we van die rare woorden gebruiken. Dat doen we expres. We willen dat bepaalde woorden gebruikt worden of blijven bestaan, in elk geval als thuistaal. Daarom gebruiken we ook woorden als dédain, pikkeballen (peutertaal voor pindakaas) en mieters. Dat legden we netjes uit. Broer Polletje voegde toe: 'We bestendigen die woorden.'
Waarop Polletje diep zuchtte. Stomgeslagen.
Dit is dag 4 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
dinsdag 13 januari 2015
3/272 Hersenchirurg
Eergisteren aten we dus knolselderijsoep. Nu denkt u misschien dat dat vies is, maar dat is het niet. Toegegeven, het ziet er niet lekker uit, maar ik vind een gehaktbal ook niet het toonbeeld van schoonheid.
Probeer zelf maar eens: een derde á een halve knolselderij in blokjes in 1,5 liter bouillon koken, daarna met de staafmixer bewerken en een in stukjes gefruite paprika, knoflook en champignons erbij. Plus eventueel wat zuivelspread (bijv. Philadelphia). Lekker, eenvoudig, gezond.
Ik had bij het snijden van de al wat ouder wordende knolselderij alleen erg het gevoel dat ik voor hersenchirurg oefende.
Probeer zelf maar eens: een derde á een halve knolselderij in blokjes in 1,5 liter bouillon koken, daarna met de staafmixer bewerken en een in stukjes gefruite paprika, knoflook en champignons erbij. Plus eventueel wat zuivelspread (bijv. Philadelphia). Lekker, eenvoudig, gezond.
Ik had bij het snijden van de al wat ouder wordende knolselderij alleen erg het gevoel dat ik voor hersenchirurg oefende.
Excuses. De foto is niet erg gelukt. Fotograaf word ik in elk geval nooit. Net zo min als hersenchirurg, overigens.
Dit is dag 3 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
maandag 12 januari 2015
2/272 - De overlopende overloopkast - Duif en aap in de kast
Kies zelf uw versie.
1: voor volwassenen.
2: voor beginnende lezers.
1. Onze overloopkast loopt over van nostalgie. Een ruime meter diep, tweeënhalve meter hoog, volgestouwd met tientallen complete jaargangen tijdschriften, paperassen, fotoalbums, ansichtkaarten, dozen vol herinneringen aan de schooltijd van de Polletjes, postzegelalbums, wollen dekens-die-je-toch-niet-zomaar-weggooit.
En versiering-voor-speciale-dagen, zoals ballonnen, half vergane slingers, een crucifix voor Witte Donderdag, maar ook een witte duif die wij met Pinksteren ophangen. Die duif is een onhandige ruimtevreter en telkens denk ik dat ie maar moet opvliegen, maar als ik 'm zie smelt ik weer.
En nu helemaal, want Polletje 2 moest z'n kamer opruimen. Op zijn kamer slingerde al bijna vijftien jaar Aapje Pimmie rond, ooit gekregen van burgemeester Pim Blanken omdat Polletjes koninginnedagballonnetje zo ver gekomen was. Polletje zag de duif in de kast, verzon, zoals altijd, snel een gemakkelijke oplossing voor zijn opruimprobleem en als een ware Niels H. zit Aapje Pimmie nu prinsheerlijk op de rug van de duif, tussen de kinderboeken-in-de-verkoop.
een doos, nog een doos en ... nog een doos!
een boek vol met kiekjes,
een bed waar lucht in moet,
een doos met spul van school,
een slaap-zak,
en troep, troep en nog eens troep.
Dit is dag 2 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
1: voor volwassenen.
2: voor beginnende lezers.
1. Onze overloopkast loopt over van nostalgie. Een ruime meter diep, tweeënhalve meter hoog, volgestouwd met tientallen complete jaargangen tijdschriften, paperassen, fotoalbums, ansichtkaarten, dozen vol herinneringen aan de schooltijd van de Polletjes, postzegelalbums, wollen dekens-die-je-toch-niet-zomaar-weggooit.
En versiering-voor-speciale-dagen, zoals ballonnen, half vergane slingers, een crucifix voor Witte Donderdag, maar ook een witte duif die wij met Pinksteren ophangen. Die duif is een onhandige ruimtevreter en telkens denk ik dat ie maar moet opvliegen, maar als ik 'm zie smelt ik weer.
En nu helemaal, want Polletje 2 moest z'n kamer opruimen. Op zijn kamer slingerde al bijna vijftien jaar Aapje Pimmie rond, ooit gekregen van burgemeester Pim Blanken omdat Polletjes koninginnedagballonnetje zo ver gekomen was. Polletje zag de duif in de kast, verzon, zoals altijd, snel een gemakkelijke oplossing voor zijn opruimprobleem en als een ware Niels H. zit Aapje Pimmie nu prinsheerlijk op de rug van de duif, tussen de kinderboeken-in-de-verkoop.
2. in de kast op de gang, vlak bij de trap, ligt veel.
de kast is groot, dus kan er veel in.een doos, nog een doos en ... nog een doos!
een boek vol met kiekjes,
een bed waar lucht in moet,
een doos met spul van school,
een slaap-zak,
en troep, troep en nog eens troep.
ook is er een zak met
en een duif.
kijk maar, dan zie je hem.
soms hangt de duif voor het raam.
maar vaak niet.
de duif is groot.
te groot.
de duif ligt in de weg.
soms zeg ik: die duif moet weg.
vlieg op, duif! weg jij!
maar als ik dan naar de duif kijk, denk ik: ach duif, wat ben jij mooi.
blijf maar in de kast.
op een dag staat de deur van de kast open.
dat ziet pol 2 wel.
hij ruimt op.
het is een ongelofelijke takkezooi, oftewel een ontiegelijke klerebende, bij hem.
hij ziet de aap in zijn bed.
de aap moet weg, pol 2 is veel te groot voor een aap in bed.
hij zet de aap op de duif.
ziezo, denkt pol.
weg is weg.
hop!
zondag 11 januari 2015
1/272 - Over een verstokte Rotterdammer en de diepvriespizza als ultiem genotsmiddel
Gisteren had u hier al kunnen lezen dat Grote Pol en ik die dag 25 jaar geleden verloofd waren.
Inmiddels zijn we allang niet meer verloofd.
Na precies negen maanden trouwden we, op 10 oktober 1990. In de tussenliggende periode hield ik een dagboek bij, dat ik op de trouwdag aan Grote Pol gaf en dat nu ergens achterin de overloopkast ligt. Over die kast schrijf ik morgen wat, maar vandaag schrijf ik hier de eerste bladzijde in mijn 'nieuwe dagboek'.
Een dagboek, opgenomen in dit blog, dus. Streven: elke dag een stukkie. Niet alleen om dit blog wat nieuw leven in te blazen, maar ook omdat over de gewone alledaagse dingen schrijven en lezen leuk is. Vind ik dan. Misschien denkt u er anders over, maar dan leest u hier niet mee.
Vandaag wilden Grote Pol gezellig iets samen doen. Maar ik wilde niet in de wind en de kou wandelen of fietsen (ja, ik ben lui), hij wilde om mij een plezier te doen wel een spelletje doen, maar daar had ik ook al geen zin in. Toen gingen we maar linosnijden. Of nee, ik ging mijn lino-afdrukjes die ik al gemaakt had kleur geven en hij ging gutsen.
Laten we zeggen dat Grote Pol geen natuurtalent is.
Dat ben ik ook niet, maar ik vind het gutsen wél leuk, ik had wél wat inspiratie en ik ben op dit vlak meer een doorzetter dan hij.
Op de foto ziet u mijn creatieve interpretatie van de Zuid-Limburgse gigaslak en een stapel boeken in spiegelbeeld. Van de hand van Grote Pol kwam een soort Euromast, want eens een Rotterdammer, altijd een Rotterdammer. De foto daarvan voeg ik maar even niet toe, want ik wil ons zilveren huwelijksjubileum graag nog meemaken.
Nou ja. Toen ging Grote Pol in zijn eentje een eindje wandelen en ging ik in m'n eentje een stukje bloggen.
Maar straks gaan we gezellig samen een hapje eten. O ja, en dan past het helemaal bij een dagboek om te schrijven wát dan: een zelfbedacht soepje van knolselderij, ui, champignons en knolselderij en een koude (brrr) tonijnsalade.
De Polletjes krijgen een diepvriespizza waar zij dan weer volkomen gelukkig van worden.
Bron: etymologiebank.nl |
Inmiddels zijn we allang niet meer verloofd.
Na precies negen maanden trouwden we, op 10 oktober 1990. In de tussenliggende periode hield ik een dagboek bij, dat ik op de trouwdag aan Grote Pol gaf en dat nu ergens achterin de overloopkast ligt. Over die kast schrijf ik morgen wat, maar vandaag schrijf ik hier de eerste bladzijde in mijn 'nieuwe dagboek'.
Een dagboek, opgenomen in dit blog, dus. Streven: elke dag een stukkie. Niet alleen om dit blog wat nieuw leven in te blazen, maar ook omdat over de gewone alledaagse dingen schrijven en lezen leuk is. Vind ik dan. Misschien denkt u er anders over, maar dan leest u hier niet mee.
Vandaag wilden Grote Pol gezellig iets samen doen. Maar ik wilde niet in de wind en de kou wandelen of fietsen (ja, ik ben lui), hij wilde om mij een plezier te doen wel een spelletje doen, maar daar had ik ook al geen zin in. Toen gingen we maar linosnijden. Of nee, ik ging mijn lino-afdrukjes die ik al gemaakt had kleur geven en hij ging gutsen.
Laten we zeggen dat Grote Pol geen natuurtalent is.
Dat ben ik ook niet, maar ik vind het gutsen wél leuk, ik had wél wat inspiratie en ik ben op dit vlak meer een doorzetter dan hij.
Op de foto ziet u mijn creatieve interpretatie van de Zuid-Limburgse gigaslak en een stapel boeken in spiegelbeeld. Van de hand van Grote Pol kwam een soort Euromast, want eens een Rotterdammer, altijd een Rotterdammer. De foto daarvan voeg ik maar even niet toe, want ik wil ons zilveren huwelijksjubileum graag nog meemaken.
Nou ja. Toen ging Grote Pol in zijn eentje een eindje wandelen en ging ik in m'n eentje een stukje bloggen.
Maar straks gaan we gezellig samen een hapje eten. O ja, en dan past het helemaal bij een dagboek om te schrijven wát dan: een zelfbedacht soepje van knolselderij, ui, champignons en knolselderij en een koude (brrr) tonijnsalade.
De Polletjes krijgen een diepvriespizza waar zij dan weer volkomen gelukkig van worden.
zaterdag 10 januari 2015
Verloofd!
Nog maar een kwart eeuw geleden waren De Dingen soms een stuk moeilijker.
Werkstukken maken, bijvoorbeeld, die moest ik toen veelvuldig maken, want ik deed de pabo en daar moest je werkelijk overal verslagen over schrijven. Die typte je op de computer in WordPerfect en daar had je keus tussen wel twee lettertypen. Wat je op je scherm zag, was heel anders dan wat er uit de printer kwam ratelen. Als je al een printer had. Iets opzoeken deed je in de schoolbieb in een stoffig boekje uit 1894, iets actuelers was amper te vinden.
Iemand een tekstbestand sturen deed je met een floppy disk, liefst tussen twee houten plankjes.
In 1990 hadden Grote Pol en ik groot nieuws en dat wilden we delen met anderen. Dus gingen we naar de pasfotocabine in V&D, knipten en plakten wat en togen toen naar de Copy Shop. Daar stonden namelijk heul grote, ultramoderne kopieerapparaten. Uren stonden we te zweten en te ploeteren, schreven we adressen en plakten we (vergeleken bij na spotgoedkope) postzegels en dit was het beschamende resultaat, waar we, vooral vanwege het rastafari uiterlijk van Grote Pol, uitgebreid door Jan en alleman om uitgelachen werden:
Nee, beste mensen, tegenwoordig is alles veel gemakkelijker. Ons kaartje zou in full color per e-mail verstuurd zijn geworden, of op facebook gezet, en iedereen zou 'm geliket hebben, had met een gemakkelijk 'gefeliciteerd' gereageerd en een dag later zou iedereen het weer vergeten zijn. Inclusief wijzelf.
Ik zeg u: tegenwoordig is alles veel te gemakkelijk...
Werkstukken maken, bijvoorbeeld, die moest ik toen veelvuldig maken, want ik deed de pabo en daar moest je werkelijk overal verslagen over schrijven. Die typte je op de computer in WordPerfect en daar had je keus tussen wel twee lettertypen. Wat je op je scherm zag, was heel anders dan wat er uit de printer kwam ratelen. Als je al een printer had. Iets opzoeken deed je in de schoolbieb in een stoffig boekje uit 1894, iets actuelers was amper te vinden.
Iemand een tekstbestand sturen deed je met een floppy disk, liefst tussen twee houten plankjes.
In 1990 hadden Grote Pol en ik groot nieuws en dat wilden we delen met anderen. Dus gingen we naar de pasfotocabine in V&D, knipten en plakten wat en togen toen naar de Copy Shop. Daar stonden namelijk heul grote, ultramoderne kopieerapparaten. Uren stonden we te zweten en te ploeteren, schreven we adressen en plakten we (vergeleken bij na spotgoedkope) postzegels en dit was het beschamende resultaat, waar we, vooral vanwege het rastafari uiterlijk van Grote Pol, uitgebreid door Jan en alleman om uitgelachen werden:
Nee, beste mensen, tegenwoordig is alles veel gemakkelijker. Ons kaartje zou in full color per e-mail verstuurd zijn geworden, of op facebook gezet, en iedereen zou 'm geliket hebben, had met een gemakkelijk 'gefeliciteerd' gereageerd en een dag later zou iedereen het weer vergeten zijn. Inclusief wijzelf.
Ik zeg u: tegenwoordig is alles veel te gemakkelijk...
Abonneren op:
Posts (Atom)