Aan tafel zat een van de Polletjes te zaniken. 'Zit niet zo te dimdammen!', zei ik.
Toen begon datzelfde Polletje oeverloos te praten, om eventuele aandacht voor de amper slinkende hoeveelheid op zijn bord te verhinderen. 'Zwets niet zo!', sisten wij.
Vervolgens roerde hij nog eens de inhoud van zijn bord door en viste er wat minuscule stukjes champignon uit. 'Hou op met miesmuizen!'
Daarna begon onze moeilijke eter zijn broer uit te dagen, die daar natuurlijk met veel verbaal geweld tegenin ging. 'Stop met dat hakketakken.'
Waarop de geplaagde klaagde dat we van die rare woorden gebruiken. Dat doen we expres. We willen dat bepaalde woorden gebruikt worden of blijven bestaan, in elk geval als thuistaal. Daarom gebruiken we ook woorden als dédain, pikkeballen (peutertaal voor pindakaas) en mieters. Dat legden we netjes uit. Broer Polletje voegde toe: 'We bestendigen die woorden.'
Waarop Polletje diep zuchtte. Stomgeslagen.
Dit is dag 4 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.
3 opmerkingen:
Heerlijk. Paton
Ik hou van die ouderwetse woorden. Ze kunnen me niet vaak genoeg gebruikt worden. Ik moest meteen denken aan de Facebookpagina Vereniging ter bevordering van het gebruik van het bedreigde NL woord. Maar die ken je al.
oja, hadden wij ook: 'hanke-kaas' omdat het kleine zusje 'Franse kaas' niet goed uitspreken kon.
Of de Ventitolator (ventilator)!
Jojo
Een reactie posten