Uitgelezen 2019

zondag 21 november 2010

Deurhangen

In de wachtkamer bij de tandarts, waar ik niet voor mijn lol zat, bladerde ik 's door een tijdschrift. Je moet toch wat. Het tijdschrift was Hollands Diep en ik lees er graag in, daar in de wachtkamer bij de tandarts, want ik ben daar vaker.
Ik stuitte op een artikeltje door Kees van Kooten over een kunstwerk dat hij had gezien en waardoor hij zich weer herinnerde dat hij vroeger ook een deurhanger was. Het gaat om dit schilderij, van Llobera.
Kees van Kooten schreef er een mooi stukkie over. U kent hem, Kees van Kooten kan er wat van. Hij kan schrijven en ook nog steeds deurhangen.

Ik was vroeger, toen ik een jaar of vijf was, korte tijd ook een deurhanger. Dat herinnerde ik me ook opeens weer, daar in de wachtkamer van de tandarts. Trots liet ik het eens zien aan mijn ouders, toen ik al een volleerd deurhanger was. Oefening baart namelijk Kunst, mensen. En Kunst moet gezien worden. En als enthousiast deurhangkunstenaar vergat ik even dat het edele deurhangen bij ons thuis wel eens niet in goede aarde zou kunnen vallen. Noch mij in dank afgenomen zou worden. Ik toonde dus onbevangen mijn deurhangkunsten ('lang hangen', 'opklimmend hangen' en 'heen en weer zwiepend hangen') en jawel hoor, het werd niet gewaardeerd.
Dat heb je vaker met Kunst.
De vertoning verklaarde wel het een en ander. De mysterieuze symmetrische vegen aan weerszijden van de deur. Het snerpende piepen van de scharnieren. Het krukkerige functioneren van de deurkruk.
Ik moest er maar mee ophouden, vonden mijn ouders. Maar dat was moeilijk. Ik was namelijk een Echte Kunstenaar en zie die maar eens in te tomen. Ik zocht nog wat andere geschikte deuren in huis en verdeelde de belasting gelijkelijk. Dat viel minder op.
Geleidelijk vervaagde mijn belangstelling voor de deurhangkunst en richtte ik mij op nieuwe kunstvormen. Koprollend de trap af,  fietsen met zonder handen, of zittend op de bagagedrager met de handen gekruisd op het stuur fietsen, de ultrakorte zweefrol (beschikbare ruimte: 80 cm, precies de breedte van mijn bed, dat was echt leuk tot de houten bedrand spleet) en in lantaarnpalen klimmen.

Momenteel richt ik mij weer op andere kunsten. Bijvoorbeeld blogjes bedenken terwijl de tandarts een onuitputtelijk gat vult.
En mocht u zich afvragen of ik binnenkort ga proberen of ik nog kan deurhangen, het antwoord is NEEN.

Welke kunsten beoefent/beoefende u?

6 opmerkingen:

Greet zei

Over de trapleuning naar beneden glijden, vogelnestjes maken aan de klopstok (weet je wat dat is?), fietsen met zonder handen ook vooral dat met zonder, met z'n tweeen op de fiets; de een op het zadel sturend de ander op de bagagedrager trappend, op een jongensfiets met één been onder de stang door waardoor de fiets heel schuin moest, handstand in het zwembad. Ja, zulke dingen, dat deed je vroeger.

baasbraal zei

Wij hadden op middelbare school een kapstokkenrwand en daar kon je van de ene naar de andere dwarsbalk (die de hoedenplank ondersteunde)als een aap slingeren. In de tweede ging dat niet meer, want ik was te veel gegroeid en kwamen mijn knieën op de grond bij het slingeren.....
Trouwens: deurhangen heb ik ook gedaan, maar toen mijn opa dat een keer zag, heeft hij me ongenadig op mijn falie gegeven en uitgelegd dat de scharnieren er aan gaan en de hele deur uit zijn fatsoen wordt getrokken op die manier. Mijn opa was een hele goede timmerman, dus die kon het weten.
Mijn zoon was in zijn tienerjaren en misschien nog wel ver daarna, een begenadigd kopstaander. Overal deed hij het, ook als hij op de bus moest wachten. Hij trok veel bekijks, soms ook van koeien die eer vlakbij in de wei stonden.

zevenaarse willem zei

er schijnt zelfs een muziekgroep te zijn die zichzelf de deurzakkers noemt. 'k Heb gehoord dat het goed is voor je uithoudingsvermogen

baasbraal zei

@Willem: Maar deurZAKKEN is iets heel anders hoor! Dat doet de deur als je deurhangt

ChoCho zei

Ik moest vooral braaf zijn en stil zitten, dus o.a. deurhangen was ten strengste verboden ;-)

Ciska zei

Deurpostklimmmen en trapgatslingeren en langs de achterkant van de treden zo ver morgelijk naar boven en dan tussen de treden door naar de goede kant van de trap.
Tja pas ik nu niet meer tussendoor. Mijn oudste doet overal de handstand en liefst ook de radslag.