Parapol en ik gaan met z'n tweetjes, dus. Parapol heeft een mooie zeven voor Duits op z'n eindlijst, ik 24 jaar geleden ook. Maar mijn kennis is volledig weggevaagd, bovendien heb ik spreekangst. Ik ga me dus vooral zorgen maken over het wat en hoe. Hoe ga ik het zeggen en wat kan ik nog zeggen? Ik kan natuurlijk m'n Wat & Hoe erbij pakken en gaan studeren, maar daar staan van die onzinnige zinnen in, daar heb ik niet veel aan. Nee. Het gaat om de nood van alledag. De momenten waarop je dat boekje dus niet bij je hebt en de angst iets verkeerd te zeggen je verlamt, waardoor al je kennis van het Duits in één keer verschwunden is.
Ik schreef er drie jaar geleden ook al een berichtje over.... Ik citeer uit oude doos:
De Polletjes en ik wilden graag naar Het Buitenland, Grote Pol is meer van oud en vertrouwd. Gewoon Nederland. Die Heimat, das alte bekannte.
De ganze Woche spraken De Pollen voor de lol in een krom duitsachtig taaltje. Zo onder elkaar. En werden er vreselijk foute grappen gemaakt over Duitsers in het algemeen (niet door mij, hoor, maar door de mannelijke Pollen: Dó ist der Bahnhof, usw.) Maar als puntje bij paaltje kwam, werd ik geacht het Duitse woord te voeren...
En daar komt Bekentenis 1: Ik Hou Niet Van Het Spreken In Vreemde Talen.
Ik zou het moeten kunnen, heb nota beide blote bene met goede resultaten examen gedaan in én Engels én Duits én Frans, maar ik moet zo'n enorme drempel over, echt niet normaal meer. Een boek lezen in het Duits: keine Probleime, in gedachten allerlei dingen vertalen: kleines Eichen, en gesprekken afluisteren in een restaurant: geht sehr gut.
Maar als je dan plotseling moet vragen of je alsjeblieft even pipi kan machen, of om de Rechnung wil bitten, dan weiss ich es gar nicht mehr. Dan klappe ich dicht.
Gelukkig neemt Grote Pol dan waar. Hij kan er alleen geen enkele klappe van. Dat maakt niet uit, want iedereen houdt van domme toeristen, als ze maar betalen. Dus vroeg hij freimutig: Konnen wier bezahlen? Nou en of we dat konnten. En: Kunnen wier gebrauch machen van de toilette? Ook dat konnte. Zwei bollechen Eisen bitte, ein mit Artbei und ein mit Kerzen? Tja, toen moest ik even bijspringen. Pas een dag later kwam ik erachter dat een bolletje ein Kugel is. En dat sprak De Polletjes toen zeeeeeer aan.
Maar er is goed nieuws: Parapol gaat dit keer het woord voeren. Dat beloofde hij me plechtig. Mooi. Schön.
Aber aber.
Als hij dan bunkermuseum in, dumpzaak uit sjouwt, wat doe ik dan in de tussentijd? Meegaan? Ik dacht het niet. Dus ga ik dan buiten op een bankje een boekje lezen. Maar als er dan iemand naast me komt zitten en een gezellig Duits praatje wil aanknopen? Wat dan? En als ik dan wat wil drinken in een café? Of heel nodig moet plassen en nog steeds niet weet hoe ik dat netjes kan vragen? Of als ik wil weten waar de gezellige kleine winkeltjes van Hamburg zijn? En hoe vraag ik in ons hotelletje hoe de warmwaterkraan werkt? En stel, stél, dat ik iets moet weten dat ook na lang zoeken niet in mijn Wat & Hoe blijkt te staan? Bijvoorbeeld waar ik nieuwe antivoetgeurinlegzooltjes kopen kan? Of waar ik een koets met witbruingevlekte paarden, inclusief koetsier met spraakgebrek kan huren? Of dat ik ineens een enorme zin heb in een gratis proefles prehistorisch koken met vergeten groenten? Of een acute behoefte aan een vleugelmoertje met rechtsdraaiend schroefdraad? Hoe moet het dan???
Daarom een verzoek aan u. Wilt u mij alsjeblieft handige zinnetjes aanreiken, hieronder in de reactiebox? Alles waarvan u maar denkt dat het handig voor Purperpollerige types is, is welkom. Dan beloof ik u deze zinnen de komende weken trouw te repeteren en zal ik u na thuiskomst eerlijk verslag doen van mijn wederwaardigheden in Hamburg. Zoals u overigens al van me gewend bent.
Mahlzeit!