2. Ik dacht dus wel aardig te kunnen haken en breien. Maar de trui voor Grote Pol is inmiddels twee keer uitgehaald (want eerst te groot en toen te klein) en de sjaal van mijn moeder is al 23 keer retour gekomen, omdat ik alles niet goed had afgehecht. Blijkbaar. Dus zit ik hier dan telkens te balen en ondertussen 42 bloemetjes opnieuw te haken.
3. Ik dacht dus wel mijn leerlingen álles te kunnen leren. Bijvoorbeeld plezier in schrijven. De leukste, laagdrempeligste opdrachten geef ik aan één van hen mee, maar nee. Keer op keer komt ze aan met minimalistische verhaaltjes zonder een spatje inspiratie. Mijn hele pedagogische trukendoos en didactische gereedschapskist trek ik open, maar er zit maar weinig beweging in.
Laatst gingen we een om-en-omverhaal schrijven: zij een zin, ik een zin.Ik begon, de cursieve zinnen zijn van haar. Dat gaat dan ongeveer zo:
Laatst gingen we een om-en-omverhaal schrijven: zij een zin, ik een zin.Ik begon, de cursieve zinnen zijn van haar. Dat gaat dan ongeveer zo:
Jip, de grote sokkenkoningin, had een fantastische ontdekking gedaan.
Ze was blij.
Ze had namelijk superspeciale, gave sokken ontworpen voor dyslectische meisjes van tien jaar.
De sokken waren geel.
Ze had namelijk superspeciale, gave sokken ontworpen voor dyslectische meisjes van tien jaar.
De sokken waren geel.
Gele sokken die heel ver weg zouden vliegen, als het meisje een spellingfout maakte.
Naar amierieca of duidsland.
Naar amierieca of duidsland.
Op een dag droeg ... de sokken, toen er op school een dictee werd gegeven.
De juf zij een woord.
De juf zij een woord.
... schreef het woord verkeerd op (vlog) en ze vloog meteen weg, zo door het dak van de school!!!
Dit is het einde.
Zucht. Gelukkig heb ik nog veel te leren!
Dit is dan dag 12 van 272 dagen dagboek-op-Purperpol.