Dit bericht zal u waarschijnlijk allemaal worst wezen, want het gros dat hier leest, haakt niet, breit niet en kijkt niet naar Roland Garros. En toch komt u hier lezen, zelfs als het onderwerp u geen biet interesseert. Dat vind ik nou zo mooi van u. En lief. Want u leest het helemaal uit, terwijl u nu al gaapt en zucht en steunt. Dat is nog eens fideel van u.
Gék werd ze van me. Mijn handwerkje was af en toen MOEST ik meteen iets nieuws. Want zomaar zonder iets in mijn handen naar de tv staren vind ik leeg, zinloos en dom. Mét een haakwerkje wordt kijken naar Roland Garros, Per seconde wijzer of Sesamstraat opeens een heel núttige bezigheid.
En Vriendin had ooit gezegd dat ze wel een omslagdoek wilde. Nou, omslagdoeken kán ik, dus MOEST ze meteen garen uitzoeken. Ik stuurde haar enigszins opjuttend een paar links van bollen van Zeeman, Wibra en Scheepjeswol. Scheepjeswol wérd het. Dus kan ik vanaf zondag mijn calvinistische neigingen weer volgen. Wie niet werkt, zal ook niet tv kijken.
Maar!
Een week of wat geleden deed ik mee met een Give Awayactie van Blij dat ik brei en laat ik nou toch zondag lezen dat ik gewonnen heb! Ik, die nooit wat wint! Bijna nooit, dan, want ik heb ook wel eens een kleurplaatwedstrijd gewonnen en een raadsel opgelost, dat moet ik toegeven. Maar ik won in elk geval nooit reizen naar Parijs, cruises naar de Cariben, een auto, een ballonvaart of een haakpakket.
Dinsdag lag mijn pakketje, met dezelfde Scheepjeswol maar in een andere kleur, al op de deurmat en nu moet ik heel snel doorhaken aan die omslagdoek voor Vriendin, want die moet eerst af voor ik hiermee aan de slag mag (van Calvijn) (en van mezelf).
Nog wat anders, ook creatief, dus ook al niet interessant voor die lezers die ik hierboven al even in een wat grove schets beschreef: ik maakte een cadeautje voor een andere vriendin weer, die wel breit, haakt en misschien ook wel graag naar Roland Garros kijkt - daar hebben we het eigenlijk nooit samen over, we hebben onze handen al vol aan dat haken, breien enzo. Die vriendin was jarig en wilde niets. Dat krijg je als je oude vriendinnen hebt: die willen niets meer. Pas maar op, ze worden nog eens zó oud, dat ze op hun verjaardag cadeautjes gaan géven. Dan zijn die haartjes op hun kin uitgegroeid tot volledige baarden, dus dat duurt dan nog wel een millenium of zo, maar de tijd komt, wat ik u brom.
Nou ja, zij wilde wel mijn restjes garen. Die kon ze krijgen en ik maakte er nog wat bij, anders was het zo kaal. Dit:
Vindt u dat wat? Ik wel, eerlijk gezegd.
Goed. Ik zal u verlossen en brei een punt aan dit berichtje. Kan ik ook weer lekker haken en Roland Garros kijken.
woensdag 28 mei 2014
zaterdag 24 mei 2014
Buurman & Buurman
Polletje 1 en Buurman vormen de laatste tijd een creatief duo. Samen maakten ze papegaaienbomen en een verhoogde serre bij de kippenresidentie (voor als er ooit nog een giraf bij komt wonen). Buurman verzon en maakte weer eens een nieuw vogelhuisje, Polletje bedacht dat een bepaald bordje eronder niet zou misstaan.
Dus Buurman jatte, onder het oog van een camera, zo'n bordje. (Dat zou Polletje nou noooooit durven / doen....)
Ben benieuwd wat het volgende project wordt...
Dus Buurman jatte, onder het oog van een camera, zo'n bordje. (Dat zou Polletje nou noooooit durven / doen....)
Ben benieuwd wat het volgende project wordt...
vrijdag 16 mei 2014
Op Marktplaats gevonden - Ontroerend goed
Hallo,
Hierbij heb ik een mooie herenfiets te koop.
De voorlichting van de fiets doen het aan beide hartstikke goed.
De fiets heeft 3 versnellingen.
De bandmaat van de fiets is 28 inch.
De framehoogte van de fiets 60 cm.
De handremmen van de fiets doen het ook hartstikke goed.
Verder ziet de fiets er nog prima uit en is roestvrij.
Ik vind het een mooie advertentie. Ben vandaag zelfs in een bui dat ik 'm ontroerend vind. Wat is dat toch? De overgang?
Hierbij heb ik een mooie herenfiets te koop.
De voorlichting van de fiets doen het aan beide hartstikke goed.
De fiets heeft 3 versnellingen.
De bandmaat van de fiets is 28 inch.
De framehoogte van de fiets 60 cm.
De handremmen van de fiets doen het ook hartstikke goed.
Verder ziet de fiets er nog prima uit en is roestvrij.
Ik vind het een mooie advertentie. Ben vandaag zelfs in een bui dat ik 'm ontroerend vind. Wat is dat toch? De overgang?
dinsdag 13 mei 2014
Soms word ik zo moe van mezelf....
Ik begon natuurlijk helemaal fout. Voor mijn verjaardag kreeg ik zo'n vier jaar geleden een boek: Creativiteit géén kunst. Dat leek me nou eens heerlijk: lekker aanmodderen en kliederen en het hóefde geen kunst te zijn. Perfect voor de perfectionist die ik ben. Het boek staat ook bol van teksten die me hierin ondersteunden, zoals:
- Creativiteit heeft alles te maken met flexibiliteit.
- Angst en excuses zijn heel begrijpelijk. We zijn zoveel verleerd in de loop van ons leven. We schamen ons voor het minste geringste. Dit boek is bedoeld om je het tegendeel te laten ervaren. Om te laten zien dat we allemaal regelmatig stuntelen en dat daar niets mis mee is.
- Door onszelf met anderen te vergelijken en daar een waardeoordeel aan te hangen, worden we vleugellam en missen we de vreugde van het lekker aanklooien en daarvan leren.
- Hoofdstuk 5: Fouten maken moet!
- Hoofdstuk 5: Fouten maken moet!
Fantastisch vooruitzicht. Maar:
Als ik dat goed voor mekaar wou krijgen, moest ik de dingen wel grondig aanpakken. Uit dit boek wilde ik het maximale halen en dat vergt discipline, doorzettingsvermogen en vooral Structuur. Bam! Tsjakka! Efficiënt plan opgesteld en aan het werk! Targets moesten worden gehaald...
Ik worstelde me door de inleiding heen. Zo. Punt gehaald. Dat erin stond dat je het boek kriskras mag doorwerken, negeerde ik. Dat paste niet in mijn zorgvuldig uitgestippelde strategie.
Hoofdstuk 1 met weer een inleiding: check. Braaf gelezen.
Eindelijk kwam daar een eerste opdracht. Mwah. Zoiets had ik al eerder gedaan. Vond ik toen niet leuk. Ik gaf mezelf de ruimte om die opdracht over te slaan. Wow, wat was ik goed bezig. Ik had de lat zelf omlaag gehaald. Goeoeoed!
Toen opdracht 2. Leuke opdracht, maar wat simpel gesteld. Daar moest veel meer uit te halen zijn, een waar kunstwerk bijvoorbeeld. Ik paste het wat aan en begon ijverig met een voorstudie en deed daarna voorbereidingen voor het werkelijke werkstuk.
En toen vond ik het niet meer leuk, want het werd totaal niet zoals ik het in mijn hoofd had. Ik legde het boek teleurgesteld weg. Vond ik ook heel knap van mezelf. Ik moest vooral niet iets doen waarmee ik mezelf teleurstelde. Toch?
Maar het bleef knagen. Ik zette het Werken met Het boek disciplinair, gestructureerd en met veel doorzettingsvermogen op elk mogelijk to-dolijstje. Waar het stelselmatig elke keer weer ook als enige nog af te werken punt op bleef staan. Vier jaar lang. U kunt niets zeggen van mijn doorzettingsvermogen.
Tot ik eergisteren een lege dag had. Moe, moe, moe. Om half tien 's avonds, na de 358e gaap, was ik het zat, sleurde mezelf overeind, moest wat gaan DÓEN! Ik bladerde door het boek en koos een opdracht uit die me niet te ingewikkeld leek. Dit bakte ik ervan:
En toen maakte ik alweer een cruciale denkfout: ik nam me voor elke dag van deze week nóg een keer diezelfde opdracht uit te voeren. Om zodoende deze techniek eens goed uit te diepen en iets te maken wat wél met goed fatsoen toonbaar is, waar ik trots op kan zijn, dat wellicht ingelijst en op een goed zichtbare plaats gehangen kan worden.
Gisteren is het niet gelukt, dus vandaag móet ik er twee maken....
zaterdag 10 mei 2014
(W.G. van de Hulst is er niets bij) Een bitterkoude dag en een levensles
(Zo'n beetje waargebeurd.)
Het was een bitterkoude dag in november. Aaltje trapte hard om snel thuis bij moe te komen. Oo, zoo heerlijk, fijn bij de warme kachel. Zo behaaglijk, met een kop chocolaad van moe zou ze snel weer warm en rozig worden.
Ze had die dag hard gewerkt bij boer Jan. Het erf moest geschrobd, de keuken gesopt, de knollen van het stoppelland geplukt, de geitenstal eens goed uitgemest en nog zoo allerhande karweitjes tussen de gewone werkzaamheden door. Oo, maar Aaltje kon hard werken. Daar hield ze juist zoo van. Net als bij moeder thuis, waar ook geen oogenblikje rust was. Een flinke meid is het, had vader gezegd tegen boer Jan. En Aaltje had gebloosd. Zooveel lof...
Ze voelde nog eens in haar zak. Ja hoor, de enveloppe was er nog. Gelukkig maar. Haar eerste loon! Tien gulden! Daar zouden vader en moeder maar wat blij mee zijn. Koolen, voor de kachel. En een mud aarpels. Misschien bleef er nog wat van over en konden ze dan eindelijk eens wat nieuwe kleeren kopen voor kleine Gerritje, Marijke en Lientje.
Dan zet Aaltje haar fiets in het oude schuurtje. Haar hand gaat al in haar zak om de enveloppe te pakken. Maar wat is dat? Oo, schrik! De enveloppe is er niet! Weg. Even staat Aaltjes hart stil, maar dan wint haar zonnige, zorgeloze karakter het weer. Ze lacht, in december zou ze immers toch weer loon krijgen...
Vader stond haar al op te wachten. Zijn uniform met de glimmende knoopen had hij nog aan. Hijgend vertelde Aaltje wat er gebeurd was, maar dat het toch helemaal niet zoo erg was, want volgende maand zou ze toch immers weer geld verdienen? Och, och, die zorgeloze Aaltje. Wat een kind was het toch nog. En dan toch al zoo groot om te werken op het land bij boer Jan. Maar vader is niet blij. Hij is boos! Tien gulden verdwenen, en Aaltje zoo onbekommerd zorgeloos. Hij foetert en moppert en eindelijk, ja, eindelijk, begrijpt Aaltje dat het toch wel heel vreselijk is wat haar is overkomen.
Maar wie klopt daar op de deur? Het is agent Bakker. Zoo een fijne collega van vader. Hij haalt een enveloppe uit zijn zak en geeft hem aan vader. Oo. Oo! Dat is háár enveloppe! Hoe is dat nu toch mogelijk? Hoe kon dat nu toch gebeuren?
Agent Bakker had zijn ronde gedaan en daar zag hij, op het bruggetje, twee belhaamels zitten. In de kou. Dat was vreemd. Wat hadden die twee belhaamels daar? Een enveloppe met geld! De rakkers waren het geld aan het verdeelen. Agent Bakker had gauw ingegreepen en gelukkig zag hij op de enveloppe de naam van Aaltje staan. En zoo kwam het dat alles toch nog goed kwam.
Nog is het verhaal niet afgeloopen. Aaltje heeft haar leven lang profijt gehad van deze harde, harde les. Het verhaal vertelt ze nu graag aan haar kleinkinderen om hen te waarschuwen en te berispen voor ondoordacht gedrag. Zoo is het een les geworden voor veelen.
En de twee belhaamels? De belhaamels kregen ieder een roze varkentje van marsepein, want Sinterklaas was ook toen al in het land. Ze waren maar wát blij met dat zoete goed!
Het was een bitterkoude dag in november. Aaltje trapte hard om snel thuis bij moe te komen. Oo, zoo heerlijk, fijn bij de warme kachel. Zo behaaglijk, met een kop chocolaad van moe zou ze snel weer warm en rozig worden.
Ze had die dag hard gewerkt bij boer Jan. Het erf moest geschrobd, de keuken gesopt, de knollen van het stoppelland geplukt, de geitenstal eens goed uitgemest en nog zoo allerhande karweitjes tussen de gewone werkzaamheden door. Oo, maar Aaltje kon hard werken. Daar hield ze juist zoo van. Net als bij moeder thuis, waar ook geen oogenblikje rust was. Een flinke meid is het, had vader gezegd tegen boer Jan. En Aaltje had gebloosd. Zooveel lof...
Ze voelde nog eens in haar zak. Ja hoor, de enveloppe was er nog. Gelukkig maar. Haar eerste loon! Tien gulden! Daar zouden vader en moeder maar wat blij mee zijn. Koolen, voor de kachel. En een mud aarpels. Misschien bleef er nog wat van over en konden ze dan eindelijk eens wat nieuwe kleeren kopen voor kleine Gerritje, Marijke en Lientje.
Dan zet Aaltje haar fiets in het oude schuurtje. Haar hand gaat al in haar zak om de enveloppe te pakken. Maar wat is dat? Oo, schrik! De enveloppe is er niet! Weg. Even staat Aaltjes hart stil, maar dan wint haar zonnige, zorgeloze karakter het weer. Ze lacht, in december zou ze immers toch weer loon krijgen...
Vader stond haar al op te wachten. Zijn uniform met de glimmende knoopen had hij nog aan. Hijgend vertelde Aaltje wat er gebeurd was, maar dat het toch helemaal niet zoo erg was, want volgende maand zou ze toch immers weer geld verdienen? Och, och, die zorgeloze Aaltje. Wat een kind was het toch nog. En dan toch al zoo groot om te werken op het land bij boer Jan. Maar vader is niet blij. Hij is boos! Tien gulden verdwenen, en Aaltje zoo onbekommerd zorgeloos. Hij foetert en moppert en eindelijk, ja, eindelijk, begrijpt Aaltje dat het toch wel heel vreselijk is wat haar is overkomen.
Maar wie klopt daar op de deur? Het is agent Bakker. Zoo een fijne collega van vader. Hij haalt een enveloppe uit zijn zak en geeft hem aan vader. Oo. Oo! Dat is háár enveloppe! Hoe is dat nu toch mogelijk? Hoe kon dat nu toch gebeuren?
Agent Bakker had zijn ronde gedaan en daar zag hij, op het bruggetje, twee belhaamels zitten. In de kou. Dat was vreemd. Wat hadden die twee belhaamels daar? Een enveloppe met geld! De rakkers waren het geld aan het verdeelen. Agent Bakker had gauw ingegreepen en gelukkig zag hij op de enveloppe de naam van Aaltje staan. En zoo kwam het dat alles toch nog goed kwam.
Nog is het verhaal niet afgeloopen. Aaltje heeft haar leven lang profijt gehad van deze harde, harde les. Het verhaal vertelt ze nu graag aan haar kleinkinderen om hen te waarschuwen en te berispen voor ondoordacht gedrag. Zoo is het een les geworden voor veelen.
En de twee belhaamels? De belhaamels kregen ieder een roze varkentje van marsepein, want Sinterklaas was ook toen al in het land. Ze waren maar wát blij met dat zoete goed!
woensdag 7 mei 2014
Een brief terug
Ha jongere versie van mij,
Tof dat je mij een brief schreef. Zogenaamd dan. Sommige lezers van mijn blog geloofden dat het echt waar was. Die nemen mij dus veel te serieus. Maar goed, we doen net alsof het wel echt was, leuk toch?
De wereld bestaat nog. Er is niet heel veel veranderd, maar minder dan je toen dacht dat er zou veranderen. Ik ben wel veranderd. Je vraagt of ik grijze haren heb. Ja. Die heb ik. Kijk maar.
Ik loop niet in truttige kleren. Ik heb een koopprobleem. Veel kleren vind ik lelijk, dus koop ik bijna niets. En als ik wel wat leuk vind, vind ik het te duur. We hebben het niet zo breed, Grote Pol en ik. Ik ben ondernemer geworden en tja, de kosten gaan voor de baten uit, zullen we maar zeggen.
Ik doe niet heel veel aan mijn uiterlijk. Haren borstelen, tanden poetsen, kokosolie smeren (een natuurlijk middeltje dat zorgt voor een goede huid). Mijn gezicht begint weer normale proporties aan te nemen na ruim vijf jaar Prednisongebruik. Laten we het daar verder maar niet over hebben.
Mijn kinderen, die dus ook jouw kinderen zijn, vinden dat ik me abnormaal gedraag, maar dat zijn pubers, daar weet jij dan weer alles van. Ik vind dat ik me normaal gedraag, op af en toe een gek gedoetje na. Ik vind trouwens dat ik me best kan inleven in de wereld van de puber. Ik help er een aantal in de praktijk (klik maar eens). Tenminste, als ze het nodig vinden om te komen. Vandaag belde er nog eentje om een afspraak af te zeggen: 'Ja, ik dacht, ik doe nu bijna examen, ik wil het zelf proberen.' Lekker moment om het zelf te gaan proberen. Ik snap ze wel, zou er ook geen zin in hebben, maar verstandig vind ik ze soms niet!
Ik moet je teleurstellen. Sinds een jaar of wat brei ik sokken voor mijn man. Mijn man, die is pas echt oud. Je kent hem wel: Grote Pol. Je vond hem toen al leuk. Ja, niet léuk leuk, maar gewoon aardig. En grappig. Dat vind ik nu niet meer altijd, maar ik hou nu van hem. Dat is een veel dieper, liefdevoller, rijker, beter, mooier gevoel. Nee, nu niet net doen alsof je gaat overgeven, stel je niet aan.
En ik zal je nog 's wat zeggen: ik haak een omslagdoek voor mezelf. Ik weet niet of je nu nog verder wilt lezen, maar dat vind je vast het überübertoppunt van truttigheid en bejaardendom. Je ziet nu waarschijnlijk een stokoud vrouwtje met gebogen rug, puntneus en rollator (of hadden ze die in 1983 nog niet) door een Anton Pieckachtig straatje strompelen. Omslagdoeken zijn tegenwoordig in bepaalde kringen weer in de mode (Gooise matras) (daar hoor ik bepaald niet bij) en bovendien had je er vroeger ook al een. Kijk maar.
Ik heb geen moestuin, maar sinds kort wel een moesbalkonflat. Dat ziet er zo uit:
Ik teel sla, worteltjes, radijsjes, aardbeitjes, munt, kruiden, rucola (dat bestaat in jouw tijd nog niet), uitjes enzo. En natuurlijk bloemen. Lathyrus, waar jij ook al zo van houdt, en goudsbloemen. Het moet allemaal nog wat weelderiger gaan groeien en bloeien. Vind je dit echt truttig, of toch wel leuk? Ach, het zal je wel geen moer interesseren.
Ik moet je weer teleurstellen. Ik heb 'maar' twee kinderen. Jongens, van 19 en 16. Ze zijn hartstikke leuk, maar ze worden geen arts of violist of iets anders erudiets (geleerds). Nee, je zult het niet geloven: ze worden militair. Ja, sorry, ik ken jouw en mijn opvattingen over het leger, maar echt, we krijgen het er niet uitgeslagen (grapje).
Met Paul is het niets geworden. Die heeft een fijn gezinnetje en woont dan weer in Afrika, dan weer in Denemarken of België. Niets voor mij. Grote Pol is een echte huismus en dat vind ik wel prima... Behalve als ik weer een paar dagen naar Berlijn wil.
Zeg, doe je de groeten aan E, B, H en O en niet zo giebelen op dat trapje! Laat Grote Pol nog maar even een paar jaar met rust, het komt vanzelf goed tussen jullie. Oké? En weet je wat: ga ook eens om met R en H, dat zijn leuke vrienden voor je en ze voelen zich nu nog erg alleen.
Purperpol
Tof dat je mij een brief schreef. Zogenaamd dan. Sommige lezers van mijn blog geloofden dat het echt waar was. Die nemen mij dus veel te serieus. Maar goed, we doen net alsof het wel echt was, leuk toch?
De wereld bestaat nog. Er is niet heel veel veranderd, maar minder dan je toen dacht dat er zou veranderen. Ik ben wel veranderd. Je vraagt of ik grijze haren heb. Ja. Die heb ik. Kijk maar.
Ik loop niet in truttige kleren. Ik heb een koopprobleem. Veel kleren vind ik lelijk, dus koop ik bijna niets. En als ik wel wat leuk vind, vind ik het te duur. We hebben het niet zo breed, Grote Pol en ik. Ik ben ondernemer geworden en tja, de kosten gaan voor de baten uit, zullen we maar zeggen.
Ik doe niet heel veel aan mijn uiterlijk. Haren borstelen, tanden poetsen, kokosolie smeren (een natuurlijk middeltje dat zorgt voor een goede huid). Mijn gezicht begint weer normale proporties aan te nemen na ruim vijf jaar Prednisongebruik. Laten we het daar verder maar niet over hebben.
Mijn kinderen, die dus ook jouw kinderen zijn, vinden dat ik me abnormaal gedraag, maar dat zijn pubers, daar weet jij dan weer alles van. Ik vind dat ik me normaal gedraag, op af en toe een gek gedoetje na. Ik vind trouwens dat ik me best kan inleven in de wereld van de puber. Ik help er een aantal in de praktijk (klik maar eens). Tenminste, als ze het nodig vinden om te komen. Vandaag belde er nog eentje om een afspraak af te zeggen: 'Ja, ik dacht, ik doe nu bijna examen, ik wil het zelf proberen.' Lekker moment om het zelf te gaan proberen. Ik snap ze wel, zou er ook geen zin in hebben, maar verstandig vind ik ze soms niet!
Ik moet je teleurstellen. Sinds een jaar of wat brei ik sokken voor mijn man. Mijn man, die is pas echt oud. Je kent hem wel: Grote Pol. Je vond hem toen al leuk. Ja, niet léuk leuk, maar gewoon aardig. En grappig. Dat vind ik nu niet meer altijd, maar ik hou nu van hem. Dat is een veel dieper, liefdevoller, rijker, beter, mooier gevoel. Nee, nu niet net doen alsof je gaat overgeven, stel je niet aan.
En ik zal je nog 's wat zeggen: ik haak een omslagdoek voor mezelf. Ik weet niet of je nu nog verder wilt lezen, maar dat vind je vast het überübertoppunt van truttigheid en bejaardendom. Je ziet nu waarschijnlijk een stokoud vrouwtje met gebogen rug, puntneus en rollator (of hadden ze die in 1983 nog niet) door een Anton Pieckachtig straatje strompelen. Omslagdoeken zijn tegenwoordig in bepaalde kringen weer in de mode (Gooise matras) (daar hoor ik bepaald niet bij) en bovendien had je er vroeger ook al een. Kijk maar.
Ik heb geen moestuin, maar sinds kort wel een moesbalkonflat. Dat ziet er zo uit:
Ik teel sla, worteltjes, radijsjes, aardbeitjes, munt, kruiden, rucola (dat bestaat in jouw tijd nog niet), uitjes enzo. En natuurlijk bloemen. Lathyrus, waar jij ook al zo van houdt, en goudsbloemen. Het moet allemaal nog wat weelderiger gaan groeien en bloeien. Vind je dit echt truttig, of toch wel leuk? Ach, het zal je wel geen moer interesseren.
Ik moet je weer teleurstellen. Ik heb 'maar' twee kinderen. Jongens, van 19 en 16. Ze zijn hartstikke leuk, maar ze worden geen arts of violist of iets anders erudiets (geleerds). Nee, je zult het niet geloven: ze worden militair. Ja, sorry, ik ken jouw en mijn opvattingen over het leger, maar echt, we krijgen het er niet uitgeslagen (grapje).
Met Paul is het niets geworden. Die heeft een fijn gezinnetje en woont dan weer in Afrika, dan weer in Denemarken of België. Niets voor mij. Grote Pol is een echte huismus en dat vind ik wel prima... Behalve als ik weer een paar dagen naar Berlijn wil.
Zeg, doe je de groeten aan E, B, H en O en niet zo giebelen op dat trapje! Laat Grote Pol nog maar even een paar jaar met rust, het komt vanzelf goed tussen jullie. Oké? En weet je wat: ga ook eens om met R en H, dat zijn leuke vrienden voor je en ze voelen zich nu nog erg alleen.
Purperpol
dinsdag 6 mei 2014
Bevrijdingsdag 2014
Roodverbrand en met stevige hoofdpijn tuimelde ik gisteren m'n bed in. Bijna twee uur had ik op een harde stoep, deels in de voor mij verboden zon, zitten wachten om een glimp van de Polletjes op te vangen. Voor het eerst liepen ze mee in het bevrijdingsdefilé in Wageningen. Wie weet hoe vaak en in welke hoedanigheid ze daar in de toekomst zullen gaan lopen. Gemengde gevoelens, hoor! Nu liepen ze daar nog heel veilig als 'de toekomstige generatie'. Polletje 1 linksvoor, het rechteroor van Polletje 2 is nog net te zien, twee rijen daarachter.
Ik had het niet verwacht, had nog nooit zo'n defilé meegemaakt, maar de tranen stonden in mijn ogen toen die hele oude bevrijders van toen langs kwamen rijden, lopen, strompelen. Moest me echt bedwingen om niet te gaan huilen. Het zal de zon en de vermoeidheid misschien ook wel geweest zijn...
Ik had het niet verwacht, had nog nooit zo'n defilé meegemaakt, maar de tranen stonden in mijn ogen toen die hele oude bevrijders van toen langs kwamen rijden, lopen, strompelen. Moest me echt bedwingen om niet te gaan huilen. Het zal de zon en de vermoeidheid misschien ook wel geweest zijn...
Een paar uurtjes daarvoor zat ik met Grote Pol op een bankje in het Renkums beekdal te genieten van de stilte en het uitzicht. Voor het eerst tekenden we allebei wat. Dat leek me nu al jaren geleden zo leuk, samen een wandeling maken en dan ergens gaan zitten en wat te schetsen. Eindelijk kwam het ervan! U kunt wel zien hoe verschillend we het aanpakten...(Boven: Grote Pol, onder: ik.) Allebei zijn we niet erg tevreden over het resultaat, al durfde Grote Pol zijn aanpak wel te vergelijken met die van Van Gogh.
Abonneren op:
Posts (Atom)