Naast mijn werk in de praktijkruimte thuis, ondersteun ik ook kinderen met gedragsproblematiek op de basisschool. Individueel, apart in een kamertje, maar ook in de klas. Zo ook Bram, dat is natuurlijk niet zijn echte naam, van acht jaar.
Vandaag werken we in de klas. Ik zit schuin achter hem. De juf vertelt dat de kinderen een verhaal mogen afmaken, omdat het Kinderboekenweek is. Enige restrictie: geen poep en pies. Ze leest voor:
De meeste kinderen vinden het prachtig. Maar Bram vindt het een verhaal van niks. En hij heeft ook echt geen zin om erover na te denken. Met grote hanenpoten krast hij in zijn schrift:
En toen ging ze DOOD.
Hij kladdert er nog vlug een kruis achter ter illustratie. Zo. Klaar.
De kinderen om hem heen kwetteren, zuchten, staren in de verte, gummen verwoed of schrijven ijverig in hun schriftje. Bram krijgt wel door dat er iets niet helemaal in orde is. Er knaagt iets aan hem, al is het dan geen beer. Ik probeer hem te helpen: 'Maar hoe ging ze dan dood? Vond de beer het wel lekker? Waarom had de beer honger?' Bram heeft geen idee, hij was er niet bij toen het gebeurde. Hij raakt geprikkeld door mijn gevraag, het rumoer en de schrijvers om hem heen en waarschijnlijk ook door de onvrede die hij van binnen voelt over zijn verhaal.
Ik neem hem mee naar mijn werkkamer. Praat even over iets anders (gamen 😌) en kom dan toch weer terug op het verhaal. 'Je bent in elk geval wel meteen heel duidelijk over wat er gebeurde met de oma.' In de rustige omgeving stel ik mijn vragen nog eens en dan komt er tóch een verhaal. Hij krijgt er lol in, zijn fantasie maakt een hoge vlucht, maar het lukt hem niet het goed op papier te krijgen. Bij elke vergissing raakt hij opnieuw geagiteerd; hij wil dóór! Ik neem het schrijfwerk van hem over en moet hem na één volle bladzijde in mijn kleine handschrift afkappen. Het verhaal moet namelijk over twee dagen ook nog in het net overgeschreven worden. In de klas.
Arme Bram, dat redt hij nooit...
Update: even met de juf overlegd. Bram mag in plaats van overschrijven een tekening over zijn verhaal maken. Alle verhalen en tekeningen komen in een boekje en zijn verhaal heeft dus ook een plaats.
Hij heeft het geluk dat de juffen kijken naar wat hij nodig heeft, wat kan en wat zij misschien anders moeten doen om hem te ondersteunen. Ook als dat indruist tegen didactische doelen en uitgangspunten.