Het moet sinterklaasavond 1977 zijn geweest toen ik voor het eerst een kleine surprise kreeg. Mijn vader had voor ons allemaal een alternatief cadeau bedacht en gemaakt. Mijn broer van bijna 16 die al jáááren zomer en winter dezelfde jas droeg (en er nadien nog zeker een jaar of zes mee deed) kreeg een uitgeraderd papieren patroon voor een nieuwe jas. Wat mijn moeder en mijn andere broer kregen, weet ik niet meer, maar ik kreeg een boekje. Gemaakt van een paar dubbelgevouwen kladblaadjes, wat tekst met tekeningetjes. Het ging over mijn slordigheid. Een van de hoofdstukjes ging over hoe ik de tafel dekte: de een kreeg twee vorken, een ander twee messen, of het mes links en de vork rechts. En op de rechterpagina stond dan hoe het wel moest.
O, had ik dat boekje nog maar!
Mijn vader vertelde vorige week hoe mijn moeder om vier uur 's middags al de tafel had gedekt, voor twee. Ik probeer het even na te maken op onze eigen tafel. De natuurazijn die zij gebruikte hebben we niet in huis. Het leek haar wel lekker fris...
De verwoestende werking die deze ziekte in de hersenen heeft, blijft ons verbazen. Gelukkig kunnen we er ook af en toe, zoals in dit geval, hartelijk om lachen.