Deze vakantie staat in het teken van uitrusten en opruimen. Uitrusten omdat ik heel hard gewerkt heb en ook weer heel hard ga werken en opruimen omdat dat hard nodig was. En is.
Na de verhuizing van het jongste Polletje hadden we zomaar een hele kamer over. Wel een kleine, maar goed voor heul veel spullen. We kochten dus een grote kast voor op die kleine kamer, zodat we minder hoefden weg te doen, maar beter konden opruimen.
Ik dacht slim te zijn door de kast in een grote kamer in elkaar te zetten en dan naar de kleine kamer te slepen.
Haha, haha.
Dat was dus een goeie grap. Ja, u heeft 'm inmiddels ook door, zie ik.
Dus weer uit elkaar gehaald en in het kleine kamertje weer in elkaar gezet. Vervolgens vulden we de kast weer met spullen van het jongste Polletje die daar op zijn studentenkamer ook geen ruimte voor heeft. Heel nuttige spullen, zeker wel. Wat te denken van een paar ouwe klompen, maat 53, een kalkoenenmuts, een meterslange rits geschakelde kogelhulzen (van de hei), een supermarioknuffel, een starwarszwaard, 25 petten, een frontje van een geluidsbox etc. etc.
Toen was er nog wat ruimte over voor de spullen van Grote Pol. Toen hij de kast netjes gevuld had, dachten we klaar te zijn. Er was lekker nog wat ruimte over op dat kamertje en dat gaf een gevoel van luxe.
Tot we doorkregen dat het niet normaal is dat we nacht in, nacht uit wakker worden met een verstopte neus. Allebei. En toch niet verkouden. En we hadden al gladde vloeren en telkens keurig gestofzuigd en anti-allergene kussens, dekens en matrassen. Maar dus wel open boekenkasten, frutsels, breispullen, kleren-op-een-hoop-want-ik-ruim-nooit-eens-wat-op-als-ik-net-uit-bed-kom-wankelen-c.q.-halfcomateus-'s avonds-mijn-bed-in-duik. Dus boeken uit de kast, kast naar het kleine kamertje, boeken ontdaan van stof er weer in, knutsel- en handwerkspullen uitgezocht, ook naar het kleine kamertje, alles gestoft, geboend, gepoetst, gezogen, gewassen, gezeemd en gedweild en zo zijn we weer een paar dagen zoet geweest.
Interessant, niet?
Ondertussen kwamen we natuurlijk een hoop spullen tegen die we niet weg konden doen. Zoals dit langwerpige ding. Raad eens wat het is?
Het is een koker om breinaalden per post te versturen. En telkens als ik het onhandige ding zie - hij ligt altijd in de weg - moet ik lachen. Want kijk eens naar de adressering. Dat zegt u vast niets, maar mij wel. Mijn oma heette officieel Helena, dat werd Leen of Lena. Maar om deen of dandere reden werd ze Peen genoemd. Had iets met scouting te maken, of zo. En ze had blijkbaar breinaalden besteld op naam van Peen van der Rande. Van der Rande is haar en mijn achternaam, dus da's logisch. Maar bij de breinaaldenfabriek snapten ze er dus niks van.
Tja. Geen sterk verhaal, maar mooi dat ik nu wel een blogje met foto's over die koker heb geschreven en 'm gerust weg kan doen.
Valt u trouwens iets op die foto's op? Ik zeg niks, maar twee trouwe lezers weten nu vast genoeg.
De hartelijke groeten en tot een volgende keer maar weer!