Uitgelezen 2019

donderdag 24 juli 2014

Avontuur in het schnabbelcircuit

Binnen een uur was ik zowel een schuifelende kerk van Uikemene, als raadslid uit Decibel, als een vrouw met bloemkoolneus uit Afzette-Rije en als klap op de vuurpijl: Geesje met het harpje. Jan Terlouw had in zijn boek Koning van Katoren Geesje een gitaar toebedeeld, maar daar kan ik niet op spelen, dus mocht een harpje ook.
De basisschool van de Polletjes bestond in 1999 veertig jaar en vierde dat met een musical. Geesje zong het lied over de geschiedenis van de Stoel van Stellingwoude en daarbij werd ik gescout door mensen van een natuurminnende stichting uit een naburig dorp op de Veluwe.

Die stichting wilde hun natuurcentrum feestelijk openen en niets leek hen leuker om uw eigen Purperpol daarbij een lied te laten zingen, waarbij zij zichzelf begeleidde op de harp. Nederig en verlangend vroegen ze om mijn medewerking, waarbij ze mijn zang-, acteer- en speeltalent de hemel in prezen.
Ik durfde geen nee te zeggen, vond het een eer en droomde al van een glansrijke carrière in het schnabbelcircuit. Ik oefende me suf op het ingewikkelde en vooral lange lied dat voor de gelegenheid door de man van een hotemetoot van de stichting geschreven was, op de wijs van een gezang uit het Liedboek der Kerken. Ik was ook best benieuwd naar mijn beloning, maar durfde er vooraf niet om te vragen, laat staan dat ik zelf een bedrag noemde.

De feestavond vond plaats in de plaatselijke feestzaal voor al uw bruiloften en partijen, en na een toespraak of wat, een komische sketch van een lokale inwoonster die folklore met iets wat in de verte leek op cabaret verenigde, nog een toespraak, 124 dia's, een toespraak en een filmvertoning van drie kwartier heideveld en een half hert op 3 kilometer afstand, was ik, het slotakkoord, aan de beurt. Op gedragen wijs, met schallende stem en fenomenaal harpspel werkte ik me door de acht lange en saaie coupletten heen en ontving een daverend applaus; de mensen waren blij dat het was afgelopen. De melodie kwam hen na deze grande finale de neus al uit, moet u nagaan wat urenlang oefenen mij gekost had.

Een dankwoord aan de sprekers, filmers, mensen van het geluid, het licht, de garderobejuffrouw, de plaatselijke supermarkt, schoen- en klompenmaker, de mevrouw achter de foldertafel, de diaprojectormensen, bediening en alle genodigden en andere belangstellenden volgden en de folkloristische grapjas en ikzelf werden nogmaals toegeklapt.
Als dank voor al dit lijden en de urenlange repetities kreeg ik een suf boekje dat al na drie maanden na verschijnen voor vier gulden bij De Slegte lag. Met een bosje rozen was ik stukken blijer geweest.

Vanmorgen las ik in het plaatselijke sufferdje dat het centrum zijn deuren sluit.  Als ze me vragen voor een feestelijke gedenkavond, zeg ik, denk ik (durf ik?), NEE.

Disclaimer: bovenstaande gebeurde vijftien jaar geleden. Het kán zijn dat ik enkele feiten ben vergeten of heb toegevoegd. Het verhaal is ook enigszins verkleurd door mijn emotie. De essentie van het verhaal klopt echter wel. Overigens: ik draag de stichting nog steeds een warm hart toe. 

zaterdag 19 juli 2014

Afscheid van een lange periode

Een lange periode van 5 jaar, 6 maanden en 17 dagen slikte ik prednison. Tot vandaag om precies te zijn. Vanmorgen om 9.12 uur slikte ik na een afbouwperiode van ongeveer 6 maanden de laatste dosis van 0,5 mg.
Prednison, het middel dat mijn leven misschien wel redde. Prednison, het middel waardoor ik nachtenlang wakker lag, hallucinaties kreeg, ballonwangen, onderkinnen en varkensoogjes, bolle buik en nog vollere borsten, de hele dag door trek en een flink deel van m'n haren verloor.
Dag, vieze roze, onschuldig ogende pilletjes met hoge doses rommel, dag, vies drankje van de laatste maanden. Ik zal je niet missen, al kreeg ik een hoop creatieve ideeën door jou.
Ik hoop je hier nooit meer te zien!

woensdag 2 juli 2014

Onzekere tijden, maar gelukkig heeft Grote Pol toch maar twee ogen

Ik heb een gebrek, zei de gek. Dat wist u allang, maar nu heb ik weer een nieuw gebrek voor u. Iets waar u nog niet van wist.
Ik heb namelijk een koffiezetgebrek. Vanavond had ik een kennismakingsgesprek met een mogelijk nieuwe klant van Stap op en daar moest ik natuurlijk wel een goede indruk op maken. Als laatste voorbereiding zette ik verse koffie, want Grote Pol was er niet. Ik drink zelf geen koffie en weet daarom niet hoe mijn brouwsels smaken. Dat maakt me onzeker en de drempel om koffie te zetten wordt steeds hoger. Maar goed, ik deed het! De klant wilde thee, dus als u wilt weten hoe die koffie van mij smaakt, komt u maar even langs. Hij is nog vers.

Zo'n gesprek maakt me dus ietwat onzeker vooraf. Dus ga ik schoonmaken, want opeens zie ik dan allerlei stofrandjes, - hoopjes, -richeltjes, -nestjes,
spinnenrag,
rondslingerende eenzame stinksokken (ik vind er tegenwoordig elke dag een stuk of vier),
schoenen met gaten,
dooie vliegen,
fietslichtjes,
leesbrillen (op het sleutelplankje lagen er drie! - Grote Pol heeft twee ogen, dus hij overdrijft weer flink),
lege batterijen,
verbogen paperclips,
schroeven, bouten, moeren, spijkers, nippeltjes, ringetjes en dingetjes,
honkbalknuppels,
kappersscharen,
olifantennagelknippers,
hunebedbouwerbeitels,
scheepsroeren,
bananenboomkapmessen,
strijkstokken (zonder geld),
hondenkarren,
machinegeweren en
dirigeerstokjes ...

die ik anders niet zie. Dus moet je gebruikmaken van zo'n bui. Ik overdreef overigens lichtelijk bij die opsomming, maar die drie brillen lagen er echt, echt waar. En elders in huis liggen er nóg minstens vijftien a twintig wantmeneerzoueensgeenbrilbinnenhandbereikhebbendanzijnderapengaarenbarstdebomooknogeens.

Dus het huis is weer netjes, tussen voordeur en praktijk. En nogmaals: de koffie staat klaar. Hij is nog steeds vers.

Mocht u denken: waarom schrijft die Purperpol nu weer zo'n onzinnig blogje? Dat komt omdat ik vandaag twijfelde of ik wel door zou gaan met dit blog. Ik heb een onzekere dag, dat blijkt wel. Maar toen zag ik opeens dat ik zomaar drie reacties had van een door mij hooggeachte medeblogger en dat ik er hier weer volgers bij heb. Ik bedacht me dat ik die mensen anders enorm zou teleurstellen. Maar goed, dan zou ik ze in ieder geval wel een kopje koffie kunnen aanbieden. Hij is nog vers.