Uitgelezen 2019

donderdag 31 mei 2018

Je verzint het niet

Huize Pollenstein staat in een heel gewoon deel van het land. De mensen doen hier uiterst normaal, want dat is gek genoeg. Toch zag ik laatst twee keer iets waarvan ik dacht: zoiets verzin je toch niet. Van die surrealistische situaties waardoor je het gevoel hebt midden in een filmscène te zitten. Ik wachtte nog een paar weken met erover te schrijven, omdat ik het mooier vind als zo'n blogje uit drie delen bestaat, maar tot nu toe helaas geen Vreemd Derde Ding gezien.

Vreemd Ding 1:
Grote Pol en ik liepen over de begraafplaats. Daar komen we normaal nooit en de reden waarom we er nu waren was eerder hilarisch dan verdrietig, maar daar gaat het nu niet om.
Even tussendoor. Is het erg oneerbiedig als ik schrijf dat we moesten grinniken om een naam op een grafsteen? Serieus, er lag iemand die bij leven meneer of mevrouw, dat weet ik niet meer, Bo.ttenschuiver heette. Dat puntje hoort er natuurlijk niet bij, maar dat is tegen het googelen. Je weet maar nooit met die AVG. Over die wet zal ik binnenkort ook eens wat schrijven, want daar word ik zo ontzettend chagrijnig van.
Maar goed, we liepen daar dus en opeens kwam daar vanuit de ene kant van de begraafplaats een meisje aangelopen van een jaar of 12. Met een grote kruiwagen waarin een stuk of vijf, zes schattige puppies lagen. Los daarbij een grote herdershond die zijn/haar eigen plan trok. De puppies krabbelden telkens een voor een omhoog en kukelden vervolgens over de rand van de kruiwagen, zodat ze bijna verpletterd werden onder het wiel. Het meisje zette dan de kruiwagen neer, pakte het hondje op, plantte het terug tussen de broers en zusjes, riep de herder tot de orde en liep weer wat meters verder, op weg naar de andere kant van de begraafplaats.
Ziet u het voor zich?

Vreemd Ding 2:
Grote Pol en ik waren dit keer op de fiets. In the middle of nowhere wat kilometers aan het wegtrappen. Opeens zagen we een vrouw, een heel gewoon type - iedereen heeft wel zo'n heel doorsneebuurvrouw, zo'n aardappels-vlees-groentetype, een jaar of vijftig, met een kort pittig kapsel, die om de twee weken de ramen lapt en elke ochtend rond een uur of 10 geniet van een sigaretje en een bakkie koffie bij de Libelle - met een wit scootertje die een meter van het fietspad af haar doedelzakoefeningen aan het doen was. Ze speelde Amazing Grace.
Wacht eens even? What's in a name? Die vrouw heette natuurlijk Grace en ze was ons nu echt aan het amazen!!!

Hier vlakbij op de hei zien we ook weleens een doedelzakker, trouwens. Maar dat is een normale, met kilt, lange woeste haren en gekke muts. Zoals het hoort.

woensdag 30 mei 2018

Grijs

Twee jongens van een jaar of acht spelen politietje, op straat. Ik fiets erlangs en zie wel aan hun koppies dat ze iets ondeugends van plan zijn. Net als ik ze passeer roept er één: 'Handen omhoog of ik schiet, oude mevrouw!' Dat laatste kwam er net iets zachter uit dan de rest. Ik fiets door, voel me natuurlijk niet aangesproken, en hoor ze giechelen. Ik heb net zoveel lol als zij, maar vraag me toch - voor de zoveelste keer - af of ik toch mijn haar niet moet laten verven.